Shellshock tijdens WOI
Oorlog eist slachtoffers. De Eerste Wereldoorlog was geen uitzondering op die regel. Miljoenen soldaten stierven of raakten gewond, maar de psychologische problemen van de soldaten worden vaak vergeten. Een psychologisch probleem dat de kop opstak tijdens WOI was shellshock, een psychologische stoornis veroorzaakt door blootstelling aan de oorlog.
Wat is shellshock?
Shellshock is een psychische aandoening waar in het Britse leger alleen al 80.000 soldaten aan leden. Niet alleen soldaten, maar ook officieren hadden er last van. 1 op de 30 soldaten en 1 op de 6 officieren vertoonden symptomen van shellshock.
De klachten zijn het best te omschrijven als een gedesoriënteerde staat die soldaten tijdens en na gevechten ervoeren. Enkele mogelijke symptomen van shellshock zijn:
- slapeloosheid
- angst
- oorsuizen
- verlamming
- hoofdpijn
- continu beven
- duizeligheid
- afsluiting van de omgeving
- hallucinaties
- geheugenverlies
Opvallend was dat veel soldaten klachten vertoonden die samenhingen met hun oorlogstrauma's. Zo verloren scherpschutters hun zicht en voelden soldaten die iemand neergestoken hadden nog jaren krampen in hun buik.
Wat veroorzaakt shellshock?
Charles Samuel Myers was de eerste die de ziekte introduceerde in februari 1915 in een medisch tijdschrift 'The Lancet'. Hij dacht dat shellshock een gevolg was van de schokgolven veroorzaakt door ontploffende granaten of 'shells', vandaar ook de naam shellshock. De schokgolven van de granaten zouden de hersenen en zintuigen beschadigen, maar hij vond het vreemd dat bij al zijn bevindingen het gehoor nooit aangetast was. In 1922 werd zijn theorie volledig onderuitgehaald toen ontdekt werd dat slechts 5-10% van de soldaten die aan shellshock leden effectief aan een granaatontploffing waren blootgesteld.
Volgens
Freud was shellshock een strijd tussen het vredesego en het oorlogsego van een soldaat. Het oorlogsego van de soldaat leefde maandenlang in angst, zag gruwelijke taferelen zag en beging vreselijke misdaden. Het vredesego, oftewel de normale staat van de soldaat voor de oorlog, moet daarmee kunnen omgaan en doet dat door die herinneringen af te sluiten en beschermende neuroses te creëren.
Volgens Grafton Elliot Smith was het verleden van de soldaat een belangrijke factor. De oorlog zou onderdrukte ervaringen en emoties uit het verleden triggeren en leiden tot een psychische stoornis.
Nu weten we dat shellshock een zenuwinzinking is, een psychisch trauma dat te vergelijken is met
PTSS (Post Traumatisch Stress Stoornis). Hooguit een deel van shellshock zouden we vandaag PTSS noemen. Het is dus zeker niet hetzelfde.
De behandeling van shellshock
Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak, stond de psychologie nog in zijn kinderschoenen. Daar kwam nog eens bij dat soldaten die leden aan shellshock als lafaards en zwakkelingen gezien werden. Shellshock was geen ziekte, het was een poging om aan het front te ontsnappen. Daar kwam nog eens bij dat ze soldaten nodig hadden en psychische problemen de reden was voor een derde van de ontslagen binnen het leger.
Artsen deden daarom hun best om de symptomen weg te werken in plaats van de ziekte te genezen. Hiervoor gebruikten ze de 'Quick Cure' of in het Duits 'Die Überrumpelungsmethode'. De soldaat werd opgesloten in een kamer met een arts-officier en hij mocht de kamer niet verlaten tot hij genezen was. Om de soldaat te genezen, werd het getroffen lichaamsdeel (bijvoorbeeld de benen als de patiënt niet meer kon stappen) behandeld met
elektrotherapie en zei de arts "Gij zult genezen" tot de patient 'genezen' was of in het slechtste geval overleed.
Als een soldaat behandeld werd, was hij één van de gelukkigen, want hij kon ook geëxecuteerd worden wegens oorlogsmisdaden zoals lafheid.