Tibet en meer dan 50 jaar Chinese onderdrukking
Op 10 maart 1959 wordt in Tibet een volksopstand met keiharde hand door het Chinese leger neergeslagen. De politiek en geestelijk leider Dalai Lama Tenzin Gyatso vlucht naar het buitenland en onder de Tibetanen vallen tienduizenden doden. In Bejing werden in 2008 de Olympische Spelen georganiseerd. Massaal trokken de Tibetanen de straat op om te protesteren. Maar ook nu lieten de Chinezen zien wie de baas in Tibet is. 50 jaar na de Chinese inval is Tibet nog steeds niet onafhankelijk. De protesten van Tibetanen in China escaleren. Bijna dagelijks steekt een Tibetaan zich in brand uit protest. Alleen al in de maand november 2012 was het aantal zelfverbrandingen 25. Sinds 2009 zijn dat er 85.
Tibet als zelfstandige staat
In 1940 wordt Tenzin Gyatso tot
Dalai Lama geïnstalleerd in Tibet. Tibet is op dat moment een rustig gebied, waar nog geen sprake is van Chinese invloed. Tenzin is dan 5 jaar oud, maar wordt al met respect behandeld. De Dalai Lama is voor de Tibetanen de hoogste autoriteit, de
geestelijke en de
politieke leider. Totdat de Dalai Lama achttien jaar wordt neemt een regent de taken waar in de zelfstandige staat. In het naburige China echter gebeurt iets dat de rustige situatie in Tibet drastisch zal doen veranderen.
China en het communisme
In 1949 komt
Mao Zedong in China aan de macht. Dit betekent het einde van de Chinese republiek. Mao roept namelijk op 1 oktober van dat jaar de Volksrepubliek China uit. Het wordt een
communistische staat, waarin het Chinese volk wordt "opgevoed" om communistisch te denken en te leven. Daarbij is er politiek maar
één partij mogelijk die alle macht bezit. Mao organiseert het Chinese
volksbevrijdingsleger dat bekend komt te staan als het
Rode Leger.
Het begin van de Chinese onderdrukking
In oktober 1950 valt het Rode Leger Tibet binnen. Het hoeft geen weerstand van het Tibetaanse leger te vrezen, want dat is veel kleiner en bovendien zeer slecht bewapend. De regering van Tibet geeft nu alle macht aan de Dalai Lama, die op dat moment 15 jaar is. China besluit dat Tibet vanaf dat moment integraal deel uitmaakt van China. De Dalai Lama krijgt een positie in de Chinese regering, waarin hij weinig tot niets te zeggen heeft. De Chinese onderdrukking is begonnen.
Opstand van de Tibetanen
Tijdens het Tibetaans nieuwjaar in 1959 breken enorme rellen uit. De bevolking van Tibet protesteert massaal tegen de Chinese overheersing. De reactie van de Chinezen is verwoestend hard. Er worden tienduizenden Tibetanen gedood, alleen al in de regio Lhasa komen 87000 mensen om. Dorpen en kloosters worden platgebrand en de regering van Tibet wordt ontbonden. De Dalai Lama vlucht met ongeveer 80.000 aanhangers naar Dharamsala in India. Daar vormt hij een
regering in ballingschap.
De vlag van Tibet wordt door China in 1950 verboden. Voor de Tibetanen echter wordt de vlag een symbool van de regering in ballingschap en van de onafhankelijkheidsbeweging.
Tibets cultureel erfgoed
De onafhankelijkheidsbeweging werkt met rebellen die
guerillatactieken toepassen. Zij worden daarbij gesteund door de Amerikaanse geheime inlichtingendienst de
CIA. Het Chinese leger heeft nauwelijks grip op deze tactiek. Het vernietigt de
cultuurschatten van Tibet, waardoor het grootste gedeelte van Tibets
cultureel erfgoed verloren gaat.
Veel Tibetanen vluchten naar het buitenland, onder hen bijna alle leraren, de lama's.
De dood van Mao Zedong en de gevolgen
In 1976 overlijdt de Chinese leider Mao Zedong. Heel langzaam heeft dat gunstige gevolgen voor de Tibetanen.
Zij krijgen iets meer vrijheid en de nieuwe gematigder leiders in China staan enkele Tibetaanse gebruiken weer toe.
In 1977 mogen zelfs de Dalai Lama en de gevluchte Tibetanen weer naar Tibet terugkeren en een aantal jaren later worden de Dalai Lama en de regering in ballingschap uitgenodigd voor een aantal gesprekken, die echter compleet mislukken.
Ook wordt Tibet weer toegankelijk voor buitenlandse toeristen. Het zijn juist de westerse toeristen die ooggetuigen zijn van de nog steeds harde overheersing van de Chinezen. In 1987 en 1988 zien zij het leger hardhandig optreden tegen demonstranten. De vrijheid van de Tibetanen is minder dan de Chinezen deden geloven. Een duidelijk voorbeeld van de keiharde Chinese invloed is de aanleg van de
Bejing-Lhasa spoorweg die in 2006 in gebruik wordt genomen. Complete dorpen zijn voor deze spoorweg wegggevaagd en voor de Tibetanen heilige bergen vernietigd.
50 jaar na de Chinese inval is Tibet nog steeds niet onafhankelijk
In Bejing werden in 2008 de Olympische Spelen georganiseerd. Voor veel Tibetanen aanleiding om aandacht voor hun problematiek aan de wereld kenbaar te maken. Massaal trokken zij de straat op om te protesteren. Maar ook nu lieten de Chinezen zien wie de baas in Tibet is en werden demonstranten met harde hand aangepakt. Deze aanpak leidde tot wereldwijde protestacties, die in veel gevallen in gewelddadige acties uitmondden.
Meer dan 50 jaar na de Chinese inval is Tibet nog steeds niet onafhankelijk.
Zelfverbrandingen in Tibet
De protesten van Tibetanen in China escaleren. Bijna dagelijks steekt een Tibetaan zich in brand uit protest tegen de overheersing door Peking. Het aantal zelfverbrandingen alleen al in de maand november 2012 was 25. De eerste vonden plaats in 2009, een jaar na dodelijke rellen tussen Tibetanen en Chinezen. Sindsdien hebben 99 Tibetanen zich in brand gestoken. Veel mensen in het Westen denken dat het alleen om monniken gaat, maar het zijn ook gewone burgers, vrouwen, mannen en kinderen die tot deze wanhoopsdaad komen. De meesten laten een brief achter waarin ze hun actie uitleggen. Anderen schreeuwen hun eisen, terwijl ze branden. De Tibetanen willen dat Peking hen vrijheid geeft om hun eigen taal te spreken en hun culturele en religieuze tradities uit te oefenen.