Tafels leren op school: tips voor ouders en leerkrachten
Wie kent het niet? Tafels opdreunen in de klas. Hoewel er tegenwoordig veel moderne rekenmethodes en rekenmiddelen zijn uitgevonden, blijft dit "stampwerk" vaak noodzakelijk. Het is van belang dat kinderen de antwoorden van de tafels, zonder lang na te denken, uit hun mouw kunnen schudden. Zolang dit nog moeite kost, zullen lastigere rekenzaken als breuken en procenten onmogelijk zijn. Hieronder volgt informatie voor ouders en leerkrachten over het aanleren en oefenen van de tafels.
Tafels aanleren
Bijna iedereen kent het, tafels van vermenigvuldiging opdreunen in de klas. Vroeger was het vaak een kwestie van de sommen uit je hoofd leren. Tegenwoordig zijn er veel computerprogramma's, spelvormen en andere hulpmiddelen ontworpen om tafels op een speelse manier aan te leren. Maar nog steeds is het vaak simpelweg een kwestie van veel oefenen en herhalen.
Vermenigvuldigen is eigenlijk hetzelfde als herhaald optellen. De som 4x3 is hetzelfde als 3+3+3+3. Voordat kinderen de tafels kunnen leren en begrijpen, moeten ze eerst in staat zijn om makkelijk te kunnen optellen. Optelsommen tot 20 moeten eigenlijk al goed beheersd worden voordat er uberhaupt aan tafels gedacht kan worden. Ook moeten kinderen begrijpen waar ze mee bezig zijn. Als ze het verband met optellen niet zien, is het oefenen van tafels niks meer dan 'stampwerk'.
Tafels zijn bedacht om sneller te kunnen rekenen en zijn een voorwaarde voor het leren van breuken en andere complexere rekensituaties.
De tafels worden meestel aangeleerd in groep 4 of 5.
Volgorde van aanleren
Tafels worden meestal in een bepaalde volgorde aangeleerd. Er wordt altijd gestart met de
tafel van 1. Deze tafel is gemakkelijk. Omdat iedereen het vrij snel onder de knie heeft, zullen leerlingen gemotiveerd zijn om meer tafels te leren.
Dan volgt de
tafel van 2. Dan kan ook het begrip even getallen worden geintroduceerd. Kinderen moeten snappen dat 4x2 hetzelfde is als 4+4 en 9x2 hetzelfde is als 9+9.
De
tafel van 10 is de volgende. Vaak kennen de kinderen de tientallen al (10,20,30 etc.) waardoor deze tafel weinig problemen zal opleveren. Sommige kinderen zullen de tafel van 1 als beginpunt nemen en er 'gewoon een 0 achter zetten.' Dat kan, maar het is belangrijk dat ze het ook begrijpen. Het moet geen trucje worden.
Daarna komt de
tafel van 5. Sprongen maken van 5 is voor de meeste kinderen niet al te moeilijk. Ze leren dat de antwoorden altijd op een 0 of een 5 eindigen. Verder is het van belang dat ze inzien dat ze al drie van de tien sommen kennen door de vorige drie tafels: 1x5 (=5x1), 2x5 (=5x2) en 10x5 (=5x10). Kinderen moeten leren dat de getallen van de tafels omgedraaid mogen worden; de uitkomst blijft namelijk hetzelfde.
Deze vier tafels moeten geautomatiseerd worden, dat wil zeggen dat de antwoorden 'vanzelf', snel en zonder na te denken moeten komen.
Daarna volgen de
tafels van 4 en 8, 3 en 6 en 9 en 7. De tafels van 7 is voor veel kinderen de lastigste tafel. Ook de tafels van 6 en 8 zijn vrij lastig. De tafel van 9 is makkelijk aan te leren met behulp van de tafel van 10. Als je weet wat 5x10 is, is de som 5x9 makkelijk af te leiden uit het antwoord (5x10=50 en 5x9= 5 minder dan 50). Deze trucjes vallen onder de buursommen of vriendjessommen.
Slimme manieren
De antwoorden kunnen gewoon uit het hoofd geleerd worden, maar soms zijn er handige maniertjes om snel tot een antwoord te komen. Deze manieren kunnen later ook ingzet worden om berekeningen uit te voeren die niet geautomatiseerd woirden (bijvoorbeeld tafels boven de 10). Zoals hiervoor al genoemd werd, is de
buur- of vriendjesstrategie een handige manier. Als een kind het antwoord van een som weet, zijn de sommen die er vlakbij zitten makkelijk uit te rekenen. Als je bijvoorbeeld weet hoeveel 7x7 is, kan de som 8x7 makkelijk worden berekend (gewoon 7 meer dan het voorgaande antwoord).
Verder is het van belang dat kinderen weten dat de getallen ook omgedraaid mogen worden. Zo is 6x5 evenveel als 5x6. Dit wordt ook wel het
omkeerbaarheidsprincipe genoemd.
Meestal kennen kinderen de zogenaamde
dubbelen of kwadraten al snel uit hun hoofd. Dit zijn sommen als 2x2, 3x3, 4x4 etcetera). Met deze slimme maniertjes zijn er maar weinig sommen meer over die er echt ingestampt moeten worden.
Automatiseren van de tafels
Er zijn verschillende manieren om de tafels uit het hoofd te leren, oftewel te automatiseren. Zo is het mogelijk de tafels simpelweg op te dreunen, van voor naar achter en van achteren naar voren. Daarna kunnen de sommen door elkaar gevraagd worden. Ook kunnen alleen antwoorden gegeven worden waarbij het kind dan zelf de som moet bedenken.
Er zijn ook tal van spelletjes om het te oefenen. Zo bestaan er kwartetspellen, memoryspellen en computerprogramma's.
Het is van belang dat de tafels regelmatig herhaald worden. Op sommige scholen kunnen kinderen 'tafels of tafeldiploma's halen'. Dit werkt stimulerend, maar het is wel de bedoeling dat ok de behaalde tafels herhaald worden. In de groepen 6 en hoger zitten vaak nog tal van kinderen die de tafels niet goed beheersen. Hierdoor lopen ze snel een schterstand op bij de gecomliceerdere rekenopodrachten als breuken en procenten.
Als ouder wordt het vaak aanbevolen om de tafels af en toe met uw kind te oefenen. Vooral als uw kind daar wat meer moeite mee heeft, is de tijd die er op school aan besteed wordt vaak niet voldoende. Een manier is om de tafels ergens op te hangen zodat het kind er (hardop) mee kan oefenen als het zelf zin heeft. De wc schijnt hier een goede plek voor te zijn... Verder kunt u de tafels laten opzeggen, door elkaar vragen, spelletjes doen met dobbelstenen (de ogen moeten dan met elkaar vermenigvuldigd worden), spelletjes op internet en ga zo maar door. Dit hoeft niet een uur per dag, vijf minuten per dag zijn vaak voldoende.