Het ontstaan van onechte herinneringen

In de praktijk van de psychologie komt het voor dat cliënten zich tijdens therapiesessies gebeurtenissen gaan herinneren uit hun kindertijd. De therapeut kan de cliënt vragen stellen en kan suggesties doen om de herinneringen naar boven te halen. Waarschijnlijk is het mogelijk om bij mensen herinneringen op te wekken van gebeurtenissen die niet hebben plaatsgevonden. De formulering van een vraag heeft invloed op de herinnering van het voorval waar naar gevraagd wordt.

De invloed van woordkeus

Onderzoek van Loftus en Palmer (1974) richtte zich op de vraag of de wijze van vraagstelling van invloed is op hoe mensen zich een bepaalde gebeurtenis herinneren. Zij hebben mensen fragmenten laten zien van auto-ongelukken en ze naderhand gevraagd een schatting te doen van de snelheid waarmee de auto’s reden. Hun ondervindingen waren dat de mensen aan wie zij vroegen: “About how fast were the cars going when they hit each other?” geneigd waren een minder hoge schatting van de snelheid te geven dan de mensen aan wie zij vroegen: “About how fast were the cars going when they smashed into each other?” Op de filmbeelden was geen gebroken glas te zien geweest, maar van de mensen bij wie het woord ‘smashed’ was gebruikt had 32% de vraag of ze glas gezien hadden bevestigend beantwoord en van de mensen bij wie het woord ‘hit’ was gebruikt en van de mensen in de controlegroep had maar respectievelijk 14% en 12% de vraag bevestigend beantwoord. De resultaten van het onderzoek van Loftus en Palmer ondersteunen hun idee dat de vragen die na een gebeurtenis gesteld worden, de herinnering aan die gebeurtenis kunnen vervormen. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat informatie die een persoon heeft over de echte gebeurtenis vermengt wordt met informatie die de persoon achteraf krijgt.

Onechte herinneringen aan de kindertijd

In het verlengde van het onderzoek van Loftus en Palmer ligt het onderzoek van Hyman, Husband en Billings (1995) naar de vraag of studenten onechte herinneringen aan hun kindertijd zouden creeren als gevolg van het ontvangen van misleidende informatie. Zij interviewden de studenten herhaaldelijk over een aantal gebeurtenissen uit hun kindertijd en over een verzonnen gebeurtenis die zij presenteerden als herinneringen van hun ouders. De studenten werden aangemoedigd zich zoveel mogelijk te herinneren en een aantal proefpersonen meenden zich na het laatste interview de gebeurtenis die nooit had plaats gevonden te herinneren.
In een ander onderzoek, dat door Pezdek, Finger en Hodge (1997) werd uitgevoerd onder Katholieke en Joodse studenten, waren er eveneens proefpersonen die zich nooit plaatsgevonden gebeurtenissen gingen herinneren. Een verzonnen gebeurtenis vond plaats in een typisch Katholieke setting en een verzonnen gebeurtenis vond plaats in een typisch Joodse setting. Deze beide verzonnen gebeurtenissen werden samen met waargebeurde gebeurtenissen aan alle proefpersonen voorgelegd en gepresenteerd als zijnde herinneringen van familieleden. De resultaten van deze beide onderzoeken suggereren dat het mogelijk is onechte herinneringen te laten ontstaan.

De invloed van waarschijnlijkheid

In het onderzoek van Pezdek et al. kwam het echter meer voor dat Katholieke studenten zich de verzonnen ‘Katholieke gebeurtenis’ herinnerden (24,4%) dan de verzonnen ‘Joodse gebeurtenis’(3,4%). Van de Joodse studenten herinnerde niemand zich de verzonnen ‘Katholieke gebeurtenis’ en waren er wel proefpersonen die zich de verzonnen ‘Joodse gebeurtenis’ (13,4%) herinnerden. Voor een Joodse persoon is het aannemelijker dat er iets gebeurd is tijdens een Joods ritueel dan tijdens een Katholiek ritueel, de mate van waarschijnlijkheid lijkt aldus een belangrijke factor te zijn die meespeelt bij het ontstaan van onechte herinneringen.

Conclusie

De besproken onderzoeken suggereren dat het mogelijk is mensen onechte herinneringen te laten krijgen. Het lijkt erop dat die vooral kunnen ontstaan als ze door de persoon in kwestie als aannemelijk worden gezien. De mate waarin iets aannemelijk is voor iemand is erg persoonsgebonden. Een factor die eveneens van invloed zou kunnen zijn, is het idee dat de mensen hebben over wat anderen zich erover herinneren, met name als het gaat over een gebeurtenis uit de kindertijd, omdat herinneringen aan de eerste jaren van je leven vaak niet helder zijn. Als het gaat om het herinneren van traumatische gebeurtenissen uit de kindertijd in therapeutische setting, lijkt het daarom niet ondenkbaar dat o.a. door informatie die de therapeut geeft en de manier van vragen stellen die hij hanteert een onechte herinnering bij de client ontstaat. Belangrijk is dan dat zowel de therapeut als de cliënt op de hoogte zijn van de mogelijkheid dat een herinnering onecht is. Als iemand echter een onechte nare herinnering heeft, zou dat wel een indicatie kunnen zijn van dat er iets fout zit, maar het is altijd en vooral ook in therapie belangrijk een duidelijk onderscheid te maken tussen wat echt is en wat niet. In de praktijk zal het helaas wel erg moeilijk te achterhalen zijn of een herinnering onecht is of niet en het zou dan ook interessant zijn als er onderzoek gedaan werd naar in welke zin echte herinneringen zich onderscheiden van onechte zodat het misschien makkelijker wordt om ze van elkaar te onderscheiden.
© 2012 - 2024 Ilja, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Hoe werkt je geheugen?Hoe werkt je geheugen?Het geheugen van de mens zit ingewikkeld in elkaar. Herinneringen kun je kort bewaren, lang, of iets ertussenin. Ook sla…
Elektroconvulsie therapie (shock therapie)Elektroconvulsie therapie (shock therapie)Een depressie wordt doorgaans behandeld met antidepressiva. Er zijn echter ook niet-farmacologische behandelingen van de…
Reminiscentie: vormen en therapeutische doeleindenReminisceren is het wegdromen in het verleden voor zowel jong als oud. Het bestaat uit opdrachten om herinneringen aan b…
De mogelijkheden van ons geheugenDe mogelijkheden van ons geheugenHet menselijk geheugen, een heel belangrijk en complex systeem. Iedereen weet waarschijnlijk wel hoe belangrijk ons gehe…

Wie niet liegen wil moet maar voelen!De invloed van zelfmisleiding op hoe gelukkig je bent. Mensen die zichzelf voorliegen zullen zich vaak beter voelen.
Angst: wat is angst en wat doet het met je?Angst: wat is angst en wat doet het met je?We zijn allemaal weleens bang, bang om onze baan te verliezen, bang om te laat te komen of bang voor spinnen. Er zijn ve…
Bronnen en referenties
  • Hyman Jr, I. E., Husband, T. H. & Billings, F. J. (1995). False memories of childhood experiences. Applied Cognitive Psychologie, 9, 181-197.
  • Loftus, E. F., & Palmer, J. C. (1974). Reconstruction of Automobile Destruction: An example of the Interaction Between Language and Memory. Journal of verbal learning and verbal behavior, 13, 585-589.
  • Pezdek, K., Finger, K., & Hodge, D. (1997). Planting false childhood memories: The role of event plausibility. Psychological Science, 8, 437-441.
Ilja (3 artikelen)
Gepubliceerd: 31-01-2012
Rubriek: Mens en Samenleving
Subrubriek: Psychologie
Bronnen en referenties: 3
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.