Kennismakingsspel voor jongeren en volwassenen

Een grote groep ziet elkaar voor het eerst: bijvoorbeeld een groep jongeren op muziekkamp, de acteurs van een amateurgezelschap, volwassenen bij een bedrijfstraining. Als docent/groepsleider kan je een simpel namenrondje doen, maar je kan het ook in een vorm gieten waardoor je meteen een goede sfeer neer zet en de deelnemers op ludieke wijze met elkaar kennismaken. Hieronder volgen enkele kennismakingsopdrachten. Afhankelijk van de soort groep en de sfeer in een groep kun je bepalen welke het meest geschikt is. Je kan er ook voor kiezen om meerdere opdrachten te doen, afhankelijk van de tijd die je er voor uit wilt trekken.

Tip: probeer - tenzij anders vermeldt - de deelnemers in een kring te laten staan. Staan vergt een actieve houding en zo hou je de groep alert.

Waar of niet waar?

Vertel de groep dat je een opdracht wil doen om elkaar wat beter te leren kennen en om elkaars namen te leren. Vertel eerst iets over jouw eigen naam wat niet waar is, maar wat je zo vertelt dat mensen wel geloven dat het echt is. Bijvoobeeld: dat je vernoemd bent naar een bekende held uit de oorlog aan wie je opa zijn leven te danken heeft. Vertel daar een mooi verhaal omheen wat echt zou kunnen zijn. Vraag vervolgens of er mensen die iets vreemd hebben gemerkt. Wanneer het niet geraden wordt, vertel je dat het verhaal niet klopt.

Vraag nu alle deelnemers even kort na te denken over wat zij over hun naam gaan vertellen, over bijvoorbeeld de betekenis, waar het vandaan komt, of waarom hun ouders de naam hebben gekozen. Zij mogen er voor kiezen om iets te vertellen wat echt waar is, maar het mag ook verzonnen zijn. Het doel is om de andere deelnemers om de tuin te leiden. Laat de deelnemers 1 voor 1 hun verhaal vertellen. Vraag na elk verhaal aan de groep of ze het verhaal geloven, eventueel waarom ze het wel of niet geloven. Wanneer een verhaal verzonnen is, kan de deelnemer vertellen wat er wel en niet waar van is.

Op volgorde

Wanneer je meteen met deze opdacht begint, is het handig om eerst even de namen van de groep door te nemen. Neem de namen grondig door, zodat de meeste deelnemers wel een paar namen zullen onthouden. Dan begint de opdracht:

Vertel de deelnemers dat er gedurende opdracht niet gepraat mag worden, en dat men ook niet mag gebaren om met elkaar te communiceren. De deelnemers mogen wel wijzen tijdens de opdracht. De deelnemers mogen pas weer geluid maken, wanneer jij dat aangeeft. Trek een lange rechte lijn door de ruimte/zaal. Dit kan denkbeeldig zijn, je kunt ook een lijn op de grond tekenen (bv buiten) of een touw neerleggen.

• Vraag de deelnemers om op alfabet te gaan staan, met A aan de linker kant en Z aan de rechterkant. Wanneer mensen toch gaan gebaren of praten, probeer hierop te coachen, maar laat ze het verder helemaal zelf uitzoeken. Wanneer de groep in lijn staat, ga je naar de volgende opdracht:
• Vraag de deelnemers op grootte te gaan staan. De kleinste links, de grootste rechts. Wanneer de groep in lijn staat, ga je naar de volgende opdracht:
• Vraag de deelnemers op haarkleur te gaan staan. De lichtste kleur links, de donkerste kleur rechts. Wanneer de groep in lijn staat, ga je naar de volgende opdracht:
• Vraag de deelnemers om op kleur van ogen te gaan staan. De lichtste kleur links, de donkerste kleur rechts. Wanneer de groep in lijn staat, ga je naar de volgende opdracht:
• Andere opties zijn: op grootte van handen of schoenmaat, of op kleur van de kleding, je kan het ook bij 3 of 4 opdrachten houden.
• Na de laatste opdracht kun je eventueel nog het volgende doen: vraag de deelnemers om nog een keer vanaf het begin alle rangordes te herhalen. Vertel dat ze dit gezamenlijk moeten doen, dus bijvoorbeeld: pas wanneer iedereen weer in de rij staat op volgorde van naam, mogen ze gaan lopen naar de volgende rangorde.

Na de laatste opdracht mag er weer gepraat worden. Afhankelijk van je doel, de tijd die je hebt en de groep kun je de opdracht nog nabespreken. Bijvoorbeeld op: welke mensen namen het voortouw? Was het moeilijk? Wist je wat je deed, of deed je maar wat? Etcetera.

Stel jezelf voor

Bij deze opdracht gaat het om de manier waarop de deelnemers zichzelf voorstellen. Begin simpel, en laat de deelnemers zichzelf voorstellen en iets korts over zichzelf vertellen. Vraag ze iets te vertellen wat specifiek is aan hen, waardoor anderen ze sneller zullen onthouden, bijvoorbeeld: "Mijn naam is Gertjan, ik kom uit Papendrecht en in mijn vrije tijd doe ik aan bergbeklimmen en het is mijn droom om ooit de Mount Everest te beklimmen."

Na de neutrale ronde van voorstellen, laat ze het nog een keer doen, maar nu op een manier die niet als henzelf is. Bijvoorbeeld, wanneer iemand altijd heel rustig en relaxed is, dan zal die persoon zich deze ronde heel zenuwachtig of opgefokt voorstellen. De tekst blijf hetzelfde alleen vraag je de deelnemers om het zo te doen zoals ze normaal juist niet zijn.

Na deze ronde, vraag de deelnemers even na te denken over hoe ze dan wel zijn. Wat is hun typische karaktereigenschap? Vraag ze nu om zich op die manier voor te stellen, maar laat ze dat op een overdreven manier doen. Bijvoorbeeld, wanneer iemand vooral vrolijk en opgewekt is, dan mogen ze het heel groot en hysterisch blij maken. De manier van overdreven zal afhankelijk zijn van de sfeer in de groep en de soort groep. Je kunt de deelnemers coachen het nog groter te maken. Probeer goed aan te voelen of dat mensen nog wel een stapje meer kunnen overdrijven of dat ze voor hun doen al heel erg overdrijven.

Je kunt hier natuurlijk zelf nog variaties op bedenken, bijvoorbeeld door ze het ook nog te laten doen in emoties, werkwoorden, beroepen etc.

Een andere variant hierop is, dat wanneer een deelnemer zichzelf voorstelt, dat de groep het dan herhaalt. Zo is de hele groep tegelijkertijd ook bezig en wordt het misschien minder eng. Je zult dan wel korte zinnen moeten gebruiken, anders is het niet te herhalen.

Lees verder

• Namenspel voor jongeren en volwassenen
• Dramaspel 'Bankje in het park' - improvisatie
• Dramaspel: improviseren op één voorwerp
• Dramales: spelvormen en soorten oefeningen
• Oefening voor samenwerking en concentratie van een groep