Van Egyptische jaartelling naar gregoriaanse kalender
In de tijd van de opkomst van de landbouw bestond er behoefte aan het weten in welke periode van het jaar men leefde. Dat was nodig om te weten wanneer gezaaid en geoogst kon worden. Om die reden hebben verschillende beschavingen er een eigen stelsel op nagehouden. Een zeer belangrijk stelsel was de zogenaamde juliaanse kalender die naar de Romeinse keizer Julius Caesar is vernoemd. Die kalender was de directe voorloper van de gregoriaanse kalender die door paus Gregorius XIII is ingevoerd. In Nederland waren Holland en Zeeland en de zuidelijke gewesten de laatsten die overgingen op de gregoriaanse kalender.
Jaartelling van Egyptenaren
Het begin van de juliaanse kalender werd vastgelegd op 753 voor Christus het moment waarop Rome is gesticht. De kalender van Julius Caesar was voor het grootste gedeelte gebaseerd op de jaartelling van de Egyptenaren. Die Egyptische kalender stamt nog uit het oude Egypte vanaf zo’n 3300 voor Christus. De kalender telde drie seizoenen van elk vier maanden van dertig dagen. Uiteindelijk werden daar nog vijf dagen aan toegevoegd om tot een totaal van 365 te komen. Het jaar begon met het overstromingsseizoen van de Nijl.
Seizoenen en extra dagen
De drie seizoenen waren:
- Akhet (overstromingstijd) maanden: Thoth, Paophi, Hathyr en Choiakh
- Peret (zaaitijd) maanden: Tybi, Mechir, Phamenoth en Pharmuti
- Shemu (oogsttijd) maanden: Pachon, Payni, Epiphi, Mesori
De vijf extra dagen stonden bekend als ongeluksdagen en zouden de geboortedagen van een aantal goden zijn:
- Osiris
- Isis
- Seth
- Nephthys
- Horus de Oudere
Egyptische kalender zonder schrikkeldagen
De dagen vormden de dertiende maand waarvan het
bijgeloof van ongeluk afkomstig zou zijn. In elk geval stond die maand het water van de Nijl op het laagste peil wat insectenplagen veroorzaakte. In die periode leefden de Egyptenaren ook in angst of de ster Sopdet wel zou terugkeren die te maken had met de komst van de nieuwe vruchtbare Nijlvloed. Overigens liep de Egyptische kalender uit de pas met de seizoenen omdat er geen schrikkeldagen waren.
Aanpassingen juliaanse kalender
Oorspronkelijk begon de juliaanse kalender in maart (martius) en eindigde in februari (februarius). Maandnamen als september en oktober verwijzen nog naar dat begin (septem is zeven en okto is acht). Vanaf ongeveer 450 voor Christus werd januari het begin van het jaar. Omdat de kalender van de Romeinen was gebaseerd op de maancyclus was een jaar telkens tien dagen te kort wat gecompenseerd werd door een dertiende maand. Julius Caesar maakte een eind aan die tekortkoming en besloot dat alle maanden 30 of 31 dagen moesten hebben met uitzondering van februari. Tevens voerde hij in dat er elke vier jaar een schrikkeldag moest zijn. Later werd de juliaanse kalender door keizer Augustus nog enkele keren aangepast. Een
maand werd naar hem vernoemd.
Begin jaartelling geboorte van Jezus Christus
Na de val van het Romeinse Rijk bleef de kalender in Europa in gebruik. Alle feestdagen van de katholieke kerk waren er op gebaseerd. Het begin van de
jaartelling die was gebaseerd op de stichting van Rome werd vervangen door het geboortejaar van Jezus Christus. Het zou tot 1582 duren totdat de juliaanse kalender werd vervangen door de gregoriaanse kalender.
Gregoriaanse kalender gemiddeld 356,2425 dagen
De gregoriaanse kalender is overigens niet meer dan een gecorrigeerde juliaanse kalender. Een fout in de juliaanse kalender was dat de kalender in duizend jaar 7,6 dagen achter liep op de zon. Die fout werd in de gregoriaanse kalender hersteld. Door de correctie ten opzichte van de juliaanse kalender telt de gregoriaanse kalender gemiddeld 356,2425 dagen tegenover 365,25 van de juliaanse.
Invoering gregoriaanse kalender
De gregoriaanse kalender is afkomstig van de Napolitaanse arts Aloisius Lilius. De kalender werd overgenomen door het Concilie van Trente maar kon pas in 1582 worden ingevoerd door paus Gregorius XIII. Die invoering gebeurde in de katholieke Europese landen Italië, Spanje en Portugal direct maar in andere katholieke landen duurde het soms enkele tot vele jaren. Bij de invoering werden tien dagen weggelaten waardoor het begin van de lente werd teruggebracht naar 21 maart. De dagen liepen bij de invoering zodanig door dat op donderdag 4 oktober vrijdag 15 oktober volgde.
Turkije als laatste
Holland en Zeeland en de zuidelijke gewesten voerden de gregoriaanse kalender vrijwel meteen in maar in enkele protestantse gebieden gebeurde dat pas in 1700. Daarna werd in de loop van de tijd in veel landen de kalender ingevoerd totdat als laatste pas op 1 januari 1927 Turkije de gregoriaanse kalender invoerde.
Lees verder