Het Congres van Wenen tot het ontslag van Bismarck
De distributie van de capaciteiten over de spelers is van belang bij de balance of power, een binnen de internationale betrekkingen belangrijke theorie. Sommige landen hebben belang bij het behouden van de status-quo, anderen vinden juist dat ze tekort komen. Bij het Congres van Wenen in 1815 was dit principe van groot belang.
Inhoud
Het Congres van Wenen
In 1815 was het
Congres van Wenen. Daar in werd gesproken over hoe om te gaan met de op dat moment nieuw ontstane situatie. De vorm was
diplomatie. Landen moesten constante diplomatieke betrekkingen met elkaar blijven onderhouden. Twee afspraken waren van belang:
- Er moest voorkomen worden dat Frankrijk opnieuw zo'n poging zou doen tot veroveringen als Napoleon dat had gedaan.
- Ten tweede moest er worden omgegaan met Duitsland. Als het namelijk zwak is, zal Frankrijk blijven proberen het te veroveren. Als het sterk is, is het een potentiële hegemon. Omwille van de Franse veiligheid zou Duitsland niet één mogen worden.
In een vredesverdrag na een oorlog komt cast te liggen wie wat krijgt. Volgens Kissinger moet je daar in voorkomen dat iemand er gevoelend van wrok aan overhoudt. Je moet dus gematigd blijven, en een verzoenende houding aannemen.
Twee allianties
Na het Congres van Wenen waren er twee allianties:
- De Heilige Alliantie bestond uit Rusland, Pruisen en Oostenrijk-Hongarije.
- De Quadruple Alliantie (de Viervoudige Alliantie) bestond uit Engeland, Pruisen en Oostenrijk.
Problemen die binnen die allianties telkens voor problemen zorgden waren het
Pruisisch nationalisme, het
Franse revanchisme, de
Britse Splendid Isolation en de
Oriëntaalse kwestie.
Krimoorlog zorgt voor breuk
De
Krimoorlog betekent het einde van goed lopen van het Congres van Wenen. De directe aanleiding is het probleem met de christenen in Turkije. Napoleon III van Frankrijk wil zich opwerpen als beschermheer van deze christenen, en kwam zo in Russisch vaarwater terecht. Zo wilde hij in het buitenland daden stellen om in eigen land meer draagvlak te krijgen. Engeland voelde zich bedreigd door Rusland in dat gebied en stuurde de vloot die kant op. Dit stelt vervolgens Oostenrijk-Hongarije voor een dilemma omdat zij zo een kant moesten kiezen. Het wordt de kant van Engeland. De Heilige Alliantie is hiermee niets meer waard.
Engeland richtte zich overmatig op de Russische dreiging en zo minder op Duitsland. Maar de grootmeester in het 'het spel met de vijf kegels' na de Krimoorlog is toch de Duitse leider
Bismarck. Landen gingen elkaar nu zien als rationele spelers. De eerste revisionist was Napoleon III en de tweede was Bismarck. Hij vond dat Pruisen te klein gehouden werd en wilde niet zomaar een onderdeeltje van Duitsland zijn. De ideeën van Napoleon III waren gebaseerd op mispercepties. Hij bedacht niet dat het Congres van Wenen ook Duitsland in toom hield. Bovendien zagen ze Oostenrijk-Hongarije nog steeds als het land om rekening mee te houden, terwijl het alle macht al verloren had.
De Duitse eenwording
Bismarck begon oorlogen die hij gewoon wel aan kon, zoals in 1866, en zoals in de oorlog tegen Oostenrijk (de Broederoorlog), die hij in de pan hakte. Hij ging voor de Duitse eenwording, maar dan wel onder Pruisische heerschappij. Hij voerde daarvoor geen oorlog tegen de rest van Duitsland om ze te onderwerpen, waar hij ook voor had kunnen kiezen. Nee, hij wilde een spontane eenwording. Dit probeerde hij te bewerkstelligen door een oorlog met Frankrijk, om Frankrijk de agressor te laten lijken. Maar deze oorlog moest hij dan natuurlijk niet zelf beginnen. De Spaanse troon was een goed instrument. Deze troon was vrijgekomen en Duitsland had hier wel oren naar. Dit zou betekenen dat Frankrijk omsingeld zou worden, wat hen zou provoceren tot het beginnen van een oorlog. Het lukte indirect. De
Frans-Duitse Oorlog werd snel in het voordeel van Duitsland beslist, en dit betekende de
Duitse eenwording onder Bismarck in 1871.
Vanaf dat moment stond Duitsland zoals in de inleiding genoemd, in het kamp van de landen die de status-quo willen handhaven. Bismarck besefte dat nog verder gaan met het uitbreiden van macht anderen tegen Duitsland zou opzetten. Hij begon zich als beschermer van het machtsevenwicht te zien. Maar Duitsland was al zo groot dat anderen al argwaan hadden gekregen.
Bismarck noemde zijn politiek de
'politiek van de tevredenstelling'. Duitsland zou niet nog verder gaan en deed dus ook niet mee aan de koloniale politiek, waar veel andere Europese landen nog middenin zaten.
Frans revanchisme
Frankrijk was nu de revanchistische staat geworden. Plan was hen te isoleren en Duitsland tot centrum van een alliantie te maken. Eerst kwam er een Duitse alliantie met Oostenrijk-Hongarije (1), daarop volgt Rusland (2), vervolgens Italië (3) en Engeland gaf informele steun (4) vanwege haar belangen in de Middellandse Zee. Frankrijk was nu geïsoleerd.
De eerste crisis voor de alliantie kwam in 1878 over de
Vrede van San Stefano. Hier was Bulgarije protectoraat van Rusland geworden. Na afspraken hier over voelde Rusland zich te kort gedaan. Ze verbraken de alliantie maar kwamen er later weer op terug. In 1880 komt de definitieve breuk tussen Rusland en Oostenrijk-Hongarije. De grote nachtmerrie van Bismarck is een Russisch-Franse alliantie. Als Wilhelm II keizer is ontslaat hij Bismarck. Hij zag de geheime afspraak met Rusland niet zitten over steun in geval van een Oriëntaalse crisis tegenover Oostenrijk-Hongarije.
Lees verder