Politieke besluitvorming: Het landsbestuur (trias politica)
Een groot gedeelte van de Nederlandse bevolking meent dat de politieke besluitvorming in Nederland te langzaam gaat, er is te veel regelgeving, romslomp, bureaucratie en noem het maar op. Maar wat houdt deze politieke besluitvorming in Nederland eigenlijk in? In dit artikel bespreken we wat het landsbestuur is en hoe de drie machten in de meeste landen zijn verdeeld.
Het landsbestuur
Om een land goed te kunnen besturen bedacht de verlichte Fransman
Charles Montesquieu het concept van de scheiding der machten, wat uitgewerkt werd naar de
trias politica.
In de meeste landen zijn de drie machten (de trias politica) als volgt verdeeld:
Wetgevende macht:
Deze macht stelt de wetten vast waaraan de burgers zich behoren te houden. In Nederland ligt deze taak op de schouders van de regering (die bestaat uit de ministers en de koningin) en het parlement (welke bestaat uit de Eerste en de Tweede kamer). Vaak is het zo dat een wetsvoorstel door een minister wordt ingediend. Aan zo'n wetsvoorstel gaat een lange voorbereiding door tal van ambtenaren vooraf. Vervolgens beslist het parlement of het voorstel uiteindelijk ook daadwerkelijk een wet wordt.
Uitvoerende macht:
De uitvoerende macht moet ervoor zorgen dat de goedgekeurde wetten precies zo worden uitgevoerd zoals de bedoeling was en in eerste plaats dat de uitvoering sowieso plaatsvindt. De verantwoordelijkheid ligt bij de ministers die richtlijnen geven aan hun ambtenaren of aan instanties die de wet zullen uitvoeren.
Rechterlijke macht:
Deze macht bekijkt en beoordeelt of wetten op de goede manier worden nageleefd. In dit geval ligt de macht in handen van rechters. Wanneer iemand een wet overtreedt kunnen zij deze overtreder bestraffen. Rechters kunnen overigens ook situaties beoordelen waarin burgers onderling een conflict hebben.
De Eerste en Tweede kamer hebben tal van taken en rechten:
Eerste kamer:
Tweede kamer:
- Recht van amendement
- Recht van initiatief
- Budgetrecht
- Vragenrecht
- Recht van interpellatie
- Recht van enquête
De samenstelling van de regering
In Nederland bestaat de regering uit het staatshoofd en de ministers. Iedere minister heeft voor een bepaald beleidsterrein (zijn ministerie) de verantwoordelijkheid. Voornemens qua beleid worden besproken in de ministerraad, de gezamenlijke vergadering van de ministers. Staatssecretarissen kunnen worden aangesteld voor bepaalde onderdelen van het takenpakket van een minister. Alle ministers vormen samen met de staatssecretarissen het kabinet. In tegenstelling tot het staatshoofd moet het kabinet zich wel verantwoorden voor de Eerste en Tweede kamer.
Het staatshoofd
In Nederland hebben we geen gekozen staatshoofd, maar een door erfopvolging aangewezen koning of koningin; de monarchie. De positie, rechten en taken van het koningshuis zijn vastgelegd in de grondwet, welke ook constitie wordt genoemd. Nederland is dus feitelijk een constitutionele monarchie maar met een democratisch stelsel. De koning of koningin kan (in het geheim) adviezen geven.
De taken van de koning of koningin:
- Het voorlezen van de troonrede op Prinsjesdag
- Het plaatsen van zijn of haar handtekening onder alle wetten
- Het benoemen van ministers en (in)formateurs
- Het regelmatig in overleg treden met de minister-president over het kabinetsbeleid
Kabinetsformatie
Nadat de verkiezingsuitslag bekend is geworden wordt gepoogd partijen bij elkaar te brengen om een kabinet te vormen. De koning of koningin benoemt een informateur wanneer partijen niet nader tot elkaar zijn gekomen. Deze gaat op zoek naar partijen welke een gezamenlijk beleid zouden kunnen voeren waar voldoende steun voor kan zijn in de Tweede kamer.
Vervolgens benoemt de koning of koningin een formateur. Deze gaat het uiteindelijke kabinet vormgeven.
Val van het kabinet
Wanneer een wet wordt voorgesteld kan de Tweede kamer deze altijd afwijzen, dit is een recht van de Tweede kamer. Wanneer de betrokken minister of staatssecretaris toch aan dit wetsvoorstel wil vasthouden is er een mogelijkheid voor de Tweede kamer deze persoon weg te sturen. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer het kabinet aan het wetsvoorstel grote waarde hecht, zoveel dat het een val niet uit de weg gaat. Wanneer de Tweede kamer het voorstel toch verwerpt biedt het gehele kabinet haar ontslag in.
Bij een val van het kabinet zijn er twee mogelijkheden:
- Er worden verkiezingen gehouden waardoor er een geheel nieuwe Tweede kamer komt
- Er wordt een nieuwe formateur (of ook een informateur) aangesteld die de mogelijkheden voor een nieuw kabinet onderzoekt.