Wat is cognitieve gedragstherapie: de basisprincipes
Cognitieve gedragstherapie wordt ingezet bij uiteenlopende problematiek en is effectief als behandeling van o.a. depressie en verschillende angststoornissen. Cognitieve gedragstherapie werkt in de meeste gevallen zowel voor ouderen als jongeren en kinderen. De basisprincipes van deze gedragstherapie en hoe het werkt wordt in dit artikel uitgelegd.
Indeling van dit artikel:
Wat is cognitieve gedragstherapie (CGT)
Cognitieve gedragstherapie is een therapievorm waarin cliënten inzicht krijgen in de manier waarop ze denken, hoe ze zich voelen en gedragen. Ook de bewustwording van lichamelijke sensaties die bij deze ervaringen komen kijken krijgt aandacht. Cognitieve gedragstherapie kan dus helpen om uit te zoeken welke gedachten en gevoelens cliënten hebben en welk het verband deze gedachten, gevoelens hebben met het gedrag van de cliënt. De therapie wordt individueel gegeven en in groepsverband.
Tijdens cognitieve gedragstherapie leren cliënten hun cognities (wat ze denken) te evalueren en soms aan te passen aan betere manieren van denken. Ook leren ze hoe ze problemen en obstakels onder ogen kunnen zien en de baas te kunnen worden. Cognitieve gedragstherapie wordt ingezet bij vele vormen van psychopathologie, onder andere bij angsten (gegeneraliseerde angststoornis, specifieke angsten en fobieën, obsessief-compulsieve stoornis en sociale angst) en depressie.
Indeling van cognitieve gedragstherapie
Bij de start van de therapie wordt het problematische gedrag en de omstandigheden waarin dit voorkomt in kaart gebracht. Samen met de cognitieve gedragstherapeut onderzoekt en leert de cliënt daarna beter passende gedragspatronen om te reageren op die omstandigheden. Dit kan gebeuren door middel van oefeningen, vormen van huiswerk en gedragsexperimenten. Een belangrijk onderdeel van cognitieve gedragstherapie is terugvalpreventie. De vooruitgang en krachten van de cliënt worden in de gaten gehouden om te voorkomen dat de cliënt terugvalt in oude patronen wanneer de therapie wordt afgesloten of gepauzeerd.
Waarom zijn dit elementen van deze gedragstherapie?
Mensen die ergens mee zitten kunnen manieren van denken die niet behulpzaam zijn (dit heeft te maken met de copingstijl). Bij een emotioneel probleem kunnen mensen bijvoorbeeld meer zorgen maken over wat er gebeurd is wat er zou kunnen gebeuren. Ze blazen kleine dingen op tot grote problemen (maken van een muis een olifant), merken meer dingen op die niet in orde zijn en verwachten dat dingen (altijd) verkeer zullen gaan.
Wanneer komt cognitieve gedragstherapie van pas?
Iedereen heeft wel eens problemen of ruzies. In de verschillende systemen waarin we ons bevinden (gezin/ familile thuis, school, sportclub, vriendenkring) kunnen problemen of conflicten ontstaan. Vaak kunnen we deze problemen heel goed zelf of met elkaar oplossen. Toch zijn er soms nog dingen waar we steeds tegenaan lopen.
Deze problemen lijken soms onoplosbaar, te groot en overzichtelijk om te begrijpen en hebben invloed op alles wat we doen. Vervolgens kunnen de problemen veel gaan bepalen in ons dagelijks leven. Dit kan gepaard gaan met angstige, onrustige en ongelukkige gedachten en gevoelens van waardeloosheid, boosheid en verdriet. In dergelijke gevallen kunnen mensen vaak betere middelen gebruiken om aan de problemen te werken. Daar kan een cognitieve gedragstherapeut bij ondersteunen.
Coping, het gedrag dat mensen vertonen om zich beter te voelen en met met problemen om te gaan
Bovenstaande ervaringen, gedachten en gevoelens worden over het algemeen niet als prettig ervaren. Mensen gaan dan vaak op zoek naar manieren om zich beter te voelen. Echter, sommige manieren en gedragingen om hiermee om te gaan (copingstijlen) kunnen ook averechts werken. Het komt veel voor dat mensen situaties uit de weg gaan die ze moeilijk of spannend vinden. Zo blijven ze soms thuis om risico's en nare ervaringen te voorkomen. Ook kunnen mensen door de bomen het bos niet meer zien en stoppen met proberen en dingen te ondernemen.
Het belang van samenwerking tussen cliënt en therapeut tijdens cognitieve gedragstherapie
In cognitieve gedragstherapie werken de cliënt en therapeut samen om de beste oplossingen te zoeken die aansluiten bij het probleem en de krachten van de cliënt. De cliënt is tenslotte ervaringsdeskundige van zijn eigen leven en datgene waarmee hij/zij zit.
Gedragsexperimenten bij cognitieve gedragstherapie
Tijdens de gedragstherapie worden vaak gedragsexperimenten uitgevoerd. Samen met de cognitieve gedragstherapeut stelt de cliënt doelen en gaat de cliënt gedragsexperimenten uitvoeren om die doelen te behalen. Ook kunnen de eerder genoemde gedachten en gevoelens getest en misschien opnieuw geëvalueerd worden.
In gedragsexperimenten kan
- de cliënt ontdekken hoe zij/zij nare gevoelens en gedachten onder controle kan houden
- de cliënt nuttige gedachten onderzoeken en herkennen
- de cliënt leren om problemen beter op te lossen en de baas te worden