De grondwet van 1848
In Nederland hebben we al lange tijd een grondwet, hierstaan onder andere onze grondrechten in. Maar wanneer kwam deze grondwet er? En wat stond er 160 jaar geleden in? Hier kunt u lezen over de oorsprong van de Nederlandse grondwet en hoe hij tot stand is gekomen.
Hoe het begon
De grondwet van 1848 begon bij de liberaal Johan Rudolf Thorbecke. Hij maakte zich al lange tijd zorgen over Nederland. Nadat België zich had afgescheiden ging het berg af waards. Koning Willem I regelde alles voor het volk hierdoor werden de Nederlandse burgers gemakzuchtig en werden ze niet gestimuleerd om hun best te doen. Thorbecke vond dat dit veranderd moest worden, en snel ook anders zou de Nederlandse natie ten onder gaan.
Hij vond dat de burgers het parlement moesten kiezen, en dat dat parlement de hoogste macht moest krijgen. Ministers moesten niet langer dienaren van de koning zijn maar moesten steun zoeken bij het parlement. Het parlement moest daarnaast ruim baan krijgen om de regering te controleren. Met dit plan kreeg Thorbecke echter weinig steun bij de kamer. De koning en de regenten moesten niets van zijn ideeën, ze wilden de situatie leven houden zoals hij was. En ze kregen veel steun bij de conservatieven in de bevolking, zij waren nu eenmaal het meest geschikt om de macht te hebben.
Er was onder de bevolking dus maar weinig steun voor Thorbeckes plan, toch namen de spanningen in het land behoorlijk op. Er kwamen strenge winters, epidemieën zoals malaria en cholera en daarnaast mislukten de graanoogsten. En de spanningen werden alleen maar groter toen er grote demonstraties en bloedige straatgevechten in grote steden als Parijs, Praag, Milaan, Boedapest en Berlijn. Overal werden de koningen en andere machthebbers bang en deden concessies naar de liberalen toe om te zorgen dat ze aan de macht konden blijven.
De grondwet kwam er toch echt
En zo gebeurde dit ook in Nederland. Hier was het echter nog relatief rustig maar Willem II (hij had zijn vader opgevolgd in 1840) zag ook wat er allemaal gebeurde in de rest van Europa en werd nerveus. Daarom gaf hij Thorbecke in 1848 de opdracht op een grondwet te schrijven. Binnen drie weken was hij af. Het werd een van de modernste grondwetten van Europa, zo werd er vastgelegd dat de Tweede Kamer direct werden gekozen door de burgers. De Eerste Kamer werd gekozen door de Provinciale Staten maar kreeg maar weinig invloed. De Tweede Kamer had voortaan de macht. In de grondwet werd ook geregeld dat de ministers verantwoording moesten afleggen tegen over het parlement. Daarnaast werd de macht van de koning aan banden gelegd, hij werd voortaan ‘onschendbaar’. Dit houdt in dat als hij iets verkeert deed de ministers daarvoor verantwoordelijk waren.
Ook de burgers kregen door deze grondwet meer rechten, zo kregen ze vrijheid van godsdienst, meningsuiting, drukpers, vergadering en vereniging. Deze rechten worden ook wel de klassieke grondrechten genoemd. Thorbecke voelde echter niks voor een algemeen kiesrecht. Hij legde in de grondwet een censuskiesrecht vast. Hierdoor kon slechts 10% van de volwassen mannen stemmen.
Willem II kreeg echter al snel spijt van zijn beslissing, en hij wilde het allemaal zo snel mogelijk terug te draaien. Maar hij overleed in 1849 aan een hartaanval. Zijn opvolger koning Willem III probeerde het nog wel maar dit leverde heftige botsingen op met de Tweede Kamer. En deze poging lukte dan ook niet. Voortaan had de Tweede Kamer de macht in het land.