Controle fysieke beheersing: agressiepreventie in de zorg
Iedereen die werkt met mensen, kan ermee te maken krijgen: (fysiek) geweld. Ook in de zorg komen er bedreigende situaties voor. Om deze dreigingen het hoofd te bieden, kunnen medewerkers verschillende technieken toepassen. Een voorbeeld van een methode om geweld op een respectvolle manier te weren is CFB, Controle fysieke beheersing
Agressie in de zorg
Het werken in een instelling vraagt mensenkennis. Het is belangrijk om als medewerker een basishouding aan te nemen die rust en (zelf)vertrouwen uitstraalt, zodat een cliënt zich veilig voelt. Soms zijn cliënten niet in staat zich anders uit te drukken dan in agressief gedrag, zowel verbaal als non-verbaal.
Dit gedrag komt in alle doelgroepen binnen de zorg voor, bijvoorbeeld in de gehandicaptenzorg, maar ook in de ouderenzorg en jeugdzorg.
Cursus CFB
Zorginstellingen doen er goed aan om medewerkers bekend te maken met methodieken om zich tegen geweld te weren. Dit is in het belang van de medewerkers, maar ook ter bescherming van cliënten, tegen zichzelf en tegen anderen.
Een manier om medewerkers dergelijke technieken aan te leren is ze een cursus Controle fysieke beheersing aan te bieden.
Wat is CFB
CFB is een methode waarbij de medewerker leert in staat te zijn fysieke vormen van agressie af te wenden dan wel zo gecontroleerd en geweldloos mogelijk tot een einde te brengen (fysieke beheersing).
Tevens leert men een zelfverzekerde houding aan te nemen zonder daarbij provocerend te zijn. Zo straal je controle en beheersing uit. Enkele technieken om dit te kunnen bewerkstelligen:
- Door bewust te zijn van je eigen sterke en zwakke punten en vooral je sterke punten te benadrukken; je kan bijvoorbeeld goed praten, je hebt veel geduld of kan je goed inleven in anderen;
- Door te weten dat zowel jijzelf als ook je collega’s in staat zijn om gecontroleerd fysiek in te grijpen in een (dreigende) escalatie en dat ze dit te allen tijde zullen doen wanneer dat nodig is.
- Door je ademhaling te controleren (ademhaling laag houden, in je buik)
Doordat je in staat bent fysieke beheersing toe te passen, voel je je mentaal ook professioneler.
Door deze professionaliteit voorkom je in de praktijk vaak al dat je fysieke controle nodig hebt.
RADAR methode
Belangrijk is om de groep te observeren en te signaleren als er veranderingen zijn te bespeuren. Daarbij kun je letten op lichaamstaal of een verandering van sfeer. Deze kunnen wijzen op een mogelijke escalatie van het gedrag in verbale/ fysieke agressiviteit.
Bij het observeren is het handig gebruik te maken van het RADAR systeem.(Registratie Agressie Diagnostiek Analyse Risico’s.)
Dit is een observatiemethode gebaseerd op verschillende fasen in agressiviteit.
Vier fasen
Assertief:
Als er niets aan de hand is, is de cliënt assertief. Er zijn mogelijkheden om contact te maken. Assertief gedrag wil je houden. Dit probeer je door complimenten te geven en gedurende de dag contact te houden met de cliënt.
Agitatie:
Als de cliënt bijvoorbeeld wat begint te mopperen en heen en weer gaat lopen en je kunt merken dat er spanning in het lijf komt, kun je proberen die spanning eruit te krijgen door bijvoorbeeld een geruststellende hand op de arm te leggen. Je wilt de cliënt weer in het assertieve krijgen.
Dreiging:
Cliënt begint nu echt verbaal of fysiek te dreigen.
Je wilt voorkomen dat dit gedrag omslaat in fysiek geweld, dus probeer je wederom de cliënt in het assertieve te krijgen. Dit doe je bijvoorbeeld door iemand aan te spreken op gedrag, bijvoorbeeld ‘dat kun je beter niet doen’.
Ook kun je onderhandelen met de cliënt door bijvoorbeeld te zeggen: ‘ga eerst even rustig naar...(noem bijvoorbeeld een ruimte waar cliënt op adem kan komen), dan kom ik over vijf minuten bij je.’
Geweld:
Bij geweld pas je de technieken toe om de bedreigende bewegingen van de cliënt te controleren, bijvoorbeeld door hem op een bepaalde manier bij de pols te pakken, waardoor de cliënt weinig bewegingsruimte meer heeft.
Er zijn een aantal technieken om een eventuele aanval af te weren.
Fysieke technieken
Mocht het toch zover komen dat er fysieke technieken moeten worden toegepast, dan leert men tijdens een training onder meer:
- Hoe los te komen als de medewerker door een cliënt wordt vastgepakt (bijvoorbeeld aan de haren, kleding, armen of benen)
- Hoe veilig een ruimte te verlaten als een cliënt agressief gedrag vertoont
- Hoe een collega uit een agressieve situatie te redden
- Een persoon naar een andere ruimte begeleiden of over te dragen aan andere instanties (bijvoorbeeld politie)
Assertief houden
Belangrijk is de cliënt assertief te houden, zodat deze in staat is zijn of haar gevoelens te uiten en geen spanning opbouwt. Daarvoor moet je de cliënt kennen en je gedrag op de cliënt en op de situatie afstemmen. Let op wat je bijvoorbeeld doet met je houding, met oogcontact, de intonatie van je stem, begrijpt de cliënt wat je zegt, wat past er bij deze cliënt.
CFB trainers komen met plezier langs in de instelling om de medewerkers te trainen. Er zijn diverse instanties die deze tarining verzorgen.