Het jodendom (religie)
Het jodendom is een religie die de Tenach en Talmoed als belangrijkste bron heeft (het Oude Testament uit de Bijbel, zoals christenen die kennen). De dagelijkse leefregels nemen een belangrijke rol in in het jodendom, bijvoorbeeld de spijswetten. Bekende joodse feestdagen zijn het loofhuttenfeest, het lotenfeest (Poerim), Pesach (Pasen) en het inwijdingsfeest (Chanoeka). Binnen het jodendom zijn er diverse stromingen te onderscheiden, zoals het chassidisme, de orthodoxe, liberale een messisasbelijdende joden.
Jodendom
De naam verwijst naar een concreet volk, dat voorkomt uit de tijd van de bijbel. Volgens de rabbijnse traditie ben je jood als je moeder joods is of als je met rabbinale toestemming jood bent geworden. Door bepaalde stromingen in Amerika kun je ook als jood worden beschouwd als alleen je vader jood is.
Tenach en Talmoed
De Tenach is wat christenen het oude testament noemen. Deze omvat drie onderdelen:
- Tora (de eerste vijf boeken, van Mozes)
- Nebiim (profetische boeken)
- Chetubim (geschriften, zoals Psalmen, Spreuken, Esther, Job etc.)
Van de Tenach vormt de
Tora (leer, onderwijzing) het hart. Hierin zijn verhalen te vinden over de aartsvaders.
Wat geloven de joden?
- De ene God. Alles begint met het geloof in de ene God, de schepper van hemel en aarde. God heeft een verbond gesloten met Zijn volk. Er is altijd terugkeer mogelijk naar God, want het verbond is onverbrekelijk.
- Het uitverkoren volk. Israël ziet zichzelf als het “uitverkoren volk”, een volk met een bijzondere opdracht.
- Heiliging door omgang met de geboden. Het praktiserende jodendom, de omgang met de geboden, keert in alles terug.
- Geloofsleer. Joden hebben geen eigen geloofsleer ontwikkeld. De joodse filosoof Maimonides heeft dertien geloofspunten geformuleerd.
- Geen beelden. Een centraal gebod is dat er van God geen beeld mag worden gemaakt. God wordt als “persoonlijk” gezien, je kunt een relatie met God aangaan.
- Voorzichtig met de naam van God. God wordt JHWH genoemd, een teken van eerbied. Ook schrijven de joden “G’d” in plaats van God.
- Joodse mensbeeld – zonde en genade. Joden hebben een optimistisch mensbeeld. De mens is naar het beeld van God geschapen. Voor zonden is er genade.
- Opstanding. Voor veel joden is leven naar de dood irrelevant. Voor hen is dood dood.
- Messiasverwachting. In de loop der tijd hebben verschillende mensen de rol van Messias gekregen.
Geschiedenis van het joodse volk
Abraham wordt gezien als de stamvader van Israël. De ballingschap naar Babel in de tijd van Salomo heeft de kern van het jodendom gevormd. Daarna is een deel van de joden teruggekeerd naar Jeruzalem en is de tempel herbouwd. Met de val van Jeruzalem begint de tweede ballingschap (rond 70 na Chr.) en zijn Joden zo’n 1900 jaar een volk zonder land.
Leefregels
De leefregels van de joden komen tot uiting in de ethiek en dagelijkse leefregels, zoals de spijswetten en de symbolen, die een belangrijke plaats innemen in het jodendom.
Ethiek
In de Tora staan 613 voorschriften of leefregels. Het gaat om verlossing van heel de wereld, niet om een persoonlijke verlossing uit de wereld. In het jodendom staat sociale gerechtigheid (
tsedaka) centraal.
Dagelijkse leefregels
Spijswetten
Joden kenen een reeks van spijswetten. Zo mogen ze geen varkensvlees eten of vissen zonder schubben. Melk – en vleesproducten moeten bovendien volledig worden gescheiden. Voor alles bestaat een
kasjroet-lijst, waarop is aangegeven wat wel of niet
koosjer(geoorloofd) is. Orthodoxe joden gaan daar strikt mee om.
Symbolen
Mannen vanaf 13 jaar dragen gebedsriemen (
tefilliem), die de band tussen God en het joodse volk symboliseren. Aan de hoeken van de kleding worden draden bevestigd, gedenkkwasten (
tsietsiet). Aan de deurposten hebben joden een kokertje, waarin de
mezoeza zit, een rolletje permanent met een tekst. De
Davidsster is geen joods symbool, maar is dat wel geworden sinds de middeleeuwen.
Feestdagen Jodendom
Joden hebben een eigen kalender en jaartelling.
Sabbat en synagoge
De sabbat (vrijdagavond tot zaterdagavond) is de belangrijkste dag van de week. Het is de rustdag, die moet worden geheiligd. Er is een samenkomst in de synagoge. De dienst kan pas doorgaan als er minimaal tien mannen aanwezig zijn, minjan genoemd. Een belangrijk element is kiddoesj, het uitspreken van zegenspreuken en citaten uit de Tora, terwijl een beker wijn wordt opgeheven.
Joods nieuwjaar (Rosj Ha-Shana)
Op joods nieuwjaar wordt de sjofar geblazen als oproep tot bezinning en zelfonderzoek. Na de synagogedienst is er een feestelijke maaltijd. Daarna beginnen de “Tien geduchte dagen “die leiden naar Grote Verzoendag.
Grote Verzoendag
Grote Verzoendag is een dag van vasten en niet werken, die 25 jaar duurt. De dag staat in het teken van schuldbelijdenis en vreugde om Gods vergeving.
Loofhuttenfeest (Soekoth)
Het loofhuttenfeest duurt zeven dagen. Het herinnert aan de toch door de woestijn uit Egypte, naar het beloofde land. Het loofhuttenfeest wordt afgesloten met Vreugde der Wet (Simchat Tora).
Inwijdingsfeest (Chanoeka)
Channoeka gaat terug op de herinwijding van de tempel. Er wordt een achtarmige kandelaar gebruikt (
chanoekia), sooms ook menora genoemd.
Lotenfeest (Poerim)
Dit feest herinnert aan het verhaal van Ester en aan de wonderbaarlijke redding van het volk.
Paasfeest (Pesach)
Dit is het belangrijkste joodse feest. De seidermaaltjid (
seider = ordening) is een belangrijk onderdeel. De uittocht uit Egypte wordt gevierd.
Wekenfeest (Sjawoe’ot)
Het Wekenfeest is het feest van de tarweoogst. Ook wordt gevier dat god de Tien Geboden heeft gegeven.
Jom Ha-Shoa: dit zijn treur – en vastendagen in het jodendom.
Stromingen in het jodendom
In het jodendom zijn verschillende stromingen te onderscheiden:
- Orthodoxe joden – chassidisme. Orthodoxe joden houden zich stipt aan Tora-voorschriften.
- Orthodoxe joden – algemeen. Niet alle joden zijn even streng orthodox. Daarom worden zij ook wel de conservatieve joden genoemd. Dit zijn joden die zich vooral richten op strikte naleving van de Tora en haar spijswetten.
- Liberale joden. Zij komen voort uit negentiende-eeuwse hervormingsbewegingen. Zij hebben geen verlangen meer naar de herbouw van de tempel en zien de synagoge als vervaging. In de omgang met de wetten (halacha) gaat men ervan uit dat elke beslissing tijdelijk is.
- Seculiere joden. Veel joden noemen zichzelf niet meer religieus, maar zien zichzelf wel als jood. Ze doen wel mee met de besnijdenis en joodse feesten.