Verwerken van een ziekenhuisopname

Een ziekenhuisopname is voor een kind een ingrijpende gebeurtenis. Hoe ingrijpend merkt u vaak pas na ontslag uit het ziekenhuis. Uw kind kan zich dan thuis anders gedragen dan u gewend bent. Soms gebeurt dat niet direct na de ziekenhuisopname, maar enige tijd later. En soms ook helemaal niet.

Ziekenhuisopname

• Veiligheid en vertrouwen
• Ander gedrag na ziekenhuisopname
• Tips bij ziekenhuisopname
• Tot slot

Veiligheid en vertrouwen

Voor een kind kan het ziekenhuis een wereld voor onduidelijkheden en onzekerheden zijn. Tijdens de opname zijn er misschien dingen gebeurd die uw kind niet begrepen heeft. Deze gebeurtenissen moet uw kind verwerken. In de periode na de ziekenhuisopname is het daarom belangrijk dat uw kind zich veilig voelt. Dat veilige gevoel is soms moeilijk te geven; aan de ene kant is uw kind weer blij zijn om thuis te zijn, anderzijds vertrouwt het de situatie misschien niet helemaal. Met deze tegenstrijdige gevoelens kan uw kind het moeilijk hebben. In deze periode is het goed om uw kind extra aandacht te geven.

Ander gedrag na ziekenhuisopname

Uw kind kan na een ziekenhuisopname tijdelijk:

• angst hebben om door u alleen gelaten te worden
• veel meer aandacht vragen dan gewoonlijk
• problemen hebben met slapen
• problemen hebben met eten
• boos zijn of agressief gedrag vertonen
• huilbuien hebben
• in zichzelf gekeerd zijn
• niet naar school willen

Terugvallen in de ontwikkeling zoals:

• bedplassen terwijl het al zindelijk is
• kruipen terwijl het al kon lopen
• duimen
• slechter praten dan gewoonlijk

Het kan helpen, als u weet dat dit gedrag niet tegen u gericht is, maar dat uw kind op deze wijze emoties afreageert. Als uw kind weer het vertrouwen krijgt dat er niet elk moment iets naars kan gebeuren, verdwijnen in veel gevallen deze gedragsveranderingen na korte tijd.

Tips bij ziekenhuisopname

• Geef uw kind de extra aandacht waar het om vraagt. Wees niet bang uw kind te verwennen
• Zorg dat u of een bekende zoveel mogelijk aanwezig is bij uw kind.
• Blijf het ritme van de dag volgen dat u gewend bent.
• Probeer negatief gedrag te negeren en positief gedrag te belonen.
• Geef uw kind materialen waarop het boosheid en agressie kan afreageren (boksbal, kussen, hamertje tik, oud speelgoed)
• Bij slaapproblemen kunt u een lampje laten branden in de slaapkamer of op de gang.
• Voor het slapen gaan, kunt u het beste een vaste volgorde aanhouden (pyjama aan, tandenpoetsen, verhaal lezen enz).
• Als uw kind niet naar school wil, probeer dan afspraken te maken met de leerkracht. Begin rustig aan met eerst alleen ochtenden naar school. Bouw dit op totdat uw kind weer de hele week wil gaan.
• Accepteer de terugval in ontwikkeling en maak er geen punt van.

Om uw kind te helpen de ziekenhuiservaring te verwerken is het goed erover te praten. Dit kunt u doen met behulp van:

• Het lezen van boeken over het ziekenhuis.
• Het naspelen van een ziekenhuissituatie, bijvoorbeeld met behulp van een dokterskoffertje.
• Het maken van een teken- of plakboek over het ziekenhuis.

Tot slot

Blijft uw kind lange tijd problemen in het gedrag vertonen, dan kunt u het beste contact opnemen met uw huisarts of het consultatiebureau.