Karaïtisch Jodendom; sola Tenach
Onduidelijk is wanneer het karaïtische jodendom precies is ontstaan, maar overduidelijk is waar deze beweging voor staat. De naam van de stroming komt van het Hebreeuwse יהדות קראית (Yahadut Qara'i) wat letterlijk betekent lezers van de Hebreeuwse Geschriften. Met de Hebreeuwse geschriften wordt de Tenach bedoeld. Centraal in het karaïtische jodendom staat de Tenach, die volgens karaïeten de enige bron is van de Goddelijke openbaring.
Alleen de Schriftelijke Torah
Karaïeten menen dat alle goddelijke voorschriften en wetten, die Mozes op de Sinaï ontving van God, werden vastgelegd in een geschreven Torah. Volgens hen bestaat er niet zoiets als een toegevoegde mondelinge wet of uitlegging. De mondelinge Torah is gewoonweg een toevoeging van de rabbijnen om hun autoriteit te vergroten. Het zijn menselijke creaties en als gevolg hiervan accepteren de karaïeten de wetten zoal vastgelegd in de Mishnah en Talmud niet als bindend. Karaïeten geloven sowieso dat je niet zomaar elke interpretatie van de rabbijnen moet navolgen. Je moet zelf naar eigen geweten de Torah interpreteren en niet blindeling een religieus leider volgen. Ieder wordt immers na de dood verantwoordelijk gehouden voor de eigen handelingen en opvattingen. Ter verdediging van dit standpunt beroepen karaïtische joden zich vaak op Anan ben David, die veelal wordt gezien als de grote inspirator van de beweging, die zou hebben gezegd: "Onderzoek de geschriften nauwgezet en vertrouw niet op mijn mening".
Karaïeten menen dus dat iedereen de plicht heeft om zelf de Torah te onderzoeken en te interpreteren en voor zichzelf uit te maken wat de betekenis van de tekst is. Wel gaan ze hierbij uit van de "peshtat", een vlakke, duidelijke betekenis. Dit is niet zozeer de letterlijke betekenis, maar de betekenis die de oude Israëlieten eraan toekenden toen de Tenach werd geschreven.
Het karaïsme zag en ziet zichzelf als de authentieke religie zoals die door God in de Tenach wordt voorgeschreven. De religie uit de Tenach i de ware religie en andere vormen zijn menselijke producten.
Het geloof in God
Dus de karaïeten nemen de Tenach als hun richtlijn voor het geloof. Op basis hiervan omschrijven ze ook hun andere geloofspunten, waaronder het Godsbegrip. De karaïeten geloven in een eeuwige, ene en lichaamsloze God, de chepper van het universum. Deze God heet JHWH, zoals Hij ook in de Tenach wordt genoemd. Aangezien karaïeten meestal geloven dat deze heilige naam niet uitgesproken mag worden, noemen ze God meestal Hasjem (de Naam). Hasjem gaf door Mozes en de profeten de Tenach aan de mensen.
Verder geloven karaïeten dat God zich steeds blijft bemoeien met Zijn volk, de joden. Zo zal er uiteindelijke ook een Messias komen die de joden zal verlossen. Deze messias zal een menselijk koning zijn. Hij zal dus geen goddelijk of half goddelijk wezen zijn, hoewel hij wel de profetische geest van God in zich zal dragen. Om die reden verwerpen de Karaïeten het christelijk standpunt dat Jezus God in menselijke gedaante was of de messias.
Kalender en de sabbat
De karaïeten waren strikter dan de meeste andere joden van hun tijd. Ze probeerden daadwerkelijk de religie na te volgen zoals die in de Tenach was vastgelegd, terwijl het mainstream jodendom toentertijd al een stuk losser was. Deze strikte houding zie je bijvoorbeeld bij de regels omtrent reinheid; die waren een stuk strenger bij de karaïeten. Het duidelijkst zien we dit echter dat de kalender. de Karaïeten volgden de traditionele Hebreeuwse kalender zoals die tot het einde van de Tweede Tempel periode (CE 70) werd gebruikt. Onder dit systeem begon een nieuwe maand (Rosh Hodesh) als er een nieuwe maan zichtbaar werd in Israël en een nieuw jaar begon zodra het gerst was gerijpt. De rabbijnen gebruikten toentertijd een vaststaande kalender die niet meer was gebaseerd op observatie, maar op berekeningen.
Ook de wetten rondom de sabbat waren bij de karaïeten een stuk strenger. Net zoals de andere joden gingen karaïeten naar synagoges om te bidden. Daarbij kwam echter dat de karaïeten geloofden dat deze dag zo heilig was dat je je zelfs van seksuele relaties moest onthulden op die dag. Daarnaast voerde de karaïeten niet het ritueel uit van het ontsteken van kaarsen voor de sabbat, zoals dat wel gangbaar was bij andere joden. Dit had te maken met het verbod in de Tenach om geen vuur aan te steken op de sabbat. De rabbijnen meenden dat dit verbod inhield dat je geen vuur mocht aansteken op sabbat. De meeste karaïeten vatten dit gebod echter op als zeggende dat er geen vuur mag branden op sabbat. Dus er mag geen vuur zijn op sabbat, ongeacht of dit voor de sabbat was aangestoken of gedurende deze heilige dag.
Het ontstaan van de beweging
Zoals ik al in de inleiding zei, weet men niet precies wanneer het karaïsme is ontstaan. Al in de 1e en 2e eeuw BCE zijn er al discussies over de geldigheid van de Mondelinge Torah. Heeft deze wel autoriteit? Sommige wetenschappers zoeken de oorsprong van het karaïsme in de stromingen die in deze eeuwen al de Talmudische traditie verwierp als een menselijk product, een ongewenste vernieuwing
Een Duitse wetenschapper en de 'founding father' van het hervormde jodendom, Abraham Geiger, meende dat de karaïeten een overblijfsel waren van de sadduceeërs. De sadduceeërs waren een joodse sekte die in de 1e eeuw CE bestond. Zij volgden de Tenach letterlijk en verwierpen de mondelinge Torah nog vóórdat die opgeschreven was. Geigers mening is gebaseerd op een vergelijking tussen de geloofspunten van bide bewegingen. Deze vertoonden veel overeenkomsten, zo bestond er in beide stromingen een beweging die niet geloofden in de uiteindelijke wederopstanding en een leven na de dood. Geiger's mening wordt tegenwoordig door veel wetenschappers overgenomen.
De karaïtische beweging stamt misschien uit vroegere tijden, maar pas in de achtste eeuw CE kreeg het haar huidige gestalte. Dat gebeurde onder Anan ben David die van 715 tot 795 of 811 leefde. Zijn volgelingen noemde zich Ananieten en geloofden niet dat de rabbijnse mondeling wet niet goddelijk was geïnspireerd
Volgens bepaalde bronnen zou Anan ben David een mogelijke opvolger zijn geweest van de joodse exilarch (leider van de diaspora) in Babylonië. In plaats van hem werd echter zijn broer verkozen tot exilarch. De Ananieten riepen Anan ben David echter uit tot de rechtmatige exilarch en zo trad er een schisma op tussen deze twee groepen joden die elk een andere exilarch gehoorzaamde. Dit laat wel zien dat Anan ben David veel macht had. In deze positie bedreigde hij de rabbijnse instellingen.
Anan legde later de belangrijkste leerstellingen van zijn beweging vast in zijn boek van de wetten (Sefer HaMitzvot) dat in 770 verscheen. In zijn werk sloot hij zich aan bij veel principes en meningen van andere anti-rabbijnse vormen van jodendom dat voorheen hadden bestaan. Hij nam bijvoorbeeld veel over van de sadduceeërs en de essenten. Zeiden de sadduceeërs bijvoorbeeld dat het branden van een licht verboden was, dan verbood Anan ben David het ook aan zijn volgelingen. Zeiden de Sadduceeërs en Essenen dat de gelovigen niet hun huis mochten verlaten dan nam Anan ben David dit over - weliswaar in milde vorm, want hij stond de gelovigen toe om hun huis te verlaten voor gebed of studie. Zijn huis mocht de jood wel verlaten, maar zijn dorp niet.
© 2011 - 2024 Niyoosha, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Bronnen en referenties
- http://en.wikipedia.org/wiki/Karaite_Judaism
- http://www.karaite-korner.org/ned/wat.htm