Gesubsidieerde banen
In deze tijd van economische crisis worden vooral mensen met een lage opleiding ontslagen. Zij kunnen met gesubsidieerde banen weer aan de slag. Deze mogelijkheden waren gecreeerd voor langdurig werklozen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Nu komt het ook van pas om mensen aan het werk te houden m.b.v. deeltijd WW in combinatie met scholing, leerwerktrajecten voor jongeren, loonkostensubsidie en fiscale faciliteiten zoals afdrachtvermindering. Hier is een kort overzicht van de mogelijkheden.
Deeltijd WW
Deze regeling kan nog tot 1 april 2010 worden aangevraagd of totdat dit subsidie potje op is. De tijdelijke regeling houdt in dat de werkgever en de werknemers een afspraak maken om minder uren te werken. Na afloop van de eerste 13 weken kan de regeling onder voorwaarden tot viermaal worden verlengd met telkens 13 weken. De werkgever moet na die periode de werknemer weer volledig aan het werk houden.
De werknemer kan ongeveer 10 tot 15 % achteruit gaan in inkomen welk grotendeels wordt aangevuld uit deeltijd WW. Over het resterend inkomensverlies kunnen werkgever en werknemers ook afspraken maken. De regeling wil ervoor zorgen dat er minder ontslagen vallen want er wordt ervan uitgegaan dat bij het economisch herstel diezelfde arbeidskrachten weer nodig zullen worden. Eén van de voorwaarden voor de deeltijd WW is danook dat werkgever en werknemers ervoor zullen zorgen dat er scholing is voor werknemers zodat men een verbeterde arbeidsmarkt positie verkrijgt.
Verplichtingen werkgever
Deze regeling komt goed van pas voor werkgevers die door de economische crisis genoodzaakt zijn hun productie tijdelijk te verlagen. Door gebruik te maken van de regeling verplichten zij zich echter wel om de werknemers daarna weer de normale uren aan het werk te nemen. Dat kan dus tegenvallen als de crisis nog niet voorbij is. De eerste periode kan dan nog wel nog een keer met 13 weken worden verlengd en onder voorwaarden zelfs nog twee keer daarna.
Tijdens de periode van verminderde uren moet in ieder geval wel de afgesproken uren worden doorbetaald. Verder moeten zij ook zorgen voor scholing van de werknemers.
Leerwerktrajecten en afdrachtvermindering
Bedrijven met werknemers die een leerwerktraject volgen kunnen ook gebruik maken van de Wet Vermindering Aftrek (WVA) Onderwijs. Hiermee wordt er ruim € 2.500 per werknemer per jaar bespaard.
Werknemers uit de onderstaande categorieën hoeven minder loonbelasting en premies volksverzekeringen, ofwel loonheffing, af te dragen.
- Vmbo-leerlingen waarbij sprake is van een leerwerkovereenkomst tussen werkgever, werknemer en de onderwijsinstelling. De afdrachtvermindering op de loonheffing bedraagt maximaal € 2.655 per werknemer per jaar.
- MBO-leerlingen die een BBL-traject volgen. Ook hier is sprake van een leerwerkovereenkomst tussen werkgever, de werknemer en het ROC. De afdrachtvermindering op de loonheffing bedraagt maximaal € 2.655 per werknemer per jaar.
- Werklozen en herintreders die scholing volgen en in bezit zijn van een verklaring van het UWV. De afdrachtvermindering op de loonheffing bedraagt maximaal € 3186 per werknemer per jaar. Het toetsloon mag niet hoger zijn dan € 1919,50 per maand.
De BBL staat voor Beroeps Begeleidende Leerweg. Het is een Middelbaar Beroeps Onderwijs waarbij de opleiding bestaat uit een combinatie van leren en werken. Het houdt meestal in dat je vier dagen aan het werk gaat in een leerbedrijf en één dag naar school.
In 2010 is er een extra verhoging afdrachtvermindering ingevoerd voor het verhogen van het opleidingsniveau van de werknemer. Als de werkgever tenminste de helft van de opleidingskosten betaald is het bedrag 500 euro per werknemer.
Deze regeling is alleen dit jaar van toepassing.
Loonkostensubsidie
Loonkostensubsidie is mogelijk voor mensen die langdurig (minstens een jaar) een uitkering genieten en weinig kans maken op een betaalde baan. Loonkostensubsidie is voor werknemers tot 50 jaar. Oudere werknemers kunnen premiekorting krijgen. Gemeenten kunnen werklozen detacheren bij werkgevers waar zij een gesubsidieerde werkervaringsplaats krijgen aangeboden.
De werkgever moet dan wel bereid zijn om een contract van minstens een jaar aan te beiden met de mogelijkheid om het daarna met nog een half jaar te verlengen. De aanvraag moet ook binnen drie maanden na de aanvang van de werknemer zijn gedaan bij het UWV.
De subsidie bedraagt bij voltijds werk 50 % van het minimumloon gedurende het eerste jaar. De premie korting hangt af van de loon van de werknemer en kan oplopen tot 6.500 euro per jaar voor maximaal drie jaar.
Meer informatie over de loonkostensubsidie is te verkrijgen via de werkcoach van het WERKbedrijf (voorheen CWI).
Voor marginale arbeid voor de maximale duur van zes weken kan voor een uitkeringsgerechtigde premievrijstelling voor werknemersverzekering worden verkregen.
arbeidsgehandicapten
Om arbeidsgehandicapten aan het werk te helpen zijn er diverse regelingen in het leven geroepen. Werkgevers worden gestimuleerd door kortingen op de sociale premies. Dit kan oplopen tot ruim 2.000 euro per jaar. Ook kunnen werkgevers om loondispensatie verzoeken hetgeen inhoudt dat ze minder loon hoeven te betalen dan volgens CAO afspraken. De (arbeidsgehandicapte) werknemer moet dan aantoonbaar minder presteren dan andere werknemers.
Verder zijn er ook vergoedingen voor kosten van aangepaste werkplek en/of scholing en training.