De ontwikkeling van het christendom na de komst van de Islam
Eeuwenlang was het christendom de belangrijkste godsdienst van het Midden-Oosten. Het keerpunt kwam in de 7e eeuw toen Mohammed de islam stichtte. Dat betekende niet een snel einde van de overheersing van het christendom. Nog in de 11e eeuw leefde een derde van alle christenen in Azië. Pas in de 14e eeuw veranderde het beeld drastisch. De kerkelijke instellingen gingen grotendeels ten onder. In de periode 1200-1500 daalde het aantal christenen in Azië van 21 naar 3,5 miljoen. Ook de onderlinge verdeeldheid van de kerken heeft bepaald bijgedragen aan de neergang.
Eeuwenlang na de geboorte van Christus was het christendom de heersende godsdienst in het Midden-Oosten. In de 7e eeuw begon Mohammed met een nieuwe godsdienst: de islam. In de traditionele geschiedschrijving wordt de indruk gewekt dat vanaf toen de islam in snel tempo de tot dan toe christelijke wereld van het Nabije-/Midden-Oosten onder de voeten liep. Spoedig was dat een moslimwereld geworden en was de rol van de christenheid er uitgespeeld.
Philip Jenkins
Dat beeld klopt niet volgens Philip Jenkins. Nog in de 11e eeuw, zo stelt hij, leefde een derde van alle christenen op aarde in Azië. Nog in de 13e eeuw had Bagdad zomaar de hoofdstad van een groot christenrijk kunnen worden. Pas in de 14e eeuw veranderde het beeld volledig. Het kerkelijk gezag werd vernietigd, haar dienaren vermoord of verbannen. De kerkelijke instellingen gingen ten onder. De christelijke gemeenschappen kwijnden weg. In Klein-Azië bijvoorbeeld waren in 1050 nog 373 bisdommen, de bevolking was bijna geheel christelijk. 400 jaar later waren er nog 3 bisdommen en was 10-15 % van de bevolking christelijk. Het aantal christenen in Azië daalde in de periode 1200-1500 van 21 naar 3,5 miljoen. En de dalende lijn heeft zich sindsdien doorgezet in het Nabije-/Midden-Oosten. Maar toch zijn er tot op de dag van vandaag (vaak kleine) christelijke gemeenschappen blijven bestaan.
Staatskerk
In de eerste eeuwen van haar bestaan heeft het christendom bloot gestaan aan vervolgingen. Toch groeide de Kerk (de Kyriake, dat is letterlijk ’zij die van de Heer zijn’). Wel waren er vanaf het begin verschillen van inzicht over de vraag hoe de boodschap van die Heer, in het Evangelie en de brieven van de Apostelen verwoord, opgevat moest worden. In 313 werd onder keizer Constantijn het christendom officieel een toegestane godsdienst, vervolgens een bevoorrechte godsdienst en onder zijn opvolgers in 380 de staatskerk. Sinds 313 had de keizer (na Constantijn: de keizers) er belang bij dat er rust en eenheid in de Kerk was om zo de rust en de eenheid van het rijk te bevorderen. Geschillen binnen de Kerk moesten dus beslecht worden. Constantijn begon er daarom al mee om de bisschoppen uit het hele rijk bijeen te roepen in een ‘oecumenisch concilie’ om te proberen problemen in de Kerk de wereld uit te krijgen.
Concilies
Dat gebeurde voor het eerst in 325 met het concilie van
Nicea (gelegen in het huidige Turkije). Wat de christen geloofde (of beter: geacht werd te geloven) werd vastgelegd in een aantal regels, de geloofsbelijdenis (van Nicea in dit geval). Later werd er, alleen al in de periode tot 787, nog zesmaal een oecumenisch concilie gehouden, onder meer in Efeze (431) en Chalcedon (451). Wie de uitspraken van een concilie accepteerde was ‘recht in de leer’ wie dat niet deed was ‘fout’ en werd buitengesloten door de meerderheid bij een twistpunt – dat kon een persoon, maar ook een kerkgemeenschap als geheel betreffen. Buitengesloten door wat dan de officiële Kerk was geworden, maar ook door de staat die die Kerk steunde. Dat kon vergaande consequenties hebben.
Het zal duidelijk zijn dat die gang van zaken de gewenste eenheid maar al te vaak niet bevorderde maar diverse splitsingen – en op den duur splitsingen binnen de splitsingen – teweegbracht. Zo viel de Kerk uiteen in een welhaast ondoorgrondelijke hoeveelheid kerken en richtingen.
Kerken van het Oosten
Vanzelfsprekend gingen de splitsingen in het Oosten in eerste instantie ten koste van de Byzantijnse Kerk. Het Concilie van Efeze (431) veroordeelde de opvattingen van Patriarch Nestorius van Constantinopel, van oorsprong een Syrische monnik, ten aanzien van de menselijke en goddelijke natuur van Christus (zijn volgelingen waren de nestorianen). Nestorius was nu een ketter, vertrok weer naar Perzië, waar de Kerk der Nestorianen tot bloei kwam (zij waren ijverige zendelingen en stichtten gemeenschappen tot in India en China toe). In de periode 9e - 14e eeuw was de (van oorsprong nestoriaanse),Oost-Syrische Assyrische) Kerk de grootste in de regio.
Het dogma van de God-mens Christus
Met het concilie van Efeze was de rust in de Kerk niet teruggekeerd – het dogma van de God-mens Christus bleef geschillen veroorzaken. Zo waren er die vast bleven houden aan de opvatting van Cyrillus uit Alexandrië die meende dat de goddelijke natuur van Christus overheerste. Zijn volgelingen verscherpten dit en verkondigden de leer dat ten aanzien van Christus eigenlijk maar één natuur van belang was: de goddelijke. Het concilie van Chalcedon (451) veroordeelde dit standpunt van de zogenaamde
monofysieten. Die verbraken daarop de banden met de meerderheid van ‘Chalcedon’ en daarmee met de staatskerk, zowel in Oosten (Constantinopel) als het Westen (Rome). Zij vormden het begin van de monofysitische nationale kerken van Egypte (de kopten), Ethiopië, Armenië en ook in Syrië.
Geen ketters
Meestal willen de kerken van het Oosten niet in verband gebracht worden met een ‘ketters’ verleden. Zo noemen de nestorianen zich de “Assyrisch-apostolische Kerk van het Oosten”. En de Syrisch-orthodoxe, Armeens-apostolische, Koptisch-orthodoxe en Ethiopisch-orthodoxe Kerken wensen niet als ‘monofysitisch’ aangeduid te worden. Het wordt nog ingewikkelder als we bedenken dat er in de loop der tijd binnen die kerken groepen ontstonden die zich in gemeenschap achtten met de kerk van Rome. We onderscheiden:
- de Maronitische Kerk, ontstaan na het Concilie van Chalcedon,
- de Chaldeeuws-Katholieke Kerk, in de 16e eeuw verenigd met Rome,
- de Melkitische Grieks-Katholieke Kerk, ontstaan in de 18e eeuw.