De semi-nomadische Massai
Aan het einde van de 19de eeuw stond 'de Massai' (een stam van semi-nomadische krijgers in Kenya en Tanzania) zowel bij Afrikanen als Europeanen bekend om hun veediefstal. De Massai zagen dat zo niet. Het vee was immers kort na de Massai op aarde gekomen en kennelijk door de schepper bestemd voor de Massai. Zij namen dus alleen maar hun rechtmatige eigendom terug.
Ontstaansgeschiedenis van de Massai
Vermoed wordt dat de Massai vanaf de bovenloop van de Nijl via de Great Rift Valley zuidwaarts zijn getrokken. Eigenlijk is het een losse verzameling verwante volkeren. De
ware Massai (die van hun koeien, schapen en geiten leven) kijken neer op de Massai die zich permanent gevestigd hebben en landbouw bedrijven. De Massai-maatschappij is gestructureerd rond groepen mannen van gelijke leeftijd, die samen zijn ingewijd (besneden). Vanaf het moment van inwijding vormen ze een hechte groep, die gezamenlijk een aantal fasen (perioden van gemiddeld vijftien jaar) binnen de stamhierarchie doorloopt.
Fasen binnen de stamhierarchie
De gezamenlijke fasen zijn
- de aankomend krijger
- de krijger
- de oudere
- de oudste
De oudsten zijn bevoegd tot het nemen van beslissingen ten behoeve van de rest van de stam.
Moedig als een leeuw
Na de inwijding en besnijdenis verlaten de jonge Massai-krijgers hun veilige leefomgeving om gewapend met knotsen, speren en dolken enige tijd het vee te hoeden op de vlakten. Dit open terrein wemelt van de leeuwen. Een krijger die een leeuw weet te spiezen, mag bij ceremoniele gelegenheden de leeuwemanen als hoofdtooi dragen.
De Kilimanjaro
De meeste Massai (circa 100.000 in totaal) wonen in de grensstreek van Kenya en Tanzania. Dit gebied wordt gedomineerd door de met eeuwige sneeuw bedekte Kilimanjaro. De berg vervult een speciale rol in de Massai-mythologie. Op de berg woonde Ngai, de echtgenoot van de maan en de schepper van alles (van de Massai en hun vereerde vee). Daarom ook rechtvaardigen de Massai hun veediefstal met de bewering dat zij de gewettigde hoeders van dit godsgeschenk zijn.
Vee weiden op de grasvlakten
Al 300 jaar lang weiden de Massai hun vee op de grasvlakten aan de voet van de Kilimanjaro. Het belangrijkste voedingsmiddel is koeiemelk (maar geitemelk wordt ook gedronken). Bij ceremoniele gelegenheden worden wel dieren geslacht en opgegeten (voornamelijk wanneer een groep mannen naar een hogere sociale klasse doorschuift), maar verder acht men vee te kostbaar om te eten.
Levenselixer
Traditiegetrouw wordt ossebloed vermengd met melk of puur gedronken (vooral in de droge tijd) om langer met de melk te doen en de krijgers op krachten te houden. Hierbij wordt de halsslagader afgetapt en het bloed opgevangen in een kalebas. Na afloop laat men het dier rustig bijkomen. Tegenwoordig mengt men de melk vaak met maismeel tot een pap.
Koeien als bruidschat
Koeien vormen ook de traditionele bruidsschat. Na het huwelijk kan een man zijn vrouw het beheer over een paar koeien geven, maar ze blijven zijn eigendom. Kinderen zorgen meestal voor de kleinere dieren.
De manyatta
De Massai kennen geen permanente woonplaats. Ze wonen in een
manyatta. Dit is een aantal hutten opgetrokken uit een houten frame bedekt met modder en mest, omheind met doornig struikgewas. De dieren leven in een kraal van doornig struikgewas binnen de hoofdomheining. Om de drie a vier jaar - wanneer het gras en de doornstruiken op zijn - trekt de stam verder.
Versierselen
Zowel mannen als vrouwen zijn dagen bezig met het versieren van hun lichaam. De voorkeur van de vrouwen gaat uit naar sieraden, zoals grote kettingen, zilveren oorringen, hoofd- en armbanden. Hun haar is meestal kortgeknipt of afgeschoren. De krijgers daarentegen dragen hun haar lang, in fijne vlechten die zijn versierd met okerkleurige draden.