Nieuw AVI-systeem: tips voor ouders en leerkrachten

Op bijna alle basisscholen wordt gebruik gemaakt van het AVI-systeems om het technische lezen van de leerlingen te testen. Het AVI-niveau geeft de moeilijjheidsgraag van de boekjes aan. Het gaat hierbij alleen om het vlot lezen, niet om het begrip van de inhoud. Bibliotheken maken ook gebruik van deze indeling. Sinds kort is er een nieuwe AVI-indeling bedacht wat verwarrend kan werken voor ouders, kinderen en leerkrachten. Hieronder een verduidelijking en tips voor een vlotter leestempo.

Wat houdt het AVI-systeem in?

AVI staat voor Analyse van Individualiseringsvormen. Deze test wordt gebruikt om het technische leesniveau van kinderen te bepalen. De leerling moet een tekst hardop lezen. Het niveau wordt vastgesteld aan de hand van het aantal fout gelezen woorden en de leestijd. Door kinderen een AVI-niveau toe te wijzen, kunnen ze boekjes op hun eigen niveau lezen.
De nieuwe AVI-toetsing wordt meestal twee keer per schooljaar afgenomen: in het midden en aan het eind van het schooljaar. Op sommige scholen zal de groepsleerkracht het zelf afnemen, op andere scholen wordt het gedaan door een remedial teacher.

Nieuw AVI-systeem

Het AVI-systeem is vernieuwd. In plaats van negen niveaus bestaan er nu twaalf niveaus. De oude niveaus zijn niet rechtstreeks te koppelen aan de oude niveaus. Wel is ongeveer te bepalen welk oude niveau gelijk staat met welk nieuwe niveau. In onderstaande tabel vindt u een vertaling van het oude naar het nieuwe systeem. In het begin van het leesonderwijs zal het kind minder snel AVI's vooruit gaan dan bij de oude niveaus het geval was. DIt komt doordat het niveauverschil tussen een AVI en de daropvolgende AVI groter is dan vroeger. Toch zijn er meer niveaus dan vroeger. Dit komt doordat de AVI-niveaus langer doorlopen.

De nieuwe AVI-indeling is gekoppeld aan de groep waarin het kind zit. Voor de nieuwe AVI's staat een M of een E. De M staat voor midden en de E voor eind. M4 houdt dus in dat dit niveau behaald moet worden in het midden van groep 4 en E4 staat vor eind groep 4. Verder is er nog AVI-start en AVI-plus


Verder is er nog AVI-E7 dat gelijk staat aan het oude niveau 9 en AVI-plus dat het hoogste niveau is.

Bij de oude AVI-indeling las het kind een AVI hoger dan het gehaald had. Als het dus AVI 3 gehaald had, mocht het lezen in AVI4. Bij de nieuwe niveaus is dat niet meer het geval. Het kind leest nu in het niveau dat het gehaald heeft. Als het dus M5 behaald heeft, gaat het ook oefenen in boekjes van M5 (en dus niet van M6). Het afnemen van de test zou dus als instaptoets gezien kunnen worden: door de test te halen, mag het kind in dat niveau instappen.

Nadelen

De AVI-indeling gaat alleen over de technische moelijkheid van een tekst. Als het kind weinig fouten maakt en vlot leest, zal de score hoog zijn. Dit zegt echter niks over het begrip van de tekst. Sommige kinderen kunnen moeilijke woorden en/of zinnen lezen zonder precies te begrijpen waar het over gaat. Als een kind uit groep 4 een AVI-niveau van groep 6 haalt, maar de inhoud van de boekjes niet begrijpt is het beter om uit een lagere AVI te lezen. Het kan anders ten koste gaan van het leesplezier. Tegenwoordig zijn er ook speciale boeken voor dit soort kinderen.

Anderson is dat natuurlijk ook het geval. Als een kind uit groep 6 leestechnisch niet zo goed is en volgends de AVI-toetsing een niveau van groep 4 heeft, is het niet slim om het uit die boekjes te laten lezen. De inhoud van de boekjes is dan veelal kinderachtig in hun ogen. Gelukkig zijn er tegenwoordig ook boeken voor moeilijk lezende en dyslectische kinderen. Die boeken zijn makkelijk te lezen, maar sluiten inhoudelijk wel beter aan op de belevingswereld.

Tips om leesvaardigheid te oefenen

• Het boek moet leuk zijn om te lezen. Door het kind zelf een boek te laten kiezen, zal het ook gemotiveerder zijn om te lezen
• Oefenen is goed, maar overdrijf de hoeveelheid niet. Zorg er ook voor dat het kind niet te lang achter elkaar leest, de concentratiue zakt dan vaak een beetje weg. Het is beter om elke dag 5 tot 10 minuten te ofenen dan twee keer per week een halfuur.
• Als het kind aarzelt bij een woord, is meteen voorzeggen het best. Sommigen hebben de neiging het kind het woord letter voor letter te laten spellen, maar dit haalt de vaart eruit waardoor het kind de verhaallijn uit het oog verliest.
• Bij een dik boek, kunt u zelf af en toe een stuk voorlezen (kind kan eventueel meelezen) om de vaart erin te houden. Als een kind namelijk langzaam leest, zal het de eerste hoofdstukken van het boek aan het eind niet meer kunnen herinneren.
• Het is belangrijk om veel zogenaamde 'leeskilometers' te maken.Net zoals een marathonloper veel kilometers maakt om een goede marathontijd te kunnen lopen, moeten kinderen ook veel tekst lezen om hun leesniveau te verhogen. Technisch lezen is geen trucje die een kind opeens doorheeft, het is echt nodig om simpelweg veel te lezen. Wel kunnen kinderen sprongen vooruit maken (en stilstand laten zien), maar toch is er over het algemeen training nodig om vooruitgang te blijven boeken.
• Ter afwisseling is het leuk om eens luisterboeken uit de bibliotheek te halen. De boekjes worden dan voorgelezen en het kind kan meelezen in een boekje. Er zijn inmiddels al behoorlijk wat populaire boeken in deze vorm verschenen.
• Als ouder kunt u ook samen met uw kind lezen. U kunt bijvoorbeeld om de beurt een bladzijde lezen of een bepaald personage zelf lezen en een ander personage door uw kind laten lezen. Ook kan het leuk zijn om een stukje te lezen waarbij u met opzet fouten maakt. Het is dan de bedoeling dat uw kind de fouten herkent en u corrigeert. Veel kinderen zullen het erg leuk vinden dat de rollen eens omgedraaid zijn!
• Verder is het belangrijk dat het kind plezier heeft in het lezen. Dat maakt het voor het kind niet alleen prettiger om te doen, maar zal ook voor meer vooruitgang zorgen. Als een kind een leuk boek heeft, zal het meer gemotiveerd zijn om door te blijven lezen.