Probleem of stoornis: Hypochondrie
We maken ons allemaal weleens zorgen dat ons lichaam ons in de steek laat en dat we een ernstige kwaal zouden kunnen hebben ofkunnen krijgen. Voor de mensen die aan hypochondrie lijden, houdt de verontrusting over hun mogelijk ziek zijn jaren aan en wordt de spil van hun dagelijks bestaan. Hun angst of ongerustheid wordt zo overweldigend dat ze zich praktisch nergens anders meer op kunnen concentreren.
Definitie en beschrijving
Aanvankelijk kunnen de hypochondrische gedachten begrijpelijk en misschien zelfs realistisch lijken. Veel serieuze medische aandoeningen beginnen klein en openbaren zich langzaam, na eerst alleen door lichte of betrekkelijk onschuldige symptomen te zijn ingeluid, zoals een gezwel in de hersenen dat is begonnen met hoofdpijn; een hartaanval die zich eerst als indigestie heeft aangediend; een beroerte die is ingeleid door een verwaarloosbaar tintelend gevoel in een been; huidkanker die achter dat kleine moedervlekje blijkt te hebben gezeten; of leukemie die alleen een licht gewichtsverlies en vermoeidheid heeft veroorzaakt.
Bij hypochondrie is de betrokkene hyperalert op het functioneren van zijn lichaam en ziet onmiddellijk het ernstigst denkbare scenario als de onvermijdelijke verklaring voor elk mogelijk symptoom of elke lichamelijke gewaarwording. Uit de frequentiepercentages blijkt duidelijk dat de meeste hoofdpijnklachten niet door kanker worden veroorzaakt, dat de meeste moedervlekken onschuldig zijn en dat indigestie meestal gewoon indigestie is. De troost die van deze waarschijnlijkheidsberekening uitgaat, is verspild aan de hypochonder, die er vrijwel zeker van is dat hij het zorgvuldig uitgezochte slachfoffer van het uitzonderlijk zeldzame rampscenario is. Hij blijft zo goed als ongevoelig voor de herhaalde geruststelling van medische zijde en voor de gezamenlijke bewijskracht van negatieve uitslagen van zowel lichamelijk als laboratoriumonderzoek
Voorbeeld
Hier volgt een sprekend voorbeeld. Een dertigjarige marathonloper die vijfentwintig wedstrijden gelopen heeft, leest een artikel in een tijdschrift over een beroemde loper die kort tevoren tijdens een routinetraining dood is neergevallen. Doodsoorzaak: een hart-aritmie. Onze marathonloper begint zijn eigen polsslag in de gaten te houden en raakt volslagen bezeten van het idee dat het af en toe overslaan van zijn hart betekent dat ook zijn hart beschadigd is en dat hij mogelijk groot risico loopt op een soortgelijke catastrofe. Al gauw controleert hij zijn polsslag zestig keer op een dag en besluit hij voor alle zekerheid te stoppen met marathonlopen. Hij gaat naar zijn uiterst competente huisarts, die hem na zorgvuldig onderzoek en een elektrocardiogram verzekert dat hij in absolute topvorm verkeert en het goed getrainde hart van een achttienjarige heeft. De dokter raadt hem aan maar fijn te blijven rennen en de hele zaak uit zijn hoofd te zetten. Absoluut niet tevredengesteld, raadpleegt onze thans ex-marathonloper nu een reeks cardiologen, die stuk voor stuk worden opgejut tot steeds uitvoeriger en diepgaander onderzoek maar de uitslagen blijven consequent negatief en zijn hart krijgt overal alleen de hoogste lof toegezwaaid. In plaats van zich door het goede nieuws beter te gaan voelen, wordt hij paradoxaal genoeg alleen maar nog zenuwachtiger. Naar zijn vaste overtuiging zien al die artsen consequent belangrijke aanwijzingen over het hoofd ofhouden ze het slechte nieuws voor zich. Weldra kan hij zich niet meer op zijn werk concentreren vanwege zijn angst voor de nog steeds niet geïdentificeerde ziekte die hij zeker weet te hebben. Hij brengt eindeloze uren door met medische boeken en tijdschriften en het zoeken op internet naar suggesties voor onderzoeken en mogelijke remedies. Zijn vrienden beginnen hem te mijden omdat hij tegenwoordig zo in zichzelf opgaat dat alle gesprekken draaien om zijn gezondheidsproblemen en de vermeende weigering van zijn vrienden en artsen om hem serieus te nemen.
Diagnose volgens DSM IV
Bij hypochondrie varieert de specifieke keuze van de ziekte die men vreest te hebben met iemands eerdere ervaringen met symptomen of ziekten, de door anderen uit de familie- of vriendenkring doorgemaakte kwalen, de algemene medische kennis van de betrokkene en met wat er dat jaar bijzondere aandacht in de media heeft gekregen.
Een preoccupatie met de angst dat men aids heeft wordt steeds algemener, daar deze in de hand wordt gewerkt door het vage karakter van de eerste verschijnselen van een HIv-infectie (vermoeidheid, gewichtsverlies), de grote aandacht voor aids in de media, het feit dat iemand een aidsslachtoffer kent en de minuscule maar niettemin aanwezige mogelijkheid van een onjuiste uitslag van een aidsttest (hoe piepklein de kans ook is, deze kán ten onrechte negatief zijn) .
Volgens het diagnostisch handboek lijdt iemand aan hypochondrie als sprake is van het volgende:
- De persoon is ervan overtuigd een ernstige ziekte onder de leden te hebben.
- De persoon denkt nog steeds heel erg ziek te zijn, ook al hebben meerdere artsen hem/haar verteld dat hij/zij zich nergens zorgen over hoeft te maken.
- Deze vrees houdt lang aan (minstens zes maanden) en verstoort het dagelijkse functioneren en leven.