Nationalisme tijdens het democratiseringsproces
Sinds de tweede helft van de 18e eeuw, met de opkomst van het kapitalisme, bestaat er voor machthebbers de noodzaak hun volk aan zich te binden om ze te laten werken en belasting te laten betalen. Vanaf dat moment werd nationalisme een belangrijk instrument. Ook in de 21ste eeuw zien we hier de sporen nog van terug.
Inhoud
Binding
Staten die mensen echt aan zich konden binden hadden een grote voorsprong op anderen. Voorbeelden hiervan zijn Engeland en Frankrijk. Wie het nationalisme niet gebruikte, liep het risico verslagen te worden door een andere elite die door middel van nationalisme wel het enthousiasme van het volk kreeg. Nationalisme gaf het gevoel van bescherming tegen andere naties.
Om mensen tot collectieve actie aan te sporen zijn twee belangrijke tools nodig:
verenigende ideeën (die mensen overtuigen van een gemeenschappelijk doel) en
effectieve instituties. Zulke instituties zijn bijvoorbeeld immigratiediensten, rechtbanken, politie, en de wetgevende macht. Dit is natuurlijk allemaal erg lastig en kostbaar om op te zetten. Een oplossing is het vinden van een groep die al de gewoonte heeft om samen te werken, en vervolgens hun grondbeginselen te gebruiken om dit soort samenwerking op nationale schaal te promoten.
Als nationalisten in hun macht bedreigd worden, vaak door een groep die vraagt om meer democratische rechten, is de typische reactie het erop wijzen dat deze democraten de vijanden van de staat in de kaart spelen en zo het nationale front verzwakken.
Marktplaats van ideeën
Nationalistische elites moeten eerst een
markt voor nationalistische ideeën scheppen. Om dit te doen maken ze tijdens het
democratiseringsproces gebruik van de onvolwassenheid van het publieke debat, om hier in hun ideeën te promoten. Ze kunnen de media kapen, verkiezingen beïnvloeden of vervalsen, de rechtbank beïnvloeden, etc.
Tijdens dit proces is er vaak sprake van een grote persvrijheid waarin nationalistische uitingen naar voren kunnen komen. Of de verspreide mythes succesvol zijn, hangt af van de marktplaats van ideeën. Als de balans daar goed zou zijn, en iedereen dus toegang zou hebben tot alle informatie, ook intellectuelen, dan zouden de nationalistische mythes snel ontkracht worden. Maar in een staat die midden in het proces van democratisering is, is er zelden sprake van zo'n balans. In een geval van een monopolie van de pers, zoals bijvoorbeeld in de Republiek Weimar het geval was, is er een grote voedingsbodem voor nationalisme.
Gevaar van conflicten
Nationalistische verleiding leidt vaak tot binnen- en buitenlandse conflicten. Dit komt doordat het anderen gauw als
'vijand van de staat' bestempelt, uitsluit, of domineert. Als deze anderen sterk genoeg zijn, komt het als snel tot een al dan niet gewapend conflict.
Vier typen nationalisme
Er zijn vier hoofdtypen nationalisme te onderscheiden in staten in een democratiseringsproces: etnisch, civiel, revolutionair en contrarevolutionair.
- Etnisch nationalisme kwam bijvoorbeeld voor in Servië. Ze baseren zich op een gemeenschappelijke cultuur, taal, historie, religie, etc.
- Civiel nationalisme, zoals dat bestaat in de Verenigde Staten van Amerika, is gebaseerd op loyaliteit aan de staat. Hierbij kunnen ook andere die bereidt zijn tot deze loyaliteit zich aansluiten, als je maar staatsburger bent.
- Revolutionair nationalisme, zoals in Frankrijk in 1789 tijdens de Franse Revolutie, komt vanuit een groep die zegt de meerderheid van het volk te vertegenwoordigen, en wil het volk aan de macht brengen.
- Contrarevolutionairen willen juist voorkomen dat progressieve groeperingen aan de macht komen en de traditionele instituties ondermijnen.
Vaak is er geen sprake van zo'n pure vorm, maar eerder van een
mengvorm van twee of meerdere typen nationalisme.