Een schizofreen is nooit alleen?
Schizofrenie is niet hetzelfde als een psychose. Een psychose kun je hebben zonder dat je schizofrenie hebt, andersom kan dat niet. Schizofrenie valt altijd samen met één of meerder psychosen. Schizofrenie heeft zoals vaak word gedacht niets te maken met een gespleten persoonlijkheid. De persoonlijkheid van de schizofrene persoon blijft hetzelfde maar bepaalde delen van zijn gedrag kunnen zo wijzigen dat het lijkt alsof het een heel ander persoon is.
Epidemiologie
Schizofrenie komt overal op de wereld in ongeveer dezelfde mate voor. Cultuur en sociale verhoudingen hebben geen invloed op de ziekte. Tijdens oorlogen en rampen komt schizofrenie net zo vaak voor. Bijna 1 op de 100 mensen leidt aan schizofrenie. Per jaar zijn er ongeveer 3000 nieuwe patiënten die aan schizofrenie lijden in Nederland. Schizofrenie openbaart zich meestal tussen de 16 en 30 jaar.
Etiologie
Er is nog geen duidelijke oorzaak voor schizofrenie, wel is het duidelijk dat het gaat om een samenspel van verschillende factoren. Persoonlijkheid, stress, hersenontwikkeling en hersenprocessen en de omgeving zijn aanleiding tot het krijgen van schizofrenie. Mannen krijgen vaker last van schizofrenie dan vrouwen. Voor een flink deel is het erfelijk bepaald, als er schizofrenie in een familie voorkomt is de kans 10 tot 50 keer groter dat iemand in die familie ook schizofrenie krijgt. Mensen die in de stad wonen hebben meer kans op psychotische verschijnselen en misschien meer kans op schizofrenie. Stressvolle gebeurtenissen kunnen schizofrenie uitlokken.
Pathosfysiologie
Uit recente onderzoeken is gebleken dat de hersenen niet optimaal ontwikkeld zijn. Er zijn minder grijze hersencellen en deze zijn minder goed uitgegroeid. De grijze hersencellen zijn het schakelcentrum (ontvangers) in de hersenen, de witte cellen dienen als geleidingsweg. Hierdoor zou de werking in de hersenen een beperking kunnen ondervinden. Scans en lijkschouwing lieten zien dat er lichte afwijkingen te zien is in de structuur van de hersenen. Volgens nieuwere theorieën kunnen hersencellen vroeg in de ontwikkeling van slag raken en verkeerde verbindingen vormen. Neurotransmitters zorgen voor de informatie uitwisseling in de hersenen, de werking van sommige van deze stoffen (dopamine en glutamaat) zouden bij iemand met schizofrenie ontregeld kunnen zijn. Een deel van het probleem is een overmatige dopamineproductie in de hersenen.
Symptomatologie
Schizofrenie verloopt in fasen:
- promodale fase
- acute of psychotische fase
- herstel of stabiele fase
Hoe lang iedere fase duurt is per persoon verschillend. Sommigen zitten bijna voortdurend in een psychotische fase, anderen hebben hier maar een enkele keer last van. Tijdens de promodale fase treden er voortekenen van een psychose op. De patiënt merkt dat hij zich anders voelt of anders denkt. Deze fase kan een paar dagen duren, maar ook jaren. In de psychotische fasen treden wanen, hallucinaties, denkstoornissen, stemmingsstoornissen, gedrags- en slaapproblemen op. Deze fase kan een half jaar duren maar door medicatie kan dit worden verkort. Na de psychotische fase komen de patiënten in een stabiele fase. Een aantal symptomen van de psychotische fase zijn nog aanwezig maar veel minder opvallend. Het gaat meestal om de symptomen zoals trager denken, zichzelf terugtrekken en weinig initiatief nemen. Ongeveer 20% van de patiënten blijft last houden van wanen, hallucinaties en verwardheid.
De verschijnselen kunnen in 5 groepen verdeeld worden:
- wanen
- hallucinaties
- verward denken en spreken
- veranderingen in het gevoelsleven
- veranderd gedrag
Wanen zijn onjuiste en niet te corrigeren overtuigingen die de patiënt heeft. Vaak neemt de patiënt in zijn waan een centrale plaats in. De wanen zijn vaak bizar, de persoon denkt bijvoorbeeld dat hij iemand anders is zoals Napoleon, Maria of God. Hij kan bijvoorbeeld denken dat hij achtervolgd word door de FBI of CIA. Hallucinaties zijn zintuiglijke waarnemingen zonder prikkeling van het zintuig. Zo kan iemand met hallucinaties dingen zien, horen, proeven of voelen die er in het echt niet zijn. Deze waarnemingen zijn voor de patiënt zo echt dat ze ernaar gaan handelen. Zo kan iemand bijvoorbeeld stemmen horen, denken dat hun hele lichaam bedekt is met beestjes. Het normale denkproces bij iemand met een psychose is verstoord, hij kan heel onbegrijpelijke gedachtesprongen maken en van de hak op de tak springen. Als iemand een psychose heeft kan hij zich ‘vreemd’ voelen en het gevoel hebben dat hij er niet meer bij hoort. Stemmingswisselingen komen veel voor en iemand kan zich ongewoon opgewonden of depressief voelen maar ook bang of achterdochtig. De patiënt kan zich anders gedragen. Hij kan extreem actief of slaperig zijn, op rare momenten lachen of heel boos worden, ook het herhalen van bewegingen kan voorkomen. Door een of meerdere van deze verschijnselen kan iemand met schizofrenie rare dingen doen. Zo kan hij bijvoorbeeld stoppen met eten omdat hij denkt dat hij word vergiftigt of de politie bellen omdat hij achtervolgd word. Het kan ook zo extreem zijn dat hij zichzelf of iemand anders opzettelijk verwond.
Onderzoek/ diagnostiek
Schizofrenie wordt gediagnosticeerd met behulp van de DSM-IV (Diagnostic Statistic Manual, 4e editie) de DSM is een soort catalogus voor psychiatrische stoornissen. Deze catalogus wordt internationaal door artsen, psychologen en psychiaters gebruikt en zorgt ervoor dat iedereen over hetzelfde spreekt. Een patiënt heeft schizofrenie als hij ten minste 2 van bovengenoemde verschijnselen heeft, en daarnaast sociaal en in zijn werk niet meer goed kan functioneren. In sommige gevallen is 1 van de verschijnselen genoeg om de diagnose schizofrenie te geven, als bijvoorbeeld zijn wanen bizar zijn of als hij stemmen hoort.
Therapie
Schizofrenie is niet te genezen, maar wel te behandelen. Door middel van medicatie verminderen de psychotische verschijnselen. De patiënt moet deze voor langere tijd gebruiken, ook als alle verschijnselen verdwenen zijn. Als dit niet gebeurt is de kans groot dat er terugval zal ontstaan. Veel voorgeschreven medicijnen zijn anti- psychotica. Als deze niet of onvoldoende helpen word er ook neuroleptica voorgeschreven. Psychologische behandelingen zijn een aanvulling op de behandeling met medicatie. Ze geven de patiënt inzicht in het ziektebeeld, vaak hebben mensen met schizofrenie zelf niet het idee dat ze ziek zijn en stoppen met medicijnen als het weer beter gaat. Dan lopen ze een groot risico om weer last van de schizofrenie te krijgen. Door middel van behandeling wordt geprobeerd de patiënt therapietrouw te maken om terugval te voorkomen.
Prognose/ beloop
Ongeveer een kwart van de patiënten kan blijvend herstellen. Door intensieve begeleiding en het blijvend gebruik maken van de medicatie kunnen ze leven zonder terugval. Driekwart van de patiënten blijft de ziekte ervaren in sterke of minder sterke mate. Sommigen krijgen steeds weer een psychotische episode en gebruiken de medicijnen om de symptomen zo lang mogelijk weg te houden. Anderen blijven permanent de verschijnselen van een psychose houden
Complicaties
De medicijnen kunnen voor bijwerkingen zorgen.
Anti-psychotica:
- Bewegingsstoornissen (beven, stijf worden, tics, niet stil kunnen zitten)
- Veel speeksel of juist een droge mond
- Droge ogen
- Verminderd reactievermogen
- Concentratieproblemen
- Slaperigheid
- Duizeligheid
- Slecht dichtbij zien (moeilijk lezen)
- Onregelmatige menstruatie
- Minder zin in seks
- Gewichtstoename
Neuroleptica:
- verstijving van de spieren
- vertraagde bewegingen
- beven
- bewegingsstoornissen zoals tics, ongewilde verkrampingen
- niet meer kunnen stilzitten
- bloeddrukdaling
- gewichtstoename
- stoornissen in de menstruele cyclus