Jeugdvakantie: pas aan het werk en toch op vakantie!
Je eerste job. Stress, spanning, alles nieuw. Je zet je in voor 100% en dan heb je toch zin in een paar dagen vakantie om terug op adem te komen. In België kan dat sinds een paar jaar. Nieuwe, jonge werknemers hebben immers recht op jeudvakantie. Sinds de zomer van 2012 heeft iedereen die begint te werken recht op één week betaalde vakantie, de zogenaamde Europese vakantie.
Jeugdvakantie: wie kan hier van genieten?
Om van de jeugdvakantie te kunnen genieten moet je aan drie voorwaarden voldoen:
- Jonger zijn dan 25 jaar op 31 december van het vakantiedienstjaar.
- Tijdens het vakantiejaar je studies beëindigd hebben, met inbegrip van je eindwerk. Ook niet meer in een stageperiode zitten en niet meer in opleiding zijn.
- Sinds minstens één maand aan één of meerdere werkcontracten verbonden zijn. Deze job moet minsten 70 werk- of gelijkgestelde uren omvatten, dit is minstens 13 arbeidsdagen.
Hoe lang is die jeugdvakantie?
Het totaal van vergoede, gewone vakantiedagen plus jeugdvakantiedagen mag maximum vier weken zijn. Jeugdvakantiedagen zijn dus een aanvulling op de gewone, bezoldige vakantiedagen. Men is niet verplicht deze jeugdvakantiedagen (helemaal) op te gebruiken.
Wanneer mag je deze jeugdvakantie opnemen?
Een eerste voorwaarde is natuurlijk dat je ten minste één maand werkt als loontrekkende gedurende het jaar waarin je je studies hebt beëindigd. Verder moet je eerst je gewone vakantiedagen opgebruiken. Dan pas kan je aan de jeudvakantiedagen beginnen. Deze jeugdvakantiedagen mogen in één keer opgenomen worden of in stukjes, per volledige dag of per halve dag. Jeugdvakantiedagen komen volledig overeen met gewone vakantiedagen voor wat kinderbijslag, ziekteverzekering en pensioen betreft. Ze tellen ook gewoon mee voor de berekening van de vakantiedagen van het volgende werkjaar.
Ook voor mensen die deeltijds werken?
Ja hoor, ook mensen die deeltijds werken hebben recht op jeugdvakantie. Ook zij kunnen wanneer hun gewone, bezoldigde vakantiedagen op zijn, aanspraak maken op jeugdvakantiedagen. Deze dagen worden in verhouding verloond.
Hoe vraag je zo'n jeugdvakantie aan?
Op het einde van de eerste maand jeugdvakantie, moet de jonge werknemer drie formulieren binnenbrengen:
de C103 jeugdvakantie werknemer, die hij zelf invult en de C103 jeugdvakantie werknemer, die de werknemer moet vervolledigen, in twee exemplaren. Vanaf de tweede kalendermaand en de volgende kalendermaanden met jeugdvakantie, moet de jonge werknemer slechts het C103 Jeugdvakantie werkgever formulier binnenbrengen. Deze formulieren kunnen bekomen worden bij een particuliere uitbetalingsinstelling of bij een werkloosheidsbureau van de RVA. De ingevulde formulieren moeten worden binnengebracht bij een particuliere uitbetalingsinstelling of bij de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen, ten laatste tot februari van het jaar volgend op het vakantiejaar.
Hoe wordt je vergoed tijdens de jeugdvakantie?
De uitkering is ten laste van de werkloosheidsverzekering en bedraagt 65% van het begrensd brutoloon van de jonge werknemer, met een plafond van 1921,71 € (geïndexeerd bedrag). De fiscale voorheffing bedraagt 10,09%. De bezoldiging van al de opgenomen jeugdvakantiedagen zullen plaatsvinden in één keer en wel vanaf de maand mei van het vakantiejaar op basis van de binnengebrachte C103 formulieren van de jeugdvakantie werknemer.
Zomer 2012: invoering Europese vakantie
Het stelsel van de Europese vakantie is gebaseerd op een Europese richtlijn en de praktische modaliteiten worden vastgelegd door de Nationale Arbeidsraad. Concreet zal dit betekenen dat alle loontrekkenden al vanaf het eerste jaar werken één week betaalde vakantie zullen kunnen opnemen. Dus niet alleen schoolverlaters zullen van deze maatregel kunnen genieten, maar ook werklozen, mensen die het werk hervatten na een loopbaanonderbreking of na een ziekteperiode, zelfstandigen die in loondienst gaan werken, etc. Men kan de week vakantie opnemen wanneer men drie maanden heeft gewerkt. Wel moet deze week in hetzelfde kalenderjaar worden opgenomen.