mijn kijk opDe Heilige boeken
Een opinie over zin en onzin van heilige geschriften. Onze wereld kent een veelvoud aan heilige boeken en geschriften, van waaruit miljoenen eeuwenlang hun leven vorm en inhoud hebben gegeven en nog geven, die mensen bijeenbrengt, maar ook verdeeld, die oproepen tot geloven, maar ook tot verketteren en bestrijden. Vanouds is de mens op zoek naar waarheden omtrent de universele levensvragen, onzekerheden kunnen een mens kapot maken, daarom zoeken wij naar zekerheden, dit zoeken is de mens eigen, je zou kunnen zeggen de mens is een religieuze diersoort.
Sommige onderzoekers, waaronder Karen Armstrong, zien de mens principieel als een religieus wezen. In de religie zoekt de mens antwoord op vragen rond bestemming, dood, leven, zin van het lijden, doel van de geschiedenis, etc. De religie biedt in deze optiek houvast en troost in een chaotische wereld. Het geeft ook antwoorden, hoewel geen sluitende, op de waaroms van het leven. Anderen, onder wie Ludwig Feuerbach, Karl Marx, Friedrich Nietzsche en Arthur Schopenhauer als meesters van de twijfel, verwerpen met kracht de gedachte dat de mens een religieus wezen is. Dit verschil in mening kan gemakkelijk verklaard worden door de mens te zien als een wezen dat naar zekerheid streeft, zo is religie één manier die tracht deze zekerheid te bekomen.
(Bron: Wikipedia)
Religieus is in dit geval niet hetzelfde als geloven in een godsdienst, geloof komt na de religie. Het zoeken naar zekerheden of antwoorden zit in ons, godsdienst wordt ons geleerd. Eerst zoekt men antwoorden op vragen en als men denkt die gevonden te hebben, begint het geloof daarin. Een uitspraak van Einstein zou in dit proces een goede regel kunnen zijn, nl.: “Religie zonder wetenschap maakt blind en wetenschap zonder religie maakt lam”. Je kan dus zeggen: religie (zoeken naar waarheid) zonder wetenschap (opgedane kennis) maakt je blind en wetenschap (opgedane kennis) zonder religie (zoeken naar meer waarheden) maakt je lam.
Berusten al deze heilige boeken op feitelijkheden of aannames?
Binnen de bloedgroepen van deze boeken is grote verdeeldheid, dat geeft al aan dat het in vele gevallen om aannames gaat. Je zou dit soort geschriften standaard werken kunnen noemen, echter standaard werken in de zin zoals wetenschappelijke standaardwerken, nl. wetenschappelijke waarheden, zijn het geenszins. Interpretaties van de teksten uit deze boeken hebben in de loop der tijd tot vele stromingen en vaak ook tot veel ellende geleid. Wel is het zo dat in vele geschriften grote universele levenswijsheden naar voren worden gebracht.
Wat is heilig?
Dit woord verwijst in de meeste gevallen naar iets van ‘goddelijke’ oorsprong, in het Nederlandse woordenboek wordt het woord omschreven als: rein, volmaakt. Synoniemen zijn o.a.: gewijd, verheven en onaantastbaar. Ook wordt het gebruikt in de zin van: afgezonderd tot of afgezonderd van. Spreken we over een heilig boek dan hebben we het over een religieus of spiritueel geschrift wat voor haar volgelingen veelal een goddelijke oorsprong heeft en volmaakt en onaantastbaar is. Zij zien de boodschap als DE waarheid aangaande alle universele levensvragen en leefregels.
Welke boeken betreft dit?
Naast een veelvoud aan geschriften van vele soorten godsdiensten welke allen hun eigen heilige teksten hebben, noemen we hier alleen de boeken van de vijf grote wereldreligies zoals daar zijn:
- het Boeddhisme met o.a. haar Diamantsoera,
- het Hindoeïsme met haar Veda’s en de Bhavagad gita,
- de Islam met haar Koran,
- het Jodendom met haar Tenach en Thora,
- en het Christendom met de Bijbel.
(Bron: Wikipedia)
Daarnaast kennen we ook nog de Confucianistische, Taoïstische en Sikhs geschriften met een groot aantal volgelingen. Een aantal van deze stromingen gaan niet uit van een God, maar geven aan hoe de mens de “verlichting” of het “goddelijke” zelf kan bereiken, o.a. het Boeddhisme. Al deze boeken of geschriften werden oorspronkelijk geproduceerd met handgeschreven teksten, welke keer op keer gekopieerd werden, na de uitvinding van de boekdrukkunst kwam er een massa verspreiding op gang. Heel oude beschavingen brachten de verhalen eerst uit overlevering over, waarna ze pas veel later op schrift werden gesteld. Bij de Koran werden in het begin voordat het op schrift werd gesteld, de teksten uit het hoofd geleerd en zo doorgegeven. In het vervolg van dit artikel beperken wij ons tot één boek, de Bijbel. Afgezien van de inhoud van de verschillende boeken, hebben ze allen hetzelfde doel, nl. hun waarheid en leefregels uit te dragen welke direct of indirect van “goddelijke” oorsprong zouden zijn, of tot een “goddelijk” doel zouden leiden.
De Bijbel
De Christelijke Bijbel zo we die nu kennen is op het concilie van Carthago in 418 officieel bekrachtigd en de naam is afgeleid van het Griekse woord Biblia wat boeken betekent. Boeken zijn informatiedragers waarmee de schrijver, verhalen of kennis wil overbrengen, we spreken over fictie en non-fictie boeken, waarbij het in de eerste categorie verhalen betreft welke aan de fantasie van de schrijver zijn ontsproten, soms ook met een boodschap daarin, de tweede categorie zijn boeken welke gebaseerd zijn op werkelijk gebeurde verhalen of opgedane kennis. Soms lopen deze twee categorieën door elkaar, we spreken dan over een geromantiseerd verhaal, ook wel fiction genoemd. Voor velen valt de Bijbel ook hieronder, terwijl het voor anderen puur non-fictie is. De Bijbel bestaat uit twee delen, het Oude en het Nieuwe Testament.
Oude Testament
Het Oude Testament is de joodse Tenach, aangevuld met deuterocannonieke en apocriefe boeken. Geschreven in het Hebreeuws en deels Aramees. In de Hellenistische tijd ongeveer 200 v. Chr. is deze door rabbijnen vertaald in het Grieks, de Septuagint, aangezien vele joden toen Grieks spraken. Later is het Jodendom teruggekeerd naar de Hebreeuwse teksten. (De schrijvers van het Nieuwe Testament zijn allemaal uitgegaan van de Griekse vertaling, dit blijkt o.a. uit de woorden maagd en genade. Het woord jonge vrouw in het Hebreeuws is in het Grieks vertaald als maagd en het woord goedertierenheid of barmhartigheid werd in het Grieks genade. Twee zeer belangrijke woorden voor de Christelijke leer.)
De oudste boeken uit het Oude Testament zijn geschreven tussen 1000 en 500 v. Chr. en worden toegeschreven aan Mozes, deze 5 boeken hebben in 515 v. Chr. hun definitieve vorm gekregen. De huidige boeken uit het Oude Testament zijn bijna allen ontstaan in de periode tot 200 v. Chr.
(Bron: Wikipedia)
Het boek Genesis, waar de Bijbel mee begint, beschrijft het ontstaan van de wereld en de mensheid en het ontstaan van het Joodse volk. Volgens de Joodse jaartelling zou de wereld 5772 jaar oud zijn, begonnen in 3761 v. Chr., hetgeen betekent dat de oudste geschiedenis na zo’n 2700 jaar van mond op mond te zijn overgebracht door Mozes werd opgeschreven. O.a. het in vele andere geschriften van andere volken en religies voorkomende verhaal van de zondvloed, is ook door Mozes uit overlevering opgeschreven.
Nieuwe Testament
Het aantal ‘boeken’ of geschriften wat verhaalt over het leven van Jezus of het ontstaan van de eerste Christenen, is zeer groot. Na heel veel strijd over de waarheid van al deze verhalen, heeft de paasbrief van Athanasius van Alexandrië in 367, grotendeels de doorslag gegeven voor de officiële bekrachtiging op het concilie van Carthago in 418 t.a.v. de op te nemen boeken in het Nieuwe Testament. Hierbij werd ook aangegeven dat de opgenomen boeken gezien moesten worden als het woord van God welke door Goddelijke Openbaring door de verschillende schrijvers in het Grieks is opgetekend.
Eerder al waren, circa de 2e eeuw, vele teksten vertaald in het Latijn, de Vulgata.
(Bron: Wikipedia)
Zodat er in de eerste eeuwen uitgegaan werd van de Latijnse vertaling. Later is zowel het Oude als het Nieuwe Testament in vele talen vertaald, uitgaande van de Griekse tekst. Deze bekrachtiging betekende tevens dat het ‘heilige’ boek, hiermee compleet was, de tekst uit Openbaringen 22:19: “En indien iemand afdoet van de woorden des boeks dezer profetie, God zal zijn deel afdoen uit het boek des levens, en uit de heilige stad, en uit hetgeen in dit boek geschreven is,” wordt soms aangegrepen om aan te geven dat de Bijbel een afgerond geheel is, alhoewel de tekst aangeeft dat dit profetische Bijbelboek op zichzelf staat. Ook andere boeken zoals de Tenach en de Koran worden als afgerond gezien. Omstreeks de 17e eeuw ontstond de eerste kritiek ten aanzien van de Goddelijke Openbaring welke men toeschreef aan de Bijbel. Dit is in de loop der volgende eeuwen uitgegroeid tot de zgn. historisch kritische exegese, door conservatieve Christenen ‘schriftkritiek’ genoemd. Een en ander heeft tot gevolg gehad dat het grote gezag wat de Bijbel had, steeds minder is geworden en men nu alleen nog van gezag kan spreken bij de fundamentalistische en conservatieve Christenen.
Oude beschaving
Van alle oude culturen en beschavingen over de gehele wereld is bekend dat zij een vorm van godsdienst hadden, veelal gebaseerd op natuurverschijnselen en allemaal met meerdere goden, elk verschijnsel had zijn eigen god. Al deze beschavingen gingen er vanuit dat de goden gunstig gestemd moesten worden door offers te brengen in velerlei vorm, bekend zijn zelfs mensenoffers. De oorspronkelijke beschaving in het gebied waarin de Bijbelse geschriften zijn ontstaan, is die van Mesopotamië. Er is al iets bekend van deze cultuur vanaf 6800 v. Chr., dus eerder dan de aarde volgens het Jodendom bestaat.
De natuurfenomenen die van invloed waren op de agrarische cultuur werden de thema's waarrond zich de religieuze en filosofische opvattingen vormden. Nadien vanaf het derde millennium v.Chr., werden goden in mensengestalte vereerd en werd iedere godheid vergeleken met een eigen ambt of functie, zoals die in de toenmalige administratie gold. Tijdens het tweede millennium v.Chr. nam persoonlijk geloof toe. Daarbij werd meer en meer aandacht geschonken aan begrippen als 'zonde' en 'vergiffenis'. Er werden tempels gebouwd en afbeeldingen van de godheden die in de vorm van beelden werden vereerd. Er werd bestuurd door een koning, die door de opperpriesteres werd benoemd en als despotisch vorst over zijn volk heerste. De koningin en hij werden net zoals in Egypte, gezien als de vertegenwoordiger van de godheid en haar gemaal op aarde. De koning van het rijk had ook de verantwoordelijkheid voor de cultus. De goden konden overal worden aanbeden, maar zij woonden in een tempel, meestal op een berg. Voor de dagelijkse cultus had men personeel in dienst, zij werden onderhouden met opbrengsten van de tempeldomeinen, waar burgers hun deel toe bijdroegen.
(Bron: Wikipedia)
In het Bijbelse Oude Testament, wordt verhaald dat Abraham uit Ur der Chaldeeën, in het toenmalige Soemerisch gebied en haar cultuur wegtrok en als ‘eerste’ uitging van 1 God. De monotheïstische godsdienst. Hij staat ook voor het begin van het Jodendom. Veel van de gebruiken en ideeën uit zijn oude cultuur vinden we nog terug in de Bijbelse geschriften, het begon al met het moeten offeren van zijn eigen zoon. De cultus van het offeren is ook bij hem en het latere Jodendom blijven bestaan, waarbij vooral het offeren van dieren belangrijk was, ook het hebben van heilige plaatsen en later de tempeldienst is niet verdwenen. De Joodse koningen werden weliswaar niet gezien als goden, maar kregen wel hun mandaat via de priesters en profeten en werden gezien als door God verkozen om Hem te vertegenwoordigen. Het aanbidden van beelden wat er nog sterk in zat (zie de aanbidding van het gouden kalf) werd echter wel uitgebannen. We zien dit in een iets andere vorm toch weer terugkeren in de Middeleeuwen, waar heiligenbeelden in de toenmalige christelijke kerk verschenen. De in de Bijbel en later ook Koran beschreven verhoudingen tussen man en vrouw, waarbij de vrouw onderdanig moet zijn aan de man, tot zelfs het idee dat de vrouw minderwaardig is, is geen nieuwe uitvinding in deze geschriften, maar deze opvatting was al in de oude cultuur aanwezig, waaronder ook het uithuwelijken. In deze cultuur was ook slavernij en veelwijverij gebruikelijk en de nog steeds bestaande eerwraak. Ook de besnijdenis bij het Israëlisch volk in het OT en de Joden tot op heden en bij de Islam, was een wijdverbreid gebruik in de toenmalige culturen en beschavingen en zijn door daar een bepaalde godsdienstige betekenis aan te geven overgenomen. Met andere woorden een aantal heel oude cultuur gebruiken hebben door de opname van deze gebruiken in de heilige geschriften, een godsdienstige en religieuze lading gekregen.
Verder kan worden vastgesteld dat de twee monotheïstische godsdiensten, Christendom en Islam, een afgeleide zijn van de eerste monotheïstische godsdienst de Joodse. Bij het Christendom is dit duidelijk een afsplitsing geweest, bij de Islam zijn in de ‘openbaringen’ die Mohammed kreeg de Talmoed en de namen van Abraham en Mozes, maar ook van de figuur Jezus een feit, zij het dat deze een andere strekking kregen dan in het Jodendom en Christendom.
Interpretaties
Al in het begin van het ontstaan van het Christendom waren er veel verschillende interpretaties, ook na het vastleggen van de Bijbelse geschriften als zijnde het Woord van God, bleef dit niet uit, zo ontstonden al snel verschillende opvattingen en stromingen waarvan een paar bekende worden genoemd.
In de 1e eeuw de Judaïsten, in de 2e eeuw de Montenisten en Gnosticisten, de 4e eeuw Arianisten, de 12e eeuw, Katharen en Waldenzen. In de 16e eeuw de Reformatie met Calvinisten, Lutheranen, Mennoïsten en Doopsgezinden. In de 17e eeuw vanuit de Reformatie de Methodisten, Baptisten, Quakers en Remonstranten, in de 20e eeuw binnen de R.K. kerk de Modernisten en Traditionalisten.
(Bron: Wikipedia)
Vanuit al die verschillende stromingen ontstonden er ook een groot aantal kerken in de loop der eeuwen. Als eerste al de kerken van de Westerse en Oosterse traditie. Vanuit de Westerse RK kerk later het Protestantisme en vanuit de Oosterse, de Oriëntaals-orthodoxe kerken. Na de Reformatie, ontstonden er zelfs oorlogen waarbij de godsdienst een grote rol speelde, dit kwam omdat de RK kerk de wereldlijke leiders grotendeels aan haar kant had en politiek en godsdienst sterk met elkaar verweven waren. Zo waren in Frankrijk de oorlog tegen de Hugenoten, in Duitsland de 30-jarige oorlog en in Nederland de 80-jarige oorlog grotendeels ook godsdienstoorlogen. Kortelings ook nog de bloedige strijd in Noord Ierland tussen katholieken en protestanten. Daarnaast heeft met name de RK kerk van 1559 – 1966 een lijst bijgehouden van verboden boeken, welke zeker van de 16e tot 18e eeuw, tot openbare boekverbrandingen hebben geleid door de door de kerk ingestelde Inquisitie, ook terechtstellingen van bezitters van deze boeken kwam in die tijd voor. De laatste boekenlijst stamt uit 1948. Bekende namen welke hierop voorkomen zijn o.a. Copernicus, Erasmus, Descartes, Galilei, Kant, Marx, Pascal, Rousseau, Sartre, Spinoza, Voltaire en Zola. Ondanks de grote macht van de RK kerk, ontstonden er binnen het Christendom vele stromingen waarvan we heden ten dage de volgende in alfabetische volgorde kennen:
Anabaptisme, Anglicanisme, Baptisme, Calvinisme, Evangelicalisme, Jehova’s, Methodisme, Lutheranisme, Pinksterbeweging, Presbyteranisme, Vrijzinnig-Protestantisme en Zevendedagsadventisten.
(Bron: Wikipedia)
Binnen al deze stromingen, zijn in vele gevallen ook weer afsplitsingen ontstaan, zodat er een groot aantal verschillende Kerkgenootschappen bestaan. Alleen al in Nederland zijn er volgens CBS cijfers, 51 verschillende Kerken, waarvan sommigen als sekten worden bestempeld, en die als uitgangspunt het Christendom hebben. Met name de Calvinistische kerken onderscheiden zich door vele schisma’s, waarbij individuele opvattingen van theologen vaak leidend waren. Je zou bijna kunnen spreken van polytheïsme (veelgodendom) binnen de Christenheid, al zegt men allemaal van één en dezelfde God uit te gaan, maar die kennelijk bij ieder weer wat anders zegt.
Zin en onzin van heilige boeken en geschriften
Niet te ontkennen valt dat van al deze geschriften een grote macht uitgaat. Een macht die door de verschillende hoge ‘geestelijken’ gebruikt wordt om de boodschap uit te dragen en soms op te leggen aan mensen, zodanig dat ook vele ‘wereldlijke’ wetten grotendeels gebaseerd zijn op de interpretaties vanuit deze geschriften. In veel gevallen lopen ook nu nog de politieke en godsdienstige aspecten in elkaar over. Bovenstaand verhaal over de Bijbel en het Christendom, geldt voor alle andere religies, ook daar is sprake van het ontstaan vanuit hun verschillende culturen en beschavingen en ook daar zijn binnen die godsdiensten vele splitsingen te vinden, met een zelfde oorzaak als bij het Christendom, nl. de persoonlijke opvatting van een theoloog, geestelijke of leermeester die erg charismatisch was en grote invloed had, of vanwege politieke macht.
De onzin
De macht en waarheid welke door woord en daad van een godheid zou moeten komen, wordt gegijzeld door mensen en/of regeringen voor eigen gewin. Het gevolg hiervan waren in het verleden, maar ook nog in het heden, vaak bloedige oorlogen en moordpartijen. Denk hierbij aan de kruistochten, de voorheen genoemde oorlogen binnen het Christendom, maar ook de oorlogen en moordpartijen tussen de grote godsdiensten zelf, zoals tussen Jodendom, Islam, Hindoeïsme en Boeddhisme. Ook binnen die godsdiensten, zie o.a. Shiieten en Soenieten binnen de Islam, hebben al duizenden slachtoffers geëist. Ten allen tijde zijn dit omstandigheden waarin politiek en godsdienst verstrengeld worden en waarbij politieke macht altijd de werkelijke reden is. De waarheid welke deze geschriften pretenderen te zijn althans welke aan hen toegedicht worden, blijken bij nader onderzoek waarheden te zijn die in de geest van de schrijver hebben postgevat door opvattingen welke grotendeels hun oorsprong vinden in persoonlijke omstandigheden, toenmalige kennis en culturele achtergronden, soms kan zelfs van psychische omstandigheden worden gesproken door bv. uitspraken die in trance gedaan zijn of wat wij tegenwoordig wanen of hallucinaties noemen. Van vasten en meditatie welke boven proportioneel zijn is bekend dat wanen en hallucinaties daarvan een gevolg kunnen zijn. In vele geschriften is sprake van vasten en mediteren in soms uitzonderlijke omstandigheden.
Verder is uit wetenschappelijk onderzoek reeds lange tijd vastgesteld waar bijvoorbeeld natuurrampen en ziektes hun oorsprong vinden, maar die in de geschriften en bij de gelovigen tot zelfs nog in deze tijd als straffen van God voor de mensheid gezien worden. Ook de tegenwoordige kennis van de aarde en het heelal geeft aan dat hetgeen in de teksten daarover staat vermeld puur te maken heeft met het ontbreken van kennis daarover.
Het reeds eerder vermelde feit dat de “goddelijke openbaringen” van de Bijbel, maar ook o.a. de Koran en andere “heilige teksten” geen vervolg meer kregen is op zich al een raar fenomeen. In de christelijke wereld noemt men het vervolg kerkgeschiedenis, echter de beschrijving van die kerkgeschiedenis heeft niet meer het begrip ‘heilig’ meegekregen, daar is dus de “goddelijke openbaring” en de bemoeienis van God met de mensheid gestopt. In het OT zien we hoe God zich volgens de teksten steeds weer bemoeide met het volk Israël en in het NT hoe Hij via apostelen en andere ambten Zijn boodschap aan de volgelingen meegaf. Dit wordt dus gezien als het Heilig Woord van God en is dan ook als zodanig opgetekend. Wat is dan het verschil met de geschiedenis van de gelovigen en hun strijdpunten uit de eerste eeuw en de geschiedenis van de gelovigen daarna? Alleen al het huidige wereldbeeld met kennis en wetenschap o.a. medische kennis en de daaruit voortvloeiende ethiek, normen en waarden die in het heden bij de gelovigen grotendeels als zijnde door God gegeven aanvaard worden. Dient dit dan niet vastgelegd te worden als “goddelijke openbaring” of als Gods bemoeienis met de mens i.p.v. het eeuwenoude vroegere cultuur en kennisgebonden beeld, wat voor een groot deel achterhaald is.
Politieke, met menselijke macht te maken hebbende omstandigheden, worden vanuit de godsdienst belicht, zie o.a. de oorlogen welke de Israëlieten in het O.T. voerden, waarvoor God hen via een profeet of koning opdracht gaf en waarbij de uitkomst door God werd bepaald als zijnde straf of zegen. Dit komt niet alleen in de Bijbel voor, maar ook in andere godsdienstige geschriften. De uitspraak van Marx: godsdienst is opium voor het volk, kan in dit verband beter veranderd worden in: godsdienst is middel tot politieke macht.
Het feit dat heilige boeken, welke niet meer of niet minder verhalen en opvattingen zijn vanuit een tijdgebonden cultuur, toch heilig verklaard worden, kan alleen omdat mensen er in geloven. Geloof is iets voor waar aannemen waar geen werkelijke kennis over bestaat en wat volgens een Bijbeltekst uit het NT (Hebr. 11:1) een zekerheid is voor de dingen die men hoopt en het bewijs voor de dingen die men niet ziet.
Geloof in de boodschap uit dit soort geschriften, brengt in de meeste gevallen exclusiviteit met zich mee. Geloven in het één sluit immers het geloof in iets wat daarmee in tegenspraak is, van nature uit. De gelovigen hebben geen twijfel over hun geloof, en zijn vaak niet vatbaar voor alternatieve rationele of logische verklaringen en benaderingen, noch het beschikbaar komen van nieuwe feiten die hun geloof schijnen te ondermijnen. Wanneer het geloven sterk is ziet men gebeurtenissen en feiten vaak in termen van het geloven, wat de objectieve waarde van deze feiten en gebeurtenissen vermindert. Soms wordt ook de term 'blind geloof' in dit verband gebruikt.
(Bron: Wikipedia)
Wat op zichzelf genoeg zegt. Denk hierbij aan het negatieve effect wat hieruit kan voortkomen bij bv. het weigeren van inentingen of het niet gebruiken van voorbehoedsmiddelen waardoor ziektes kunnen ontstaan. Door in deze geschriften te geloven, waar allemaal van gezegd wordt dat ze van God afkomstig zijn, volgt automatisch een opvoeding binnen de betreffende godsdienst, zoals in het begin van dit artikel reeds gezegd, godsdienst wordt geleerd. Afhankelijk van waar men geboren wordt, wordt het betreffende geloof of soms ook ongeloof, van kinds af aan ‘geprogrammeerd’. De titel van het boek van Kluun: ‘God is gek’ zal in eerste instantie bij de lezer vanuit zijn eigen programmering uitgelegd worden. Wordt hier bedoeld God is psychisch gestoord, of het geloof in God is iets geks ? De met geloof in God opgevoede zal als eerste reactie uitgaan van God bestaat dus wordt hier gek genoemd, terwijl degene die is opgevoed vanuit de opvatting er bestaat geen God, zal als eerste reactie hebben als je in God geloofd ben je gek. Als God is gek in dit voorbeeld veranderd zou worden in marsmannetjes zijn gek, zou er een heel andere uitkomst ontstaan omdat bijna niemand met marsmannetjes geprogrammeerd is. Wanneer er sprake is van een sterk geloof, kunnen er voor die mens schijnbaar bijzondere dingen gebeuren, welke dan aan de God van hun geloof worden toegeschreven. Dit berust echter op dezelfde processen in het brein als die welke we het placebo effect noemen. Binnen de godsdienstige opvoeding, van welke godsdienst dan ook, wordt men niet alleen geleerd dat de teksten uit het heilige boek waar zijn, maar ook alle dogma’s of leerstellingen welke in de loop der tijd tot zijn of haar huidige kerk of stroming hebben geleid. In de eigen kringen wordt dit dan weer wel als ‘heilig’ ervaren, echter zonder dit in een ‘heilig boek’ op te nemen. Deze dogma’s zijn vaak doorgezet vanuit de machtspositie en het eigenlijk van de persoon of personen waar deze dogma’s vandaan komen.
Verder valt in de Bijbel op, het enorme verschil tussen het Oude en Nieuwe Testament, terwijl het toch van dezelfde eeuwige onveranderlijke God afkomstig zou zijn. De boodschap welke in het OT klinkt is er een van een God die jaloers, haatdragend en straffend is, die etnische zuiveringen uit laat voeren, homo’s haat, vrouwen vernederd en zelfs vrouwen en kinderen laat uitmoorden. Die offers eist waarbij bloed moet vloeien. De God welke vanuit het NT naar voren komt, door de boodschap van Jezus is een God die zelf liefde is, maar ook oproept je naaste lief te hebben, een God van vrede en bidden voor je vijanden in plaats van je te wreken en ze uit te moorden. Weliswaar moest nog eenmaal een offer gebracht worden, nl. Jezus, alhoewel de volgelingen van Jezus hem toen niet zelf als offer aan God gaven. Dit deden de niet volgelingen, later pas werd dit als offer van hemzelf gezien, zoals ook martelaren gezien worden als zichzelf opofferend. Deze twee duidelijk verschillende godsbeelden zouden een en dezelfde God moeten zijn. Natuurlijk heeft men daar allerlei theologische verklaringen voor gezocht. Gezocht dus. Maar het blijft een onzinnige gedachte. Over het godsbeeld uit het NT zal weliswaar in het volgende deel “de zin” nog het een en ander als positief naar voren komen.
De zin
Wat deze heilige boeken ook gebracht hebben en nog geven zijn een aantal positieve zaken. Om te beginnen komt uit veel geschriften een grote levenswijsheid naar voren, de eeuwenlange ervaringen met het wezen van de mens en natuurlijke omstandigheden, naast soms een analytisch inzicht, laat dit in vele verhalen of spreuken zien. Voor de individuele mens geven de geschriften antwoorden op hun vragen en daarmee zekerheden, zij bieden houvast en troost in een chaotisch bestaan. De eeuwige vraag wat gebeurd er na de dood wordt opgelost en maakt dat mensen daar grote berusting mee kunnen hebben. De onbekende waarheid hierover mocht het anders blijken te zijn, zou een geheel ander effect kunnen hebben op mens en samenleving. Ze geven hem bij het innerlijke streven om ergens bij te horen een zekere identiteit. De sociale aspecten binnen die ‘zuilen’ zijn voor de individuele mens vaak goed, zoals onderlinge verbondenheid en naastenhulp. Vanuit het NT b.v. komt een boodschap waar liefde met hoofdletters geschreven wordt, dit heeft ook veel goeds gebracht, denk hierbij aan naastenliefde dichtbij of veraf, onderlinge verdraagzaamheid en vredelievendheid waardoor mensen geen eigen rechter spelen maar het in berusting overlaten aan hun God. Met name het gedeelte in Cor. 13 betreffende de liefde is een boodschap welke voor de mensheid, wanneer men daaruit zou leven, van grote waarde is.
Het bidden en/of mediteren waar in bijna alle geschriften toe wordt opgeroepen, geeft de mens vaak een goed gevoel en brengt hem soms inzicht in zichzelf en zijn omgeving, waaruit positieve dingen kunnen voortvloeien. In ernstige soms levensbedreigende omstandigheden put men vaak troost uit de boodschap van hun geschriften en maakt dat men dit soort zaken kan ‘dragen’, waar de omgeving soms met bewondering naar kijkt. Ook kan het zijn dat zaken bij een ander neerleggen, in dit geval bij God, voor de individuele mens goed is en hem berusting en vertrouwen geeft, terwijl het normaal gesproken als vluchten gezien wordt om geen eigen verantwoording te hoeven nemen, zoals bij ‘de onzin’ omschreven wordt o.a. bij het weigeren van inentingen.
Conclusie
Uit de herkomst van de verhalen in de heilige geschriften en de tegenstrijdigheden welke daarbinnen naar voren komen, de manier waarop ze uiteindelijk na eeuwenlange overlevering en soms met veel onderlinge strijd hun huidige vorm hebben gekregen, mag geconcludeerd worden dat er niets “heiligs” aan deze boeken is in de zin van, van God of andere entiteit en daardoor van ‘eeuwige’ waarde, afkomstig. Wel kan worden gesproken over boeken met oude wijsheden, gerelateerd aan de toenmalige culturen. Wijsheden die soms tot op de dag van vandaag hun waarde hebben behouden, maar ook vaak kromme ideeën, soms gebaseerd op psychische omstandigheden, zoals het horen van stemmen of hallucinaties, hebben voortgebracht. Door de grote wereldwijde en eeuwenlange aanvaarding van dit soort geschriften, zou de conclusie getrokken kunnen worden dat de mens niet zonder het idee van een hogere macht kan, men zoekt naar iets leidends wat boven de menselijke vermogens uitgaat, waarbij de vele vragen welke nog lang niet beantwoord zijn door kennis of wetenschap, het uitgangspunt zijn.
Het simpele idee wat er al in de oudheid was, we kunnen onze goden niet zien dus maken we er zelf een beeld van, zien we ook bij dit soort geschriften. De heilige geschriften zijn de door mensen gemaakte beelden van wat door het ontbreken aan kennis of zichtbaarheid, zichtbaar en tastbaar wordt gemaakt. In plaats van het fysieke beeld van een godheid, is het geschreven woord het beeld van God geworden. Kortom ook ‘afgodsbeelden’. Waarmee gezegd kan worden dat de mens God schiep, en we weer terug lijken te zijn bij het polytheïsme of veelgodendom, immers elke godsdienst, stroming of kerk zoals ze ook genoemd worden, gaat van zijn eigen Godsbeeld uit ook al noemen we ze samen het Christendom of Islam of wat dan ook. Het woord God lijkt hiermee een afkorting te zijn van Groot Onoverzichtelijk Dilemma.