Depressie: chemische stoffen in de hersenen
Zoals je weet bevatten onze hersenen neurotransmitters. Deze chemicaliën zijn verantwoordelijk voor hoe we ons voelen. Wetenschappers weten nog steeds niet hoe deze chemicaliën precies werken. Maar we weten wel dat als, om wat voor reden dan ook, onze hersenen niet genoeg neurotransmitters aanmaken, dat een oorzaak voor depressiviteit kan zijn.
Betekenis geven
De chemicaliën die verantwoordelijk zijn voor onze gevoelens, zitten in het voorste deel van onze hersenen. In die voorste hersenkwab worden ons bewustzijn en ons onderbewuste bij elkaar gebracht. Daardoor zijn we in staat betekenis te geven aan wat we denken en voelen. Mensen waarbij iets mis is met die voorste kwab, missen bijvoorbeeld vaak de clou van een grap. Ze begrijpen niet meer waarom iets grappig is.
Depressieve mensen zeggen vaak dat hun leven geen betekenis of structuur meer heeft. Leven is voor hen een aaneenschakeling van gebeurtenissen geworden, die niets meer met elkaar te maken hebben. Mensen die depressief zijn hebben ook geen plezier meer in de dingen die ze vroeger prettig vonden. Die dingen betekenen niets meer voor ze.
Aan de andere kant vinden mensen met een manische depressie in hun manische periode - die weken of maanden kan duren - heel gewone dingen erg speciaal. Zij vinden juist dat alle gebeurtenissen duidelijk in elkaar passen en dat het hele leven perfect georganiseerd is.
Kapotte genen
Wetenschappers in Canada hebben bij depressieve mensen en mensen met zelfmoordneigingen een foutje in een gen gevonden, Dit gen heeft invloed op de productie van speciale neurotransmitters in de hersenen, Deze neurotransmitters noemen we serotonine, Misschien dat wetenschappers ooit een gentherapie zullen ontwikkelen, waarbij het foute gen weggehaald of gerepareerd kan worden. Daarmee zou een belangrijke oorzaak van depressiviteit verdwijnen, Een andere mogelijkheid is dat er een test komt die de foute genen op kan sporen, Daardoor zouden mensen die kans lopen depressief te worden, vroeg behandeld kunnen worden.
De Amerikaanse schrijfster Sylvia Plath verwoordde het zo:
“Ik wist dat als iemand tegen me zou praten of goed naar me zou kijken, de tranen uit m’n ogen zouden stromen, de snikken uit mijn keel zouden vliegen, en ik een week lang door zou blijven huilen. Ik voelde dat ik tot de rand toe vol zat met klotsende tranen, net als water in een glas dat veel te vol zit en niet stevig staat."
Depressiviteit en hormonen
Sommige gevallen van depressiviteit lijken iets te maken te hebben met andere chemicaliën in ons lichaam, namelijk hormonen. Hormonen zorgen ervoor dat iemand groeit en zich ontwikkelt. Een paar hele belangrijke zijn de geslachtshormonen testosteron (bij mannen) en oestrogenen (bij vrouwen). Bij mannen is de hoeveelheid testosteron in hun lichaam hun hele leven ongeveer hetzelfde. Maar bij vrouwen wisselt het aantal oestrogenen en andere geslachtshormonen constant. Dit zou kunnen verklaren waarom vrouwen vanaf hun puberteit vaker aan een depressie lijden dan mannen.
De hoeveelheid vrouwelijk geslachtshormoon verandert tijdens de menstruatiecyclus, bij zwangerschap en in de overgang. Dit laatste gebeurt meestal tussen het 45ste en 55ste jaar. In de overgang stopt de vrouw voorgoed met menstrueren en daalt de hoeveelheid oestrogenen enorm. Deze plotselinge daling kan bij sommige vrouwen de oorzaak zijn van een depressie. Veel vrouwen voelen zich ook depressief, emotioneel of chagrijnig vlak voordat ze ongesteld moeten worden. Dit wordt ook wel het premenstruele syndroom genoemd (PMS).
Een baby - reden voor vreugde of depressiviteit?
Als een vrouw net bevallen is, dalen de aantallen hormonen in haar lichaam snel. De meeste mensen verwachten dat een nieuwe moeder helemaal verguld is met haar kind. Maar op het moment dat de wisselingen in het aantal hormonen het grootst zijn, voelt zij zich meestal erg moe en realiseert ze zich dat de baby van haar afhankelijk is. Al deze factoren kunnen ervoor zorgen dat ze zich gevangen en depressief voelt.
Ongeveer de helft van alle vrouwen lijdt aan een soort babyblues, die ervoor zorgt dat de nieuwe moeder zich vlak na de geboorte een paar dagen een beetje minder voelt. Tussen de vijf en twintig procent van de vrouwen krijgt daarna last van een postnatale depressie, die meestal een paar weken na de geboorte van het kind begint. De baby’s van deze moeders ontwikkelen zich meestal langzamer dan andere baby’s. Ze gaan soms later dan andere kinderen beginnen met praten, hebben slaapproblemen, huilen veel en lachen minder vaak. Van elke duizend vrouwen die last hebben van een postnatale depressie ontwikkelt zich bij een of twee een postnatale psychose. Deze vrouwen hebben last van hallucinaties en waanideeën. In heel ernstige gevallen verwonden of vermoorden ze de baby of zichzelf.
© 2008 - 2024 Guy1962, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Depressie en erfelijkheidWetenschappers denken dat de kans om een depressie te krijgen meestal in de genen zit. Genen zitten in onze lichaamscell…
Bronnen en referenties
- Cursus 'Psychosomoatische aandoeningen', 2° Licentie Motorische Revalidatie en Kinesitherapie, K.U.L 1985