Het agogisch proces
Als je als agoog een verandering uit wilt voeren dan doe je dit aan de hand van het agogisch proces. Het is dus erg goed om te weten hoe dit proces in elkaar zit. Hoe krijg je veranderingen voor elkaar bij cliënten? Welke fasen moet je precies doorlopen om tot een goede verandering te komen? Door inzicht te krijgen in dit proces krijg je dus een beter beeld van hoe een verandering in zijn werk gaat.
Het agogisch proces bestaat uit acht fasen, als je deze fasen doorloopt kan je een verandering realiseren. Ook wanneer je vastloopt tijdens een veranderingsproces kan je kijken in welke fase je momenteel zit. Het agogisch proces bestaat uit:
Hierbij gaat het om de eerste persoonlijke kennismaking. Dit kan zijn tijdens een kennismakingsgesprek, maar ook via bijvoorbeeld een telefoongesprek of een voorlichting. Tijdens deze eerste fase staan de begrippen verwachtingen en contract centraal. Er worden verwachtingen besproken met de cliënt en uiteindelijk wordt er een contract opgesteld. Bijvoorbeeld: We ontmoeten elkaar elke week op woensdag om 3 uur.
Fase 2: Motivatie
Het is belangrijk dat de cliënt gemotiveerd is, wil hij/zij wel echt veranderen? Indien dit niet het geval is heb je twee opties, namelijk afzien van de interventies of proberen de cliënt toch te motiveren. Dit laatste is soms erg lastig, het is van belang dat je probeert om de cliënt bewust te laten worden van zijn wens tot verandering. Het kan soms erg lang duren voor je uit deze fase komt.
Fase 3: Analyse van de uitgangssituatie
In deze fase is het belangrijk dat de cliënt zich bewust wordt van zijn/haar eigen probleem. Een analyse van de uitgangssituatie wil zeggen dat de cliënt zijn eigen probleem kan omschrijven. Probeer in deze fase er ook achter te komen wiens probleem het echt is. De oorzaak dat iemand bijvoorbeeld slecht kan leren kan mogelijk liggen bij de thuissituatie van de cliënt, in plaats van bij hemzelf.
Fase 4: Doelen stellen
Het stellen van doelen is de belangrijkste taak in een agogisch proces. Vragen als: "Wat wil je bereiken?" en "Wat wil je hiermee doen?" zijn erg belangrijk. Een doelbepaling is belangrijk omdat:
- Het handelen een richting krijgt
- Het handelen zin krijgt
- Een cliënt weet waartegen hij ja of nee zegt.
- Het een controleerbaar proces wordt
- De overdracht naar anderen gemakkelijker wordt
- Er een evaluatie mogelijk is.
Fase 5: Strategiebepaling
In deze fase zijn de verwachtingen van de cliënt en agoog duidelijk, is de cliënt gemotiveerd om te veranderen, de uitgangssituatie is bepaald en de (voorlopige) doelen zijn bepaald. Nu is het tijd om een plan op te stellen om de verandering echt in werking te gaan zetten. Belangrijk in deze fase is dat je vast gaat stellen wat de cliënt maar ook de omgeving mogelijk gaat doen. Je bedenkt mogelijke reacties, en oplossingen, je kijkt dus vooruit.
Fase 6: Uitvoering
In de uitvoeringsfase gaat de verandering daadwerkelijk plaatsvinden. Hier worden dus alle afspraken die voorheen gemaakt zijn met de cliënt uitgevoerd.
Fase 7: Consolidatie
Dit is een heel belangrijke fase. In deze fase wordt gekeken of de verandering daadwerkelijk succes heeft geboekt, of er geen terugval is in de oude situatie. Indien er terugval is begin je weer helemaal opnieuw bij fase 1. Enkele tips om stabilisatie te handhaven zijn:
- Bereid de cliënt voor op de mogelijkheid naar terugval
- Probeer verandering geleidelijk door te voeren en dus niet in een keer.
- Probeer de cliënt echt betrokken te laten zijn bij het veranderingsproces
- Geef de cliënt af en toe opdrachten in het dagelijks leven die met de verandering te maken hebben
- Maak follow-up afspraken. Dit zijn afspraken nadat de relatie eigenlijk al is beëindigt
- Geef opdrachten voor later mee, dit verminderd de kans op terugval
Fase 8: Evaluatie
Hierbij wordt kritisch gekeken naar het gehele veranderingsproces door zowel agoog als cliënt. Ook kan je af en toe tussen-evaluaties aangaan met de cliënt. Het doel van tussen-evaluaties is onder andere dat je de cliënt kan bijsturen, dat je een grotere betrokkenheid creëert en dat je feedback kan geven of ontvangen.