Laos: het vergeten land van de Vietnamoorlog
Laos is het meest gebombardeerde land in de geschiedenis. Meer dan twee miljoen bommen daalden neer op Laos tijdens de Vietnamoorlog tussen 1964 en 1973. Hoewel het Zuidoost-Aziatische land officieel niet bij de oorlog betrokken was, heeft het land toch vele slachtoffers gekend. Maar nog steeds worstelt Laos met de gevolgen van de Vietnamoorlog. De clusterbommen zijn namelijk maar voor één procent opgeruimd; terwijl miljoenen bommen nog niet zijn gevonden.
De Vietnamoorlog
De Vietnamoorlog was oorspronkelijk een oorlog tussen Noord- en Zuid-Vietnam. Maar al gauw werd het Zuid-Vietnamese leger financieel en operationeel ondersteund door de Verenigde Staten. Dit kwam doordat de VS bang was dat Vietnam communistisch zou worden. Het noorden van Vietnam werd immers gesteund door de communistische guerrillabeweging de Vietcong. Hoewel de strijd zich hoofdzakelijk afspeelde in Vietnam, werden de buurlanden Cambodja en Laos ook flink geteisterd.
Laos bood gedurende de Vietnamoorlog onderdak aan de communistische soldaten uit Noord-Vietnam. Dit was voor Amerika de druppel die de emmer deed overlopen. De VS besloot daarop het Zuidoost-Aziatische land te bombarderen. De bombardementen vonden plaats gedurende een periode van maar liefst negen jaar waarbij Laos iedere dag elke acht minuten werd geteisterd. Deze zogeheten clusterbommen waren groter dan een tennisbal en vielen als regen uit de lucht. Het gevolg was rampzalig. Zo’n 270 miljoen clusterbommen raakten Laos waardoor het zijn titel kreeg als meest gebombardeerde land ‘ooit’ de geschiedenis.
Rampzalige gevolgen voor Laos
Nog steeds kampt Laos met de gevolgen van de oorlog. Ongeveer een derde van de bommen is immers nooit ontploft. Deze bommen, ook wel niet-ontploft oorlogsmateriaal (UXO) genoemd, liggen door het hele land verspreid. Sinds de oorlog hebben de UXO's het Zuidoost-Aziatische land flink verontreinigd. Maar dat is nog niet alles: slechts één procent van de niet-geëxplodeerde munitie is pas opgeruimd.
De UXO's hebben na de oorlog meer dan 12.000 slachtoffers gemaakt. Naar schatting zijn er ook nog eens 20.000 gewond geraakt. Doordat de UXO’s nog steeds niet opgeruimd zijn, komen er jaarlijks ongeveer 100 slachtoffers bij. Maar liefst zestig procent van de gevallen sterft bij een UXO-explosie. Veertig procent van deze ongevallen betreft kinderen.
UXO’s: winstgevend maar gevaarlijk
De slachtoffers komen meestal uit arme dorpen waar het verzamelen van oorlogsmateriaal een bron van inkomsten is. Kinderen, volwassenen en bejaarden zoeken iedere dag naar UXO’s door middel van een metaaldetector. Indien ze zo'n clusterbom vinden, wordt het metaal ervan omgesmolten naar lepels, pannen of sieraden. Maar ook kan de munitie worden omgesmolten naar geld. Een kilo opgespoord metaal is al snel gemiddeld 15 eurocent waard. Het overgebleven materiaal, zoals oude raketten en bom-omhulsels worden vaak gebruikt als versteviging voor de houten hutten of hekken.
Economische achteruitgang
Het zoeken naar niet-geëxplodeerde munitie is dus niet altijd even veilig. Uit angst voor UXO’s blijven daarom enorme stukken landbouwgrond ongemoeid. Bovendien raken de overgebleven akkers uitgeput door de constante bebouwing. De gevolgen zijn immens, want de economie ligt door de onveiligheid al jaren stil. Het land is immers niet aantrekkelijk voor buitenlandse bedrijven, omdat het er zo onveilig is. Hierdoor is Laos al sinds de oorlog één van de slechts ontwikkelde landen ter wereld.
De toekomst van Laos
Gelukkig is er nog hoop. De explosieven opruimingsdiensten gaan al sinds de jaren 90 iedere dag op pad om de clusterbommen op te ruimen. Hierbij krijgen ze financiële hulp van Europa en de Verenigde Staten. Sinds kort komt er ook ondersteuning van het Amerikaanse ArchAerial. Dit bedrijf zet drones in om overgebleven clusterbommen op te sporen. Dit doen ze door middel van laserlichttechnologieën die een soort 3D–kaart maken van de gebieden. Oneffenheden op de kaart tonen meestal aan dat er een UXO in de buurt ligt.
Het is echter een zeer langzaam en moeizaam proces om de clusterbommen daadwerkelijk allemaal tot ontploffing te brengen. De bommen zijn meestal gesitueerd in moeilijk toegankelijke gebieden waardoor het bijna onmogelijk is om hun werk uit te voeren. Zo claimen de opruimingsdiensten dat het nog wel eens honderd jaar kan duren voordat de laatste bom onschadelijk wordt gemaakt.