Leeftijdsindeling in het jongerenpastoraat
Over de leeftijdsindeling in het jongerenpastoraat wordt in de praktijk heel verschillend gedacht. Op welke leeftijd kan jongerenpastoraat nu eigenlijk toegepast worden? Ook in de literatuur wordt verschillend gedacht. Tot welke leeftijd kun je praten over jongeren? Uit verschillende literatuur vallen een aantal zaken op. In het algemeen worden in de meeste literatuur de leeftijden vermeld van twaalf tot achttien of 22 jaar. Men gaat ervan uit dat mensen rond de leeftijd van 22 volwassen zijn omdat de hersenen dan uitgegroeid zouden zijn.
Mark Vernon
In een boekje van Mark Vernon,
Pastorale zorg voor jonge mensen, wordt hoofdzakelijk gesproken over de zorg aan tieners in de leeftijd van veertien tot zestien jaar. In de verschillende hoofdstukken is niet echt op te maken welke visie Vernon heeft op andere leeftijden. De genoemde leeftijden zijn overigens leeftijden waarop jongeren al eigen keuzes maken. Pastoraat aan deze leeftijdsgroep vraagt tijd, aandacht, creativiteit, inspiratie en geduld.
Psychologie van de adolescentie
In het boek,
Psychologie van de adolescentie, wordt een leeftijdsperiode (adolescentie) afgebakend van twaalf tot 22 jaar. Volgens de auteurs in dit boek staat in deze periode het proces van het zelfstandig worden centraal. Het gaat gepaard met een turbulente geestelijke en lichamelijke groei. De auteurs van dit boek nemen als ijkpunt de adolescentie periode. In het belang van preventie en voorlichting is het vermeldenswaardig dat de auteurs van mening zijn dat jongeren in de leeftijd van twaalf tot 22 jaar een verhoogd risico hebben op verslaving. Dit boek is uiterst waardevol voor het jongerenpastoraat. Er moet wel affiniteit met psychologie zijn.
Ploeger
Volgens het boek
´Inleiding in de godsdienstpedagogiek´ van dr. A. K. Ploeger is een afbakening van verschillende leeftijden in de geloofsopvoeding niet weg te denken. Ploeger onderscheidt in zijn boek twee leeftijdscategorieën; nul tot twaalf jaar en twaalf tot 20 jaar. Het valt bij Ploeger op dat de geloofsopvoeding al vanaf de geboorte begint.
Else Vlug
Else Vlug, pedagoog en ervaren werkster in de kinderevangelisatie, onderscheidt in haar boek
´weid mijn lammeren´ vijf (leeftijd)categorieën;
- peuters (0-4)
- kleuters (4-6)
- jonge schoolkinderen (6-9 jaar)
- schoolkinderen(10-12, 13 jaar)
- tieners (13-15 jaar)
Opgroeien en openbloeien
In het boek
‘Opgroeien en openbloeien’ beschrijven verschillende auteurs zes leeftijdscategorieën;
- de baby van 0-1 ½ jaar
- de peuter van 1 ½ - 4 jaar
- de kleuter van 4-6 jaar
- het jonge schoolkind van 6-9 jaar
- de jongere van 9 – 12 jaar
- de jongere van 12 -18 jaar
Geloofsbeleving per leeftijd verschillend
Het valt dus op dat de bovengenoemde auteurs het er over eens zijn dat de geloofsbeleving en de geloofsontwikkeling per leeftijd en per kind verschillend is. Vervolgens vindt men het van fundamenteel belang om in de geloofsopvoeding rekening te houden met de leeftijd, interesses en het cognitieve niveau van een kind of jongere. De auteurs zijn er van overtuigd dat de geloofsopvoeding tot aan de leeftijd van twaalf jaar bepalend is voor de verdere psycho-sociale ontwikkeling van het kind. Het gaat hierbij natuurlijk niet om of de jongere voor het twaalfde levensjaar een heilige moet zijn. Het gaat erom hoe men het geloof beleeft. Tenslotte zijn identificatiefiguren in de geloofsopvoeding voor alle leeftijdscategorieën belangrijk.