Hoe help ik een kind met autisme om overzicht te krijgen

Een korte uitleg over autisme
In feite zit het zo: wanneer je nieuwe informatie krijgt, zie je dit doorgaans als een geheel. Iemand met autisme deelt de informatie op in losse puzzelstukjes. Voordat de waarneming of informatie als geheel gezien kan worden, moeten al deze losse stukjes met elkaar in verband worden gebracht. Stel je eens voor hoe lastig dit is! Als je de puzzelstukjes niet in elkaar krijgt, ontstaat er chaos. Je hebt tijd nodig om de waarneming of informatie te verwerken en de puzzelstukjes in elkaar te zetten.Een kind met autisme heeft moeite om zaken te overzien; dit komt voornamelijk doordat het ongestructureerde losse flarden zijn en het overzicht ontbreekt. Hierdoor heeft iemand met autisme vaak moeite met het plannen, organiseren en uitvoeren van taken. De hersenen van een kind met autisme verwerken de waarneming als puzzelstukjes en daardoor heeft hij of zij de grootste moeite om de samenhang tussen de deeltjes te zien. Dit houdt in dat hij of zij de indrukken die hij of zij opdoet, niet goed aan elkaar kan koppelen. Oorzaak en gevolg ziet hij of zij niet altijd en relaties tussen mensen kunnen hem of haar ook ontgaan. Wat een kind met autisme nodig heeft, is hulp bij het creëren van samenhang, structuur en overzicht.
Hoe help je een kind met autisme om samenhang en overzicht te krijgen?
Er zijn vijf basisvragen die een kind met autisme kunnen helpen om samenhang en overzicht te creëren:Wie
Doet hij het zelf? Wat doen anderen?
Het is voor een kind met autisme belangrijk om te weten wat een ander doet als hij uit zijn of haar gezichtsveld verdwijnt en wanneer hij de belangrijke ander weer terug zal zien. Het is belangrijk om dit ook te noemen en te koppelen aan tijd of een activiteit.
Wat
Hieronder valt alles wat een kind moet uitvoeren; oftewel taken. Ook het wachten, luisteren en de overgangen van de ene activiteit naar de andere horen bij Wat. Wat moet er gebeuren? In feite wordt dit nader uitgewerkt en verduidelijkt in Hoe, Wanneer, Waar en Wie.
Waar
Waar moet het kind de taak uitvoeren? Een vaste plek kan houvast geven.
Wanneer
Wanneer start de taak? Wanneer is de taak klaar?
Het gaat hierin niet alleen om de dag of het tijdstip maar ook om de volgorde. Bijvoorbeeld: de taak start als het kind zijn of haar bord leeg heeft.
Waarom
Waarom moet de taak gedaan worden?
Hierin is de helderheid en duidelijkheid belangrijk en koppel dit aan regels en afspraken.
Hoe
Hoe moet het gedaan worden?
Voor een kind met autisme helpen details juist om de samenhang te creëren.