Hoe ontstaat een goed zelfbeeld?
Het beeld wat een kind uiteindelijk over zichzelf heeft, wordt gevormd door met name de ouders en andere mensen die dicht bij het kind staan. Of het beeld positief of negatief is, heeft te maken met wat kinderen horen van hun ouders.
Heeft wat je zegt invloed?
Op het moment dat je kind in je armen ligt en je tegen hem of haar gaat praten, zeg je dingen tegen je kind. Bijvoorbeeld dat je het zo knap vindt dat het zijn olifantje al kan vasthouden. Je ondersteunt dat door bv te zeggen: 'Goed zo, knap hoor'. Kinderen zuigen de woorden op, maar ook je non verbale positieve houding, het timbre van je stem en voelen ook nog of je echt meent.
Ze ontdekken ze wat ze kunnen en hun sterke kanten. Zo vormen ze inwendig een beeld van zichzelf.
Niet alleen de ouders
Niet alleen de ouders zijn bepalend voor de ontwikkeling van het zelfbeeld, ook de leidster op het Dagverblijf, de juf of meester op school en opa's en oma's. Vooral diegenen die nauw bij het kind betrokken zijn. Immers zij zeggen voortdurend dingen tegen en over het kind.
Zelfontdekking
Natuurlijk ontdekt een kind ook zelf waar het goed in is en waar niet. 'Ik kan goed rekenen, maar ik ben niet creatief'', kan een constatering zijn van een kind. Of:' ik kan goed vrienden maken, maar slecht tegen mijn verlies'.
Zijn we ons bewust van wat we zeggen?
Was het maar waar dat we ons realiseren dat wat we zeggen zo'n grote invloed heeft op de zelfbeleving van een kind. We zouden dan namelijk heel wat woorden en zinnen inslikken! We praten in de eerste plaats vaak waar kinderen bij zijn. Soms alleen bij kleine kinderen, maar ook heel regelmatig in het bijzijn van bijvoorbeeld pubers. Om met de laatste te beginnen: 'Hij heeft zo'n beroerde werkhouding, dus het zal wel zittenblijven worden dit jaar'. Bij een jong kind: 'Ze laat volledig over zich heenlopen, het zou me niets verbazen als ze gepest wordt'. Maar ook: 'hij is zo verlegen, of: hij verpest de sfeer in huis,of: Hij luistert voor geen meter'.
Zelfbeeld en zelfvertrouwen
Het beeld dat je hebt van jezelf vormt je zelfvertrouwen. Jezelf leren waarderen en vertrouwen kan pas ontstaan als je positieve gedachten hebt over jezelf. Als je gedachten over jezelf gevoed worden door wat je hoort, kleurt dat de mening over jezelf. Het effect is gedachten als:' Ik ben dom, onnozel, verlegen, niet competent, etc. Hoe vaker je die dingen gehoord hebt, hoe moeilijker ze zijn bij te stellen.
Weeg je woorden
Om je kind een positief zelfbeeld mee te geven, moet je je bewust zijn dat je postieve dingen benoemt bij je kind. Benoemen waar een kind goed in is en waarderende woorden uitspreken over processen die je kind goed doorloopt. ' Ik heb respect voor je doorzettingsvermogen''of: 'Je doorziet dingen snel, dat vind ik heel knap' of'Je bent zo hulpvaardig' .Het mag duidelijk zijn dat een kind daarmee ontdekt waar zijn talenten liggen. Als dat voldoende gebeurt gaat je kind een positief beeld over zichzelf vormen. Eigenlijk ontdekt je kind twee dingen: Ik kan iets en ik ben iemand. Dat vormt de basis van zijn of haar bestaan.
En natuurlijk mag je dan af en toe eens benoemen waar een kind nog wat te leren heeft. Daar is niets mis mee. Maar pas als je hem grond onder de voeten gegeven hebt.
Geef je mede opvoeders inzicht
Praat er met de opa's en oma's, juffen en meesters en leidsters in de Kinderopvang over dat je graag wilt dat er niet over de kinderen gesproken wordt waar ze bij zijn. Een uitzondering is dat als er iets postitiefs gezegd wordt dat juist goed is. Als de juf in het bijzijn van een kind zegt: ' Hij heeft een enorme inzet' mag je dat van harte toejuichen. Of oma zegt: ' Sterre heeft me zo goed geholpen vanmiddag'. Veel mensen weten niet dat negatieve woorden zo diep kunnen binnen dringen en een spoor achterlaten. Daar mogen we elkaar op aanspreken. Want we willen graag dat onze kinderen in zichzelf en eigen kunnen geloven. Want dan worden het volwassenen die open in de wereld staan. Mensen worden die zichzelf vertrouwen. En wie in zichzelf vertrouwd kan anderen vertrouwen.