De rechtspositie van ambtenaren
Men kan zich afvragen of een bijzondere rechtspositie voor ambtenaren nog wel van deze tijd is. Al jaren is dit onderwerp van felle discussies en tot op zekere hoogte heeft er al een harmonisatie met het particuliere bedrijfsleven plaatsgevonden.
Kenmerkend is de financiering uit de publieke middelen
Openbare lichamen bezitten eigenschappen die er het werken fundamenteel doet afwijken van het werken in de particuliere sector:
- kenmerkend is bijvoorbeeld de focus op het algemeen belang en de inzet van publieke middelen bij de uitvoering van taken;
- ermee samenhangend de verplichting om over het handelen rekening en verantwoording af te leggen aan het parlement;
- en doordat de overheid niet alleen werkgever maar ook wetgever is, is in veel situaties een voorbeeldrol vereist.
Ambtenaren liepen qua loonontwikkeling jarenlang achter
Het feit dat overheidspersoneel uit de publieke middelen wordt betaald, houdt in dat de aansturing doorgaans niet via marktconforme prijsmechanismen zijn beslag krijgt maar in hoge mate wordt gedomineerd door
budgettaire argumenten. Tientallen jaren bleven werknemers in overheidsdienst qua loonontwikkeling achter bij die in het bedrijfsleven want bij de minste of geringste financiële tegenspoed roepen politici immers in koor om een nullijn voor ambtenaren.
Wat maakt werken bij de overheid zo anders?
De speciale positie van de overheid als werkgever heeft uiteraard ook consequenties voor werknemers in overheidsdienst. Het feit dat men als ambtenaar opereert in dienst van het algemeen belang, brengt specifieke verantwoordelijkheden met zich mee, waarbij vooral zaken als integriteit, loyaliteit en onpartijdigheid hoog in het vaandel staan. En het spreekt voor zich dat de persoonlijke voorkeur nooit doorslaggevend mag zijn voor het functioneren van de ambtenaar. Door al deze factoren is een baan bij de overheid toch wel kenmerkend anders dan een
baan bij een particulier bedrijf.
Ambtenarenstatus bood bescherming tegen politieke willekeur
Maar wisselende politieke voorkeuren en standpunten verlangen van de ambtenaar ook een uitermate flexibele opstelling. Want niks is zo grillig als bestuurders. Doorgaans zijn het slechts passanten. Het zou niet goed zijn als ambtenaren voortdurend op hun tellen moesten letten bij alles wat ze zeggen omdat men ze gemakkelijk de laan uit zou kunnen sturen. Gelukkig kunnen ambtenaren op basis van hun bijzondere status eerlijke adviezen geven, zelfs al staan die hun superieuren niet aan.
Specifieke gezagsverhouding
Die omstandigheden en de specifieke gezagsverhouding bij de overheid heeft ooit bijgedragen aan het ontstaan van de bijzondere rechtspositie van ambtenaren. Met name twee elementen maakten zo’n eigen ambtelijke rechtspositie dus wenselijk:
- volstrekte onafhankelijkheid van het overheidsapparaat;
- bescherming van werknemers bij de overheid tegen politieke willekeur.
Mede door de specifieke gezagsverhouding ontstond de gedachte dat ambtenaren niet op voet van gelijkwaardigheid met hun werkgever konden onderhandelen over hun arbeidscontract. En uiteindelijk werd de bijzondere status voor ambtenaren met de inwerkingtreding van de Ambtenarenwet in 1929 wettelijk geformaliseerd. Bij verondersteld misbruik van haar positie als overheid, kan de individuele werknemer dat laten toetsen door de bestuursrechter (voorheen de ambtenarenrechter).
Nieuwe regelgeving bij voorkeur ook toe te passen op ambtenaren
In de voorbije pakweg 30 jaar is er een duidelijke trend ingezet om de arbeidsvoorwaarden bij overheden meer en meer af te stemmen op datgene wat gebruik is in het particuliere bedrijfsleven. Concreet is er wat dat betreft vooruitgang geboekt met betrekking tot zaken als:
- introductie van collectieve arbeidsvoorwaarden in plaats van eenzijdige oplegging;
- invoering medezeggenschap via de Wet op de ondernemingsraden (WOR);
- verminderde staatsinvloed op ambtenarenpensioenen (privatisering pensioenfonds ABP);
- harmonisatie in wetgeving sociale zekerheid (WIA, WW en Ziektewet.
Nieuwe regelgeving met betrekking tot arbeidsrecht en arbeidsomstandigheden wordt tegenwoordig in beginsel ook van toepassing verklaard op de overheid. Men kan daarbij denken aan aspecten als de gelijke behandeling van mannen en vrouwen, arbeidstijden en arbeidsomstandigheden. Geheel onlogisch is dat niet, omdat het typisch thema’s betreft die in alle sectoren een vergelijkbare betekenis hebben.
Argumenten voor en tegen speciale ambtenarenstatus
Wie zijn oor te luister legt bij politici en direct belanghebbenden, komt zowel voor- als tegenstanders tegen. Ook op internetfora is de eventuele afschaffing van de ambtenarenstatus een hot item. Onderstaand zijn enige argumenten voor en tegen afschaffing verzameld.
Tegen afschaffing | Voor afschaffing |
Tegenstanders van afschaffing van de speciale ambtenarenstatus zijn van mening dat werknemers bij de overheid extra bescherming nodig hebben om in te staan voor hun onafhankelijkheid. Juist daarom bood de wetgever in 1929 een bijzondere rechtsbescherming tegen de politieke "waan van de dag". | Voorstanders van afschaffing zien dat niet als een geldige argument om de ambtenarenstatus te handhaven. Zij stellen dat ook reguliere werknemers bescherming genieten tegen willekeur en onredelijke beslissingen van werkgevers. Trouwens, ook in het bedrijfsleven moeten werknemers rekening houden met de standpunten van hun directie. |
Doorgaans is een overstap naar het bedrijfsleven voor de ambtenaar nu al financieel aantrekkelijk. Indien er nóg meer arbeidsuitwisseling dient te komen, heeft dat onherroepelijk gevolgen voor de hoogte van de ambtenarensalarissen. Electoraal bezien kunnen partijen met de voorgestelde afschaffing weliswaar scoren, maar in de praktijk kan die wel eens duur worden betaald! | Afschaffing van de speciale ambtenarenstatus zal gemeenten meer mogelijkheden bieden voor een concurrerender en meer eigentijds personeelsbeleid. Het zou de mobiliteit op de arbeidsmarkt ten goede komen: de overstap tussen marktsector en overheid zal er eenvoudiger door worden. |
Afschaffing van de beschermde status van ambtenaren past volgens sommige tegenstanders naadloos in het rijtje “versoepeling van het ontslagrecht”, “verkorting van de WW-duur”, “flexibiliseren van de arbeidsmarkt”, “binnenhalen van arbeidskrachten uit Oost Europa” enzovoort. Allemaal onder de noemer: arbeid kan goedkoper. Goedkope verkiezingsretoriek in de zin van “minder ambtenaren”, levert daar uiteraard ook een bijdrage aan. | Een van de grootste politieke pleitbezorgers voor afschaffing van de speciale ambtenarenstatus is de partij D66 in de persoon van de heer Weyenberg. De voordelen van afschaffing zijn volgens hem evident: doordat voor ieder van ons straks dezelfde arbeidsrechtelijke regels gelden, komt dat de arbeidsmobiliteit ten goede, wat zich uiteindelijk vertaalt in besparingen. Ook is hij van mening dat ambtenaren er baat bij kunnen hebben in de CAO-onderhandelingen omdat de rechter partijen straks kan verplichten om serieus te onderhandelen, een aansporing die tot dusver werd gemist. |
Indien de ambtenarenstatus gaat verdwijnen, blijven er nauwelijks nog redenen over om bij de overheid te werken. Onvermijdelijk zal het salaris meer marktconform worden, dit ter compensatie voor het opgeven van die status. Budgettair gezien heeft het dus een duidelijk averechts effect. | |
Lees verder