Onderwijs: de zij-instromer
Er zijn steeds meer mensen die vanuit het bedrijfsleven werkzaam worden in het onderwijs. Dat komt doordat de overheid zich daar actief opricht om iets te doen aan het dreigende tekort aan docenten. Zij stelt daarom veel subsidie beschikbaar. Hbo'ers en academici kunnen vaak meteen in het onderwijs aan de slag, maar moeten binnen twee jaar hun onderwijsbevoegdheid halen. Zij staan bekend als de zogeheten zij-instromers.
Er kiezen steeds meer mensen voor het onderwijs. Een grote groep zijn de zogeheten zij-instromers. Zij volgen geen reguliere opleiding, maar stromen op latere leeftijd in. Er zijn verschillende redenen hiervoor. De eerste reden is dat er sprake is van een vergrijzingsgolf onder het zittende lerarencorps. De komende jaren gaat een groot aantal van hen met pensioen. De overheid is daardoor extra aan het inzetten op het aantrekken van meer onderwijzers. Een van de manieren om dat te doen is door het voor mensen aantrekkelijk te maken om in het onderwijs aan de slag te gaan. Er wordt daarom veel subsidie verstrekt. Een andere reden is de economische crisis waardoor het voor veel mensen aantrekkelijk is geworden om in het onderwijs aan de slag te gaan, omdat daar een overschot aan vacatures is.
Eisen aan de zij-instromer
Er worden wel eisen gesteld aan zij-instromers. Zij moeten minimaal een hbo-opleiding hebben afgerond en over enige relevante maatschappelijke ervaring of beroepservaring beschikken. Verder moeten zijn een Bewijs Ontrent Gedrag (VOG) kunnen overhandigen. Zij mogen dus geen strafblad hebben. Wanneer zij zich aanmelden bij een school moeten zij ook een assessment ondergaan, waaruit hun geschiktheid blijkt. Nadat u bent aangenomen moet u binnen twee jaar uw onderwijsbevoegdheid halen. Met de school en de opleidingsinstelling worden op dat moment afspraken gemaakt over het te lopen traject. Aan het einde van de opleiding moet u nogmaals een bekwaamheidsonderzoek ondergaan. Als dat voldoende is krijgt u uw onderwijsbevoegdheid. Voor diegene die in het speciaal onderwijs – voor mensen met een verstandelijke beperking – gaat werken betekent dit dat deze ook nog extra cursussen moet volgen.
Subsidie voor de zij-instromer
Er wordt veel subsidie beschikbaar gesteld vanuit het Rijk voor zij-instromers. Een groot deel van subsidie is bedoeld om cursussen en de opleiding te subsidiëren. Ook krijgt de school een budget om de zijinstromer te begeleiden. Zij maken immers ook bepaalde extra kosten omdat er meer tijd gaat zitten in de begeleiding dan bij een “normale” docent. Om het werk aantrekkelijk te maken voor zij-instromers behouden zij het laatst verdiende salaris als zij de overstap maken naar het onderwijs. Dit kan soms scheve gezichten opleveren van collega’s die al jarenlang in het onderwijs werken en toch minder verdienen. Zulke zij-instromers wordt daarom aangeraden om niet te open over de hoogte van hun salaris te praten. Zij-instromers in het Voortgezet Onderwijs (VO) verdienen meestal een paar honderd euro meer dan zij-instromers in het basisonderwijs.
Kritiek op de zij-instromer
Er is tegelijkertijd ook wel kritiek op de zij-instromer. Veel docenten vrezen dat zij het vak onderschatten. Voor een klas staan kan toch best pittig zijn en vereist bepaalde pedagogieke eigenschappen. Sinds 2000 is de overheid actief bezig met academici en hbo’ers te verleiden de overstap de maken. Ongeveer 15 procent van de docenten in het Voortgezet Onderwijs is op dit moment een zij-instromer. In het mbo is zelfs 30 procent van het personeel afkomstig uit het bedrijfsleven. Andere kritiek richt zich vaak op de snelheid waarmee nieuwe mensen voor de klas worden gezet. Sommige zouden nauwelijks serieus zijn voorbereid. Er is sprake van een grote nood bij veel scholen door het lerarentekort. Daardoor moeten scholen soms wel mensen voor de klas zetten met weinig ervaring, omdat er anders helemaal geen les wordt gegeven.