Pareidolie en apofenie, geloof niet altijd wat je ziet
Gezichten herkennen in wolken, bomen, gebouwen of een toast is niet zo ongewoon als het lijkt. We hebben allemaal ongetwijfeld wel eens als kind in het gras gelegen om dieren te schetsen in de wolken. Dit psychologisch fenomeen wordt pareidolie of apofenie genoemd, een vorm van illusie waarbij iemand een zodanige interpretatie van onduidelijke of willekeurige waarnemingen heeft, dat hij hierin herkenbare dingen meent waar te nemen.
Pareidolie vs Apofenie
Kunnen we het zien van gezichten in wolken louter toeschrijven aan de psychologie? Wanneer we dit fenomeen bekijken vanuit een logisch en sceptisch standpunt, zijn het dan effectief gezichten die we waarnemen of is het onze eigen verbeelding die op hol slaat?
Veel psychologen verklaren dit soort verschijnselen met de term apofenie. Apofenie wordt gedefinieerd als "het zien van een boodschap of betekenis in willekeurige, betekenisloze objecten." Pareidolie daarentegen lijkt sterk op apofenie, aangezien ook in dit geval een betekenis wordt toegekend aan een willekeurig beeld. Bij pareidolie gaat het echter om religieuze beelden of beelden van reeds overleden bekende personen. Mensen die dergelijke verschijnselen ervaren beschouwen dit meestal niet als toeval maar zien het als een onderliggende boodschap van God. Op dit punt botst het geestelijke met het psychologische. Psychologie en spiritualiteit kunnen mijlenver uit elkaar liggen, vooral bij dit soort fenomeen.
Maar als we enkel geloof zouden hechten aan de psychologische betekenis van pareidolie kunnen we bepaalde theorieën niet negeren. Wetenschappelijk gezien kan het ervaren van hallucinaties beschouwd worden als de voorloper van paranoïde schizofrenie, waarbij de gewaande illusies geen enkele betekenis hebben in de realiteit. Wanneer iemand dus gezichten meent te herkennen in wolken en daar een spirituele betekenis aan toekent kan het een indicatie zijn dat deze persoon lijdt aan schizofrenie of toch goed op weg is.
Herkenning en betekenis van patronen
De beroemde therapeut Viktor Frankl en vele anderen beweerden reeds da we gedreven zijn om een hogere betekenis te geven aan ons leven. De wens om deze betekenis te vinden is zo oud als onze geschiedenis en is tevens te zien in oude kunst, van hiërogliefen uit de Egyptische periode tot verbazingwekkende schilderijen in de grotten van Lascaux.
Het snel kunnen herkennen van de toestand van de wereld rondom ons is altijd al een heel belangrijke vaardigheid geweest, het invullen van de ontbrekende stukken van een gedeeltelijk beeld betekende het verschil tussen leven en dood. Zo zou het snel opmerken van een menselijk gezicht en het bepalen of het ging over de facade van een bondgenoot of vijand reeds cruciaal zijn geweest door de tijd heen.
Het lijkt er dus op dat alles zijn prijs heeft, welke wij betalen voor ons vermogen om patronen op sommige momenten waar te nemen die er eigenlijk niet zijn. Als kind keken we reeds naar de wolken om bepaalde dieren te kunnen ontdekken maar ook in andere situaties kunnen we dit fenomeen ervaren zonder dat we er ons van bewust zijn.
Geloof niet altijd wat je ziet
In de meest bekende gevallen gaat het over de waarneming van afbeeldingen van het gezicht van Jezus, Elvis of andere bekende personen op gebouwen, bomen of wolken. Soms verscheen de afbeelding zelfs uit het niets in vers gesneden groeten en fruit of een geroosterde boterham. Wanneer we effectief begrijpen dat ons brein in al die jaren is geëvolueerd om patronen te kunnen herkennen hebben we een verklaring waarom we deze illusie ervaren. Het komt er dus op neer dat we niet altijd moeten geloven wat we zien.
Soms lijkt het alsof de wetenschap onze zintuigen tegenspreekt. Er bestaan veel bekende experimenten die duidelijk aantonen dat het soms heel verkeerd kan zijn om blindelings te vertrouwen op datgene we effectief zien. Zo zijn er tragische voorbeelden waarbij de zekerheid en de geloofwaardigheid van ooggetuigen van een misdaad ervoor zorgden dat een beschuldigde achter de tralies verdween. Pas jaren later zou DNA-onderzoek of ander bewijsmateriaal aantonen dat het helaas niet om de juiste persoon ging.
Het is belangrijk om onze beperkingen te erkennen en misschien nog belangrijker om te weten dat het verkeerd is om altijd op onze zintuigen te vertrouwen. We kunnen immers oprecht zeker zijn van wat we gezien of gehoord hebben en toch behoorlijk mis zijn.
Lees verder