OCS: Obsessieve-compulsieve stoornis
Een dwangneurose, zoals een obsessieve-compulsieve stoornis vroeger genoemd werd, is een psychische aandoening die in het handboek voor psychiatrische diagnostiek, het DSM (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders), als angststoornis is gecategoriseerd. Patiënten die lijden aan OCS hebben dwanggedachten (obsessie) en dwanghandelingen (compulsies). OCS komt in alle leeftijdscategorieën voor. Naar schatting betreft dit ongeveer 2,6% van de mensen in Nederland. Hoe ontstaat een obsessieve-compulsieve stoornis? Hoe kan OCS zich uiten? En kan OCS worden behandeld?
Wat zijn de oorzaken van OCS?
Het is moeilijk om een eenduidige oorzaak aan te wijzen wanneer het complexe psychische aandoeningen betreft. Men gaat ervan uit dat de interactie van omgevings- en genetische factoren de vatbaarheid voor de ontwikkeling van een obsessieve-compulsieve stoornis veroorzaken. Mogelijke oorzaken van OCS zijn:
- Dat het in de familie zit
- Dat er een afwijking is in bepaalde hersengebieden (zichtbaar op scan)
- Een probleem met de neurotransmittersystemen, met name een onderproductie van serotonine en een overproductie aan dopamine
- Een hersenbeschadiging, bijvoorbeeld door gevolg van encefalitis (een hersenontsteking)
De dwanggedachten
De persoon die lijdt aan OCS heeft last van dwangmatige gedachten. Het gaat hier veelal om gedachten dat er iets ergs zou kunnen gebeuren, dat iemand besmet zou kunnen raken door bacteriën of een virus, gewelddadige gedachten en de gedachte dat iemand zichzelf en zijn acties niet onder controle heeft. Deze gedachten keren terug en de enige manier wat de persoon met OCS kan doen om deze gedachten en de bijbehorende angstgevoelens onder controle te houden is het uitvoeren van zijn handelingen.
De dwanghandelingen
De sterke neiging om handelingen of rituelen uit te voeren om de dwanggedachten te doen stoppen, worden compulsies genoemd. De patiënt verplicht zichzelf om deze handelingen uit te voeren. Dit kan ontzettend tijdrovend zijn en uren per dag van de patiënt vragen, met als gevolg dat hun normaal functioneren wordt belemmerd. Mensen met OCS weten van zichzelf dat hun gedachten en handelingen niet reëel zijn en proberen daarom doorgaans hun handelingen te verbergen voor de buitenwereld. Dwanghandelingen kunnen onder andere bestaan uit moeten tellen, handen moeten wassen, nutteloze voorwerpen verzamelen of het herhalen van handelingen, zoals het veelvoudig openen en sluiten van een deur of het aan- en uitzetten van het licht.
De meest voorkomende vormen van een dwangneurose
Dwangneuroses komen in veel verschillende vormen tot uiting. De meest voorkomende vormen zijn:
Teldwang
De persoon is bezig met het tellen van bepaalde voorwerpen of personen. Je kunt hierbij denken aan het tellen van stoeptegels, het tellen van bomen of het tellen van rode auto’s.
Wasdwang
De persoon met wasdwang maakt alles, inclusief zichzelf, extreem vaak schoon. Denk bijvoorbeeld aan meerdere keren per dag douchen, veelvuldig handen wassen of meerdere keren per dag het huis stofzuigen en schoonmaken.
Controledwang
Mensen met controledwang zijn een groot gedeelte van de dag bezig met het controleren van dingen, bijvoorbeeld of de deur op slot zit, of de portemonnee nog in de zak zit, of het gas niet nog aan staat of of alle ramen dicht zijn.
Herhalingsdwang
Dit is overkoepelend voor alle vormen van dwangneurose. De handelingen worden herhaald, omdat het uitvoeren ervan slechts een korte periode de gedachten en angst wegneemt.
De behandeling
De behandelingen die het meest worden toegepast bij een obsessieve-compulsieve stoornis zijn cognitieve gedragstherapie en het nemen van medicatie. De combinatie van deze twee blijkt het meest effectief te zijn. Bij cognitieve gedragstherapie wordt er aandacht besteed aan de gedachten en de gevoelens die deze gedachten oproepen. Heel kort samengevat komt het erop neer dat:
- Je gedachten je gevoelens bepalen
- Je gevoelens je gedrag bepalen
- Je je gedrag kunt aanpassen
- Als je je gedrag langdurig verandert, je gedachten en gevoelens mee veranderen
Met andere woorden, wanneer je niet toegeeft aan de handeling, zal je je in de eerste instantie angstig en onrustig voelen. Wanneer je dit vaker doet en de ervaring leert dat er niets erg gebeurt op het moment dat je je handeling niet hebt gedaan, zal je uiteindelijk deze gevoelens en gedachten niet meer hebben bij het niet uitvoeren van je handeling. Deze methode is zwaar en vergt veel doorzettingsvermogen, maar OCS is te behandelen.
Medicatie
Vaak wordt gedragstherapie gecombineerd met medicatie. Veel gebruikte medicijnen bij een dwangneurose zijn medicatie die in de groep SSRI’s vallen. Dit zijn:
- Escitalopram (Lexapro)
- Paroxetine (Seroxat)
- Citalopram (Cipramil)
- Fluvoxamine (Fevarin)
- Sertraline (Serlain, Zoloft)
- Fluoxetine (Prozac)
SSRI’s blokkeren de heropname van serotonine. Dit veroorzaakt een verhoging van de serotonineconcentratie aan de somatodendritische kant van het neuron. Dit zorgt onder andere voor minder angstgevoelens, waardoor het makkelijker wordt voor de patiënt om de eerste stappen naar een leven vrij van dwang te zetten.