Ontstaan Nederlands politiek systeem
Het politieke systeem in Nederland is langzaam geëvolueerd tot het systeem dat we anno 2015 hebben. Dit wordt een particratie genoemd. Een particratie is een democratisch politiek systeem waarbij stemgerechtigden mogen stemmen op politieke partijen die hen representeren in de overheid. Deze partijen nemen dan de beslissingen namens de burgers die ze vertegenwoordigen.
Het idee voor een democratie is als eerst gedocumenteerd in Athene. Het woord is dan ook afgeleid van het Griekse woord 'demos'. 'Demos' betekent volk en 'crato' kan worden vertaald als regeren. In deze eerste democratie waren er nog geen politieke partijen, maar bepaalde het lot welke burgers het beleid mochten maken.
Republiek
De Staten Generaal was een instituut dat in 1464 is opgericht. Vertegenwoordigers van de 17 gewesten van de Nederlanden kwamen hier samen voor vergaderingen en bestuur. De bestuurders die hier zitting hadden bestonden voornamelijk uit regenten en de adel. De regenten kwamen uit rijke koopmansfamilies uit de Hollandse steden. De adel kwam voornamelijk uit de landelijkere gewesten.
Een eeuw later begon er een opstand tegen het Spaanse rijk, vanwege geloofsvervolging, een belastingverhoging en een poging tot meer centralisering van het bestuur. Eerdere opstanden mislukten, maar deze poging slaagde en zo ontstond de Republiek der Nederlanden.
De Staten Generaal werd vanaf toen gebruikt voor soeverein bestuur over de Nederlanden. De afgevaardigden van deze Staten Generaal waren toen niet verdeeld in politieke partijen, maar werden gekozen vanuit hun regio en status. Elk gewest had een stem, vertegenwoordigd door 5 tot 15 afgevaardigden. De stadhouder mocht enkele afgevaardigden uit voornamelijk Zeeland en Holland benoemen. Dit leidde ook weleens tot verdeeldheid. De stadhouder koos een deel van de afgevaardigden in de Staten Generaal.
In Nederland waren er twee tegenstrijdige politieke stromingen; die van de staatsgezinden, die voornamelijk bestond uit regenten en die voor een handelsgerichte staat was met de Staten Generaal als ultieme machthebber. Anderzijds waren er de prinsgezinden, die de stadhouder meer macht wilden geven.
Monarchie
Deze situatie was zo totdat Napoleon Nederland veroverde en zijn broer als koning installeerde en er een monarchie van maakte. Nadat Nederland weer zelfstandig werd, bleef het echter een monarchie. De Staten Generaal werd opgesplitst in een Eerste en Tweede Kamer, waarbij de Eerste Kamer alleen ja of nee kon stemmen tegenover wetsvoorstellen uit de Tweede Kamer. In deze monarchie had de koning vrij absolute macht, de Eerste Kamer werd namelijk benoemd door hemzelf. Zodoende kon hij via zijn Eerste Kamerleden wetsvoorstellen af- of goedkeuren.
In 1848 waren er in Europa echter revoluties en opstanden gaande en besloot koning Willem II onder druk om van zijn macht af te zien. Hierop schreef Thorbecke een nieuwe grondwet en zo werd Nederland een constitutionele monarchie, waarin de monarch geen Kamerleden meer mocht benoemen. De belastingbetalende burgers mochten dit vanaf dat moment doen.
Particratie
In de nieuwe Kamers begonnen de Kamerleden zich na een decennium steeds meer samen te stemmen op basis van overeenkomstige standpunten. Zo ontstonden vanaf 1860 de politieke partijen in Nederland. Het stemrecht werd vanaf dat moment elke paar decennia uitgebreid, allereerst naar elk inkomensniveau en uiteindelijk alle mannen in 1917. Tot die tijd had Nederland een kiessysteem dat vergelijkbaar is met dat in Frankrijk, Engeland en de VS; namelijk een districtenstelsel. Uit elk district kon dan een vertegenwoordiger gekozen worden. Maar in 1918 werd dit omgezet naar evenredige vertegenwoordiging, waardoor kleine partijen ook in de Eerste en Tweede Kamer konden komen. Een jaar daarna kwam er nog een democratische vooruitgang en kregen ook vrouwen stemrecht.
Dit algemeen stemrecht is later uitgebreid naar 21-jarigen in 1965. In 1972 was de laatste democratische innovatie, waardoor er meer mensen invloed hadden op het bestuur, want vanaf toen mocht iedereen vanaf 18 jaar stemmen. Dit zou je kunnen zien als het democratisch hoogtepunt van Nederland.
Minder soevereiniteit
Sindsdien is er steeds meer bevoegdheid overgedragen naar internationale verdragen over vluchtelingen, auteursrecht en dergelijk, en voornamelijk de EU. Nederland is er dus minder soeverein op geworden, hoewel het parlement dat de verdragen goedkeurt wel democratisch is gekozen. Desalniettemin bleek uit het referendum over de Europese grondwet er toch een kloof te zitten tussen wat de partijen wilden en wat de burgers wilden, aangezien de meeste partijen voor een Europese grondwet waren en 62% van de burgers tegen. Nederland is echter geen directe democratie zoals Zwitserland waar referenda bindend zijn. Er zijn echter politieke partijen die referenda willen, dus wellicht dat het in de toekomst wel een nieuwe democratische innovatie wordt.
© 2015 - 2024 Pieterdejager, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Bronnen en referenties
- Geschiedenis van de Nederlanden, JCH Blom