Omgaan met autisme
Een kindje met autisme in het gezin kan een enorme impact hebben op het dagelijkse (gezins)leven. Omgaan met autisme is een uitdaging. Daarnaast kan het per kind verschillen wat werkt en wat niet werkt. Een aantal tips om om te gaan met autisme.
Het proberen vroegtijdig opsporen
Alhoewel dit erg moeilijk is, kan het vroegtijdig herkennen en opsporen van symptomen het verloop van autisme positief beïnvloeden. Hierdoor kunnen secundaire problemen (problemen die kunnen ontstaan doordat het kind zich niet begrepen voelt, zoals gedragsproblemen) in sommige gevallen worden voorkomen.
Het vertellen aan de directe omgeving
Dit blijft in sommige gevallen moeilijk. Toch kan het je als mens met autisme rust geven dat anderen weten dat je kindje (of misschien wel jijzelf) autisme heeft. Dit heeft twee werkingen. Ten eerste hoef je het zelf niet ‘geheim’ te houden; je mag zijn wie je bent. Ten tweede kan de omgeving je ondersteunen: zich aanpassen op jouw behoeften of misschien even de zorg van je kindje overnemen.
Veranderingen minimaliseren
Kinderen met autisme houden over het algemeen niet van veranderingen. Hierdoor is regelmaat prettig. Echter is het niet handig zover te laten komen dat het kind bijvoorbeeld nog maar één paar schoenen aan wil; hierdoor loop je uiteindelijk tegen een enorme weerstand bij het kind op het moment dat de schoenen aan vervanging toe zijn. Moet er toch echt een verandering plaatsvinden? Doe dit langzaam en stapsgewijs. Hierdoor kan je kind alvast wennen aan de nieuwe situatie.
Leren toepassen van ‘trucjes’
In sommige gevallen, zeker bij een hoger IQ, is het mogelijk om sociale trucjes aan je kind te leren. Zo kun je een kind bijvoorbeeld leren op bepaald gedrag te letten, zoals huilen. Vervolgens kun je uitleggen en/of bespreken wat je in zo’n situatie kan doen. Alhoewel dit mogelijk nooit helemaal vanzelf gaat, kan het kind zich hierdoor beter in de buitenwereld redden.
Taalgebruik: altijd eenduidig
Over het algemeen nemen kinderen met een vorm van autisme taal erg letterlijk. Daarom is het van belang opdrachten eenduidig te geven en abstracte taal te vermijden. Als je thuiskomt met te veel geshopte kleren en je geeft aan ‘een gat in je hand te hebben’, schrikt je kindje waarschijnlijk van de letterlijke betekenis daarvan.
Specifiek voor kinderen met klassiek autisme
- Geef één opdracht tegelijk
- Praat in concrete zinnen
- Geef je kind de tijd informatie te verwerken (en te reageren op je vraag of opdracht)
- Stel duidelijke regels
- Verwacht geen reactie op non verbale communicatie (juist het lezen van non verbale communicatie is lastig voor je kindje).
Specifiek voor kinderen met het syndroom van Asperger
- Leer je kind ‘sociale trucjes’ door te kijken naar bepaalde gedragingen en welke reactie je kind daarop kan geven
- Probeer het kind dat continue praat over zijn ene interesse iets in te dammen en het ook over andere dingen te interesseren
- Spreek bij huiswerk of opdrachten af voor wanneer het klaar moet zijn.