Liberalisme: het Oostenrijkse Imperium
Er werd wel eens geopperd dat de Habsburgse monarchie een anachronistisch fossiel was, helemaal de aansluiting missend met de Westerse industriële maatschappij, en het ideeëngoed van de Franse revolutie. Dit is een misvatting. De 'Donaumonarchie' mag dan wel reactionair geweest zijn, ze vertoonde evenzeer liberale trekken. Alleen werd de trias gelijkheid - vrijheid - broederlijkheid vervangen door pax - securitas - justitia.
Algemeen
In het eigenaardige politieke en culturele systeem van Oostenrijk, met waarden die naar West-Europese normen niet te vatten waren, ontstond een liberalisme dat anders was dan wat er hier onder verstaan werd. Het was ook wel revolutionair nationalistisch, maar met een specifieke opvatting ivm de staat-natie verhouding. Uiteindelijk zou in de 19e eeuw de oude 'staat' van dynastie en adel toch vervangen worden door de moderne staat, door de burgerlijke gemeenschap van 'Bildung' en industrie.
De Franse revolutie kende weinig directe gevolgen op Oostenrijk. Er waren enkel wat feodale revoluties en boerenopstanden owv geschonden rechten. Er was slechts een zeer kleine, intelectuele kern 'Jakobiner' die werkten aan een 'Umsturz', en die was dan nog eerder adelgericht, niet extreem anti-monarchie. Binnenlands werd er dus niet erg gevreesd voor revolutie, maar de mening was dat de oorlog met Frankrijk ideeën zou binnenbrengen. Censuur en een verbod op het toelaten van Fransen werd ingesteld. Onder andere hiertegen reageerden de 'Jakobiner'. In het algemeen vroegen ze enkel een beleid met bredere basis, zijnde inspraak voor de burgerij. Hun leider, de Hongaar Ignar von Martinovics, en enkele Rousseau-, Peine-, en 'Le Moniteur'-lezende compagnons radicaliseerden, maar werden vervolgd. Hoedanook, een eerste maal werd de 'Aufklärung' afgewezen.
Epochwende
De oorlog tegen Napoleon deed de politiek verstarren. Om zichzelf uit Napoleon klauwen te houden werd in 1806 het Heilig Roomse Rijk genulificeerd. Dit was een 'Epochwende': Oostenrijk werd politiek afgescheiden van Duitsland. De ministers gingen zich, contrasterend met vooral buitenlands beleid in het vorig era, weer om het binnenland bekommeren. P. Stadion begon optimistisch aan zijn hervormingen, doch de meeste initiatieven werden niet voldragen. Na al deze falingen, een periode waarin de keizer bereid was geweest om toe te geven, leek een terugkeer naar het oude systeem plots aanlokkelijk. Er ging weer meer macht naar de keizer, geen absoluut monarch, maar een opperste burokraat, de 'Schreibtischabsolutist'. Zijn hoogste ambtenaar werd Genz, een verwoed - na het lezen van Burkes 'Reflections on the Revolution in France' - tegenstander van de Franse Revolutie. Met Metternich, initieel bevoegd voor Buitenlandse Zaken, kon het konservatisme verder hoogtij vieren.
Nieuwe eisen
De regering zou echter wel ingaan op andere liberale ontwikkelingen: de burgerij, een (korte) economische hoogconjunctuur kennend, en denkers zoals Karl Kubech verkregen de gevraagde 'Industrialfreiheit'. Zelfbestemmingsrecht, medezeggenschap en vrijheidsrechten konden echter nog niet, want dat paste niet in wat het Weens Congres wilde: stabiliteit, evenwicht, orde. Hierom werd de volgende liberale dreiging hard aangepakt: Italiaanse 'independenti' lieten van zich horen omstreeks 1830. Opstanden in Napels, in Piemont (onder leiding van de Parijse revolutionair Andryane), Midden-Italië (onder protectoraat van Louis-Philippe) en het dynamische Lombardije (het industrie- en publicatiecentrum van de Oostenrijkse gebieden) deden Metternich hard optreden. Het 'Jong-Italië' van Mansini zag hij als 'endemischen en epidemischen Krankheit'. Het 'Jong-Hongarije' van Lojos Kossuths en de daaruit volgende nationaal-liberale 'Reformpartei' (in 1842 meerderheid in de Rijksdag) deden hem spreken van de 'Vorhölle der Revolution'.
Economie
Intussen had de burgerij aanzien en rijkdom gewonnen door de economische groei van 1830. Ze was met deze materiële winst tevreden en voldaan, en daardoor mede schuldig aan de politieke stagnatie. Er ontwikkelde zich geen zelfstandige derde stand, verder werkend aan een eigen politieke rol. In de Hofraad hadden ze wel een paar medestanders zoals Krauss ('liberaal met een christelijke relativering' wat toch ook al fel afstak tegen de politieke maximen van Metternich) en vooral Franz-Anton Graaf von Kolowrat-Liebsteinsky. Deze edelman was een liberaal uit tactische overwegingen. Bezig met een heuse machtskamp tegen Metternich, steunde hij de burgerij, en bemiddelde voor haar bij de feodale adel. Rond 1840 vereffende Metternich echter de rekening.
1848
Dit geheel van hervormingsgezinde ambtenaren, nationale bewegingen, en dan toch invloed eisende burgerij maakte Oostenrijk gereed voor de ommezwaai. De bom barstte in 1848. Metternich's conservatieve systeem viel toen uiteen. Zijn plan om de revolutie uit Oostenrijk te houden als de Revolutie uit Europa kon gehouden worden faalde. Omdat met dit plan zijn binnenlandse macht niet geconsolideerd was - Kolowrat had die in handen ondanks de ingrepen van 1840 -, kon hij ze eens op gang in Europa niet stoppen in Oostenrijk. Zoals elders verbond de 'lente der volkeren' van 1848 zich met de politieke eisen van het liberalisme nl. meningsvrijheid, grondwet en parlement. Veel oppositionele ambtenaren zagen in een representatieve grondwet het 'universalheilmittel' voor al de mistoestanden en ontstemming van het moment. De Weense cafés zaten toentertijd ook vol met gelijkgezinde, ontstemde burgers. Ze lazen er verboden kranten, en hielden politieke discussies zoals de adel in de 'salons'. Epicentrum van de radicale intellectuelen was 'Casa Piccola' van waaruit men op 12-13 maart 1848 vertrok om de revolutie te maken.
Standpunten
De maanden voorafgaand was de organisatiestructuur van de liberalen hechter geworden: een sociaal netwerk was gevormd tussen dissidenten, journalisten, naar openheid en vrijheid vragende wetenschappers en ambtenaren. Let wel, deze burgers waren initieel goede en trouwe patriotten. Zij juichten de keizerlijke majesteit toe. Zij dachten Duits en Oostenrijk moest de Duitse landen overheersen. Als dan de barricaden werden opgetrokken waren de eisen: de val van Metternich, medezeggenschap, meer opinie- en persvrijheid, een constitutioneel staatsbestel, en een rechtswezen deze naam waardig. Onder leiding van de studenten belegerde een mensenmassa de Hofburg. Metternich capituleerde. Op 15 maart werd een keizerlijk manifest uitgevaardigd, waarin een vrije constitutie werd beloofd. Gejubel brak los. Algemene verbroedering heerste. Men dweepte met Italianen, Hongaren en Tsjechen, en verheerlijkte de liberale en humanitaire idealen. Een nieuwe regering onder leiding van Kolowrat kon aan de slag.
Controverse
Er volgde echter een opsplitsing tussen de sociaal minder progressieven en de radicaal democraten. Er volgde weer studenten- en arbeidersprotest in mei en een bloedige opstand in oktober. Het nationaliteitenprobleem en een crisis in de eigendomsverhoudingen kondigden zich aan. Later abdiceerde keizer Ferdinand ten voordele van Frans-Jozef, zoon van aartshertogin Sofie. Die deed zich voor als een voorstander van de vrijzinnige denkbeelden van de tijd. De onderdanen stelden zich graag onder zijn leiding. Niet alleen de aristocratie, maar ook de burgerij had toen genoeg van de revolutie. Het pax–securitas–justitia liberalisme had zich genesteld.
© 2007 - 2024 S0005141, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Studeren in OostenrijkOostenrijk is een land waar je goed kunt studeren. Dit komt doordat je hier gemakkelijk wordt toegelaten tot een hogesch…
Citytrip Wenen in een notendopAlles wat je moet weten over de cultuurstad van Europa. Oostenrijk heeft meer te bieden dan louter skipistes en après-sk…
Mussolini. Il DuceBiografie: Mussolini, Benito (° 29 juli 1883, + 28 april 1945). Leider van Italië van 1922 tot 1943.
Bronnen en referenties
- HONAK, P. "Austria-Hungary", 1995.