Simson en Delila (Rechters 16): een narratieve exegese
Simson is de sterke Israëliet die tegen de Filistijnen strijdt. Het Bijbelboek Rechters, vroeger Richteren genoemd, vertelt zijn verhaal in geuren en kleuren. Het is bijzonder hoeveel details er over zijn leven gegeven worden. De auteur van het boek geeft een kleurrijk beeld van Simson. Hij is een man geroepen om tegen de Filistijnen te strijden, maar hij heeft een grote zwakte: vrouwen. Telkens weer is het zijn liefde voor vrouwen die hem in de problemen brengt. Als hij Delila ontmoet en verliefd op haar wordt komt het tot een dramatisch hoogtepunt.
Simson
Voordat Simson wordt geboren krijgen zijn ouders, Manoach en zijn vrouw, die naamloos blijft in het Bijbelboek, van een engel bericht dat ze een zoon krijgen. Ze waren lange tijd kinderloos geweest en die zoon was meer dan welkom. Het zal een bijzonder kind worden. Manoach en zijn vrouw moesten hun zoon opvoeden als een nazireeër, als iemand die gewijd is aan de God van Israël. Simson mag geen alcohol drinken of onrein voedsel eten, en hij mag zijn haar niet laten afscheren. Uit het vervolg van zijn verhaal blijkt dat zijn lange haar hem onoverwinnelijk voor de Filistijnen maakt. In het Hebreeuws wordt de naam Simson in verband gebracht met het woord voor ‘zon’. De betekenis van de naam Simson zou dan ‘kleine zon’ of ‘zonnekind’ kunnen zijn.
Delila
Delila is een bijzondere vrouw in het verhaal dat over Simson wordt verteld. Er komen vaker vrouwen voor in dat verhaal, maar alleen Delila wordt bij haar naam genoemd. De andere vrouwen blijven naamloos. Zij worden slechts benoemd door hun functie voor Simson: zijn vrouw uit Timna (Rechters 14) en de prostituee uit Gaza (Rechters 16:1). Delila wordt dus bij haar naam genoemd. De naam Delila wordt in verband gebracht met de nacht. 'Koningin van de nacht' is betekenis van haar naam. Zij brengt als 'nacht' een schaduw over de 'kleine zon'. Er is ook een andere verklaring voor haar naam. Dan wordt haar naam in verband gebracht met het Hebreeuwse woord '
dildelah, dat zwakheid betekent. Een joodse Rabbi heeft over die betekenis van Delila gezegd, dat zij de naam krijgt die ze verdiende, want: 'zij verzwakte (
dildelah) zijn kracht, zij verzwakte (
dildelah) zijn daden, verzwakte (
dildelah) zijn hart'.
Filistijnse of Israëlitische vrouw?
De tekst in de Bijbel over het verhaal van Simson en Delila geeft geen expliciete aanduiding van haar afkomst. Simson blijkt in de verhalen die over hem worden verteld vooral een zwak te hebben voor Filistijnse vrouwen. Delila levert Simson over aan de Filistijnen. Dus het ligt voor de hand om in haar een Filistijnse vrouw te zien. Maar, Delila is een goede Hebreeuwse naam en ze woont in een gebied, het Sorekdal (Rechters 16:4), dat ligt tussen het territorium van de Filistijnen en de Israëlieten.
Narratieve overeenkomsten van het verhaal van Simson en Delila en dat van het raadsel in Timna
'Een ezel stoot zich niet tweemaal aan dezelfde steen', zo luidt het gezegde. Simson doet dat wel. De auteur van het Rechters laat dat duidelijk zien in de opbouw van het verhaal van Simson en Delila, want dat vertoont een aantal duidelijke overeenkomsten met wat er tijdens de bruiloft te Timna gebeurde. Het verhaal over het raadsel bij de bruiloft te Timna beslaat Rechters 14:1 tot en met 15:20 en dat van Simson en Delila staat in Rechters 16:4 tot en met 16:31. In deze twee verhalen zijn diverse parallellen te onderscheiden.
Het geheim
Beide vrouwen, de vrouw uit Timna en Delila, proberen Simson zover te krijgen dat hij zijn geheim onthult. In Timna gaat het om het antwoord op het raadsel dat hij heeft gegeven: 'Het is sterk en het verslindt altijd, nu biedt het een maal van zoetigheid' (Rechters 14:14). Bij Delia gaat het om het geheim van zijn kracht. Beide vrouwen voeren de druk bij Simson op om zijn geheim te vertellen (Rechters 14:16; 16:6, 10, 13). In beide gevallen onthuld Simson zijn geheim nadat de vrouwen hem met verwijten bleven bestoken.
Maar de hele feestweek door bleef ze hem in tranen verwijten maken, en op de zevende dag gaf hij ten slotte toe, zo had ze hem met haar verwijten bestookt (Rechters 14:17).
Zo bleef ze hem dag in dag uit met verwijten bestoken en drong net zo lang aan tot hij het niet meer uithield en bezweek (Rechters 16:16).
Filistijnen
Zowel in het verhaal van het raadsel op de bruiloft te Timna als bij het verhaal van Simson en Delila zijn het de Filistijnen die de vrouwen de opdracht hebben gegeven om het geheim van Simson los te krijgen. In beide verhalen weet Simson zich van de banden waarmee hij gebonden is te ontdoen (Rechters 15:14; 16:9, 12) en in beide verhalen slaat hij er flink op los en maakt vele slachtoffers onder de Filistijnen. Bij Lechi boeiden de Filistijnen Simson met 'twee nieuwe touwen' (Rechters 15:13). Delila nam nieuwe touwen en bond hem daarmee vast (Rechters 16:11-12).
Gebed tot God
Beide verhalen eindigen met een gebed van Simson tot God. In elk van die gebeden is het sterven van Simson een centraal thema (Rechters 15:18; 16: 28-30). In beide verhalen blijkt dat ondanks alle kracht Simson zichzelf niet kan redden. In hoofdstuk 15 is het God die hem redt door hem water te geven, zodat hij niet hoeft te sterven van de dorst. In hoofdstuk 16 komt zijn leven tot een einde als hij in zijn dood zijn leven wreekt op de Filistijnen. Uiteindelijk is het God die hem de overwinning geeft zowel in leven (Rechters 15) als in sterven (Rechters 16). Beide perikopen eindigen met de mededeling dat Simson Israël 20 jaar als rechter had geleid.
Een Exegese van Rechters 16
In het verhaal van Simon en Delila zoals dat in de Bijbel staat, stelt Delila Simson drie keer de vraag waarmee hij geboeid kan worden. Simson geeft telkens een ander antwoord. In de eerste twee antwoorden heeft ook hij het over boeien. In het derde antwoord gaat het over het inweven van zijn haren in een weefgetouw. Ten slotte, na lang aandringen van Delila, geeft hij voor de vierde keer een aanwijzing. Hij onthult dat als zijn haar, het teken van zijn nazireeërschap, wordt afgeschoren, hij zijn bovennatuurlijke kracht zal verliezen. In het verhaal komen getallen voor die een
symbolische betekenis hebben. Zo heeft Simson zeven vlechten en wordt hij met zeven verse, soepele pezen geboeid (Rechters 16: 7 en 13).
Filistijnen
De Filistijnen zijn de opdrachtgever van Delila. Zij krijgt een flink geldbedrag aangeboden als ze erachter kan komen hoe de enorme kracht van Simson gebroken kan worden. Delila wordt niet onder druk gezet zoals de bruid van Timna. Zij werd bedreigd met de dood: 'anders steken we jullie huis in brand zodat jij en je familie in de vlammen omkomen' (Rechters 14:15). Delila zal een ruime beloning ontvangen als het haar lukt om achter het geheim van de kracht van Simson te komen. De Filistijnse stadsvorsten, en dat waren er minstens vijf, gaven haar het uitzicht op ruim vijf kilo zilver: een vorstelijke beloning.
Simson is zich bewust van de Filistijnen
Simson lijkt zich in het verhaal met Delila vanaf het begin bewust dat de Filistijnen hierachter zitten. In het eerste antwoord dat Simson geeft komt dat naar voren: 'Simson zegt tot haar: als ze mij boeien met zeven verse pezen die niet verdroogd zijn, zwak zal ik worden, en wezen als elkeen van het mensdom!' (Richteren 16:17 Naardense Bijbelvertaling). Simson antwoord in het meervoud. Hij weet dat achter de vraag van Delila de Filistijnen staan te wachten om hem te overmeesteren.
Simson door de Filistijnen overmeesterd /
Bron: Anthony van Dyck, Wikimedia Commons (Publiek domein) In zijn slaap overmeesterd
Simson is terwijl hij sliep door de Filistijnen overvallen en overmeesterd (Rechters 16: 19-21). In het hele relaas tussen Delila en Simson zit een ook een opbouw in hoe hij telkens wordt overvallen door de Filistijnen. De eerste twee keer is dat terwijl hij in de binnenkamer van Delila verblijft. Bij de derde poging van de Filistijnen ligt hij te slapen als ze hem aantreffen. En de vierde en laatste keer, als Delila er zeker van is dat zijn ontboezemingen waar zijn, laat ze Simson in haar schoot in slaap vallen. Simson is volstrekt passief aan haar overgeleverd.
Simson en de kracht die hij van God ontvangt
In de verhalen van Simson die in de Bijbel staan gaat het niet primair om Simson en zijn krachtpatserij, maar het gaat om wat God doet. Simson heeft op kritieke momenten, zoals aan het eind van hoofdstuk 15 als hij dorst heeft en aan het eind van hoofdstuk 16 als hij volstrekt machteloos door het Filistijnse volk wordt uitgejoeld, niet vanzelfsprekend de beschikking over zijn kracht. Het is God die het hem schenkt.
God is de handelende God
De geboorte van Simson is een wonder van Godswege (Rechters 13:3). Heel het leven van Simson staat in het teken van Gods handelen, zelfs als Simson zijn eigen wegen lijkt te kiezen. Het is God die hem de kracht geeft om zijn vijanden te verslaan. Tot tweemaal toe wordt het gebed van Simson door God verhoord. De eigen eer van Simson komt in het geding als Dagon, de god van de Filistijnen de overwinnende god blijkt te zijn. Door de kracht van God kan Simson nog eenmaal laten zien wie de machtige God is als hij de twee pilaren waar de tempel van Dagon op rust naar zich toe trekt en het gebouw in elkaar stort.