De overstap naar het voortgezet onderwijs met autisme
Van basisschool naar middelbare school is een grote stap. Zeker voor een kind met autisme. Een gerichte voorbereiding en goede schoolkeuze helpen hierbij. Een kind heeft op de basisschool vaak al het nodige doorstaan: hij of zij is gepest of werd niet begrepen op school. Of het is juist goed gegaan op de basisschool, omdat de omgeving voor hem of haar veilig en bekend was. Het voortgezet onderwijs biedt allerlei nieuwe uitdagingen en kansen. Maar hoe bereid je je kind goed voor op de overstap?
Start al op de basisschool
Zorg voor een logboek: een soort handleiding of gebruiksaanwijzing met eigen informatie, van ouder en leerling, en dat van de leerkracht. Dit is een document (maximaal twee A4'tjes) dat van klas naar klas (geactualiseerd) kan worden meegenomen.
Dan krijg je een combinatie van het gedrag van je kind (thuis en op school): wat vindt een kind leuk? hoe leert je kind? hoe verwerkt je kind informatie? De laatste vragen kan een leerkracht beantwoorden en overbrengen naar andere leerkrachten.
Maak het logboek niet te lang. Kies! Dan is het te lezen én te onthouden.
Selectie: Kies bewust een passende middelbare school
Oriënteer je in groep 7 al op scholen. Zodat je kind weet wat er van hem/haar wordt verwacht, maar ook om te kijken of de school je aanspreekt, zonder de keuzedruk van groep 8. Dan kun je in het nieuwe schooljaar gaan praten met de school, op een voor schoolbegeleiders en zorgcoördinatoren rustiger moment. Natuurlijk kun je altijd contact opnemen met de zorgcoördinator van een middelbare school om te vragen of je ook buiten de open dagen kunt langskomen.
Ga uit van het niveau van je kind voor de keuze van een school. In principe kun je natuurlijk meegaan met het (voorlopig) schooladvies. Maar bedenk ook goed welk niveau je geschikt vindt voor je kind. Je kind kan immers onder- of overpresteren. Hierover kun je overleggen met de leerkracht of intern begeleider van de basisschool.
Sinds passend onderwijs is ingevoerd in 2014 moeten ook reguliere scholen een passend aanbod doen voor kinderen met autisme. Toch kan het speciaal voortgezet onderwijs soms beter toegerust zijn om je kind de beste begeleiding te bieden en zo het maximale uit je kind te halen. Vind je dat er nog niet uitkomt wat er in je kind zit? Roep de hulp in van de intern of ambulant begeleider op school (Passend onderwijs). Schakel bijvoorbeeld een OPDC (een Orthopedagogisch en Didactisch Centrum) in. Laat hij of zij nog onvoldoende zien wat hij/zij kan? Stel de schoolkeuze/beroepskeuze dan gerust uit. Doe groep 8 desnoods opnieuw bijvoorbeeld, maar liever nog doubleer groep 7. Is je kind om een andere reden nog niet toe aan het voortgezet onderwijs? Je kind kan dan een extra jaar bovenop groep 8 doen, als een soort tussenjaar: groep 9. Op sommige scholen kan het. Een andere optie is dat de overgang tussen basisschool en voortgezet onderwijs meer geleidelijk verloopt door inschrijving bij een zogenaamde 10-14 school. Dit is een samenwerkingsvorm tussen de basisschool en de middelbare school, zodat het kind kan wennen. Bovendien wil het kabinet Rutte III dat scholen de regionale mogelijkheden uitbreiden voor een brede of verlengde brugklas door verdere samenwerking tussen categorale middelbare scholen (bestaande uit een schooltype) en scholengemeenschappen. Dan kun je je definitieve keuze uitstellen. Werkt of kan dit alles niet? Kijk dan goed naar wat het is dat je kind nog niet kan. Mogelijk kun je door je keuze van voortgezet onderwijs tegemoet komen aan de specifieke behoefte, die achter het onvermogen ligt. Heeft je kind nog te weinig 'zitvlees' en te weinig concentratievermogen: misschien is een school waarin je veel kunt bewegen een optie of waarin je anders onderwijs kunt volgen (zoals Spring High of Kiem Onderwijs).
Maak als ouders alvast een voorselectie. Voor het kind met autisme is kiezen extra moeilijk. Beperk de keuze dus tot bijvoorbeeld twee of drie scholen.
Veiligheid staat voorop bij de schoolkeuze. Maar bedenk: kies je voor de veiligheid van je kind of de veiligheid van de ouders, bijvoorbeeld als het gaat om een school veraf die goed voelt voor je kind of een school dichtbij waardoor je je als ouder minder zorgen maakt.
Het gedrag van docenten doet ertoe en is belangrijk. Praat met mensen. Ga in gesprek met de schoolbegeleiding en de docenten. Wat vinden ze van kinderen met autisme? Is er vooral aandacht voor de beperkingen (nadelen) of ook voor de mogelijkheden (voordelen)? Is er kennis van autisme? Bedenk: kennis over hèt autisme bestaat niet. Er moet de bereidheid zijn om te kijken naar het eigen autisme van je kind.
Stel gerust veel vragen: welke kennis is er (opleidingen, cursussen, themamiddagen)? Hoeveel kinderen zijn er momenteel met autisme op school? Wat is het schoolverloop? Wees erop beducht dat een school er ook te gemakkelijk over kan denken. Dan is het waarschijnlijk niet de goede school voor je kind. Er moet een plan komen. Het is echt maatwerk. Maar bedenk ook: samenwerking tussen school en ouders is noodzakelijk. Door elkaar hierin te ondersteunen kun je elkaars positie ook versterken. Dat is in het belang van het kind
Kijk ook naar de manier waarop een school je kind helpt plannen. Hoe gebruikt de school Magister (rooster, huiswerk, enzovoorts)? Wordt er veel gewerkt met iPad, laptop of andere digitale middelen? En hoe wordt er omgegaan met huiswerk? Het is belangrijk om huiswerk te maken op vaste uren en tijden. Zeker voor kinderen met autisme, waarbij het leren plannen vaak niet vanzelf gaat. Dit kan bij huiswerkbegeleiding. Sommige scholen verzorgen huiswerkbegeleiding na school, andere scholen maken gebruik van blokuren (zodat kinderen huiswerk kunnen maken tijdens de les). Dit kun je laten meewegen in je besluit.
Het moet niet alleen een logische keuze zijn, maar ook goed voelen. Neem je kind hierin serieus (zeker als het gevoelig voor sfeer is). Voelt het kind zich begrepen? Dan geeft dat een goede start!
Hoe maak je de overstap naar het voortgezet onderwijs zo makkelijk mogelijk?
Voor de zomervakantie
Maak een logboekje van de leerkracht op de basisschool en jezelf voor de leraar op het voorgezet onderwijs.
Vraag eventueel de school alvast toegang tot Magister. Leer je kind vooraf (!) standaard te kijken of er roosterveranderingen zijn.
Verken de school met je kind. Loop er rond, kijk hoe de school is ingedeeld, waar moet je zijn (aula, kluisjes, en dergelijke). Maak hiervoor een plan en een afspraak met de zorgcoördinator. Onder schooltijd en buiten schooltijd (of op een ander rustiger moment). Als er geen leerlingen zijn, leert hij/zij de weg. Dit kun je een paar keer doen.
Schaf een dubbel boekenpakket aan. Sommige scholen bieden dit (voor thuis en op school). Dat scheelt sjouwen en geeft overzicht. Vraag hiernaar.
Het einde van groep 8 is ook een tijd van afscheid nemen. Ook dat is voor een kind met autisme erg ingrijpend. Het is dus goed om hier bewust bij stil te staan en de middelbare school nog even, zolang het kan, (een beetje) ver te houden.
In de zomervakantie
Neem de tijd om het reizen voor te bereiden, door een goede uitleg en veel (héél veel) herhaling. Dit geldt voor het reizen met openbaar vervoer, per fiets of te voet. Voor kinderen met autisme duurt het namelijk langer om een route te automatiseren. Denk ook aan uitzonderingen. Wat moet je kind doen wanneer er een vrachtwagen het fietspad blokkeert? Wat is het beste wanneer er een metro uitvalt en je de verbinding om over te stappen mist? Als je het oefenen leuk maakt, wordt het reizen vanzelf ook leuk. Vraag aan je kind met wie hij of zij het liefst wil oefenen (of kies als ouders zelf). Er zijn ook speciale reisapp's. Kan je kind niet zelfstandig reizen? Vraag dan bij de gemeente na wat de mogelijkheden zijn voor taxivervoer. Doe dit zodra je weet naar welke middelbare school je kind kan. De verwerking van de aanvraag hiervoor duurt minimaal een aantal maanden.
Bespreek hoe je een agenda gebruikt (oefen hier alvast mee in groep 8). Wanneer ga je wat leren voor wanneer? Maak een planning. Dus niet alleen het noteren van een proefwerk op woensdag, maar ook wanneer en hoe het geleerd moet worden. Deel de huiswerktijd in blokken in. Dat maakt het overzichtelijk. Een planbord kun je thuis natuurlijk ook gebruiken in plaats van een agenda. Hierop kun je de dagen of vakken verschillende kleuren geven. Als het werkt, werkt het! Maar een planbord kan ook gebruikt worden voor andere dingen (vrije tijd inplannen?) of naast een agenda.
Schaf de schoolspullen aan het begin van de zomervakantie aan. Dat geeft je kind de tijd om te wennen aan zijn nieuwe spullen en er vertrouwd mee te raken.
Kaft de boeken per schoolvak in een bepaalde kleur en bewaar ze apart in een tijdschriftenmap of ordner.
Maak het niet groter dan het is. Als er teveel spanning wordt opgebouwd, maakt dat het begin ook niet gemakkelijker. Het is de kunst ervoor te zorgen dat je kind zich sterk genoeg voelt om de start op de middelbare school aan te kunnen. Zorg ervoor dat je kind de onzekerheid van jezelf als ouder niet overneemt. Het is voor iedereen een spannende tijd en dat mag ook.
Na de zomervakantie: de start van de middelbare school
Regel een goede plek in de klas. Als het te druk is biedt bijvoorbeeld een speciale koptelefoon uitkomst, maar in overleg zijn er ongetwijfeld veel meer hulpmiddelen mogelijk.
Heeft je kind moeite om zijn of haar spullen te vinden? Zorg voor een vast systeem. Mobiele telefoon in de linkerjaszak (met rits!), OV-chipkaart in de rechterjaszak, enzovoorts. Denk hier samen met je kind over na.
Veel middelbare scholen gebruiken een softwaresysteem om leerlingen, ouders en docenten in staat te stellen hun administratie bij te houden. Dit geeft je als ouders de gelegenheid om het huiswerk, het rooster en de resultaten van je kind te volgen. Kijk hier samen regelmatig naar. Zo houd je de vinger aan de pols.
Laat je kind thuis ook vooral rustig bijkomen van alle indrukken van de dag. En bereid je voor op mogelijke buien. De meeste ouders hebben de drift- en andere buien liever thuis dan op school.
Wie vertel je over het autisme?
Denk vooraf goed na over wie je wilt inlichten over het autisme van je kind. Wie betrek je erbij als ouder en als kind? Bepaal vooraf samen wat je wie wilt vertellen. Laat je hierbij eventueel adviseren door de mentor of zorgcoördinator van de middelbare school.
Wat als meekomen niet zo makkelijk is?
Pesten
Wat te doen als het
kind met autisme wordt gepest? Check eerst of het wel echt om pesten gaat! Bij pesten is het gedrag erna nooit goed. Bij plagen is het gedrag erna weer goed: er kan gewoon weer worden gespeeld. Het verschil tussen pesten en plagen maakt onderdeel uit van Sociale Vaardigheidstrainingen. Leg je kind uit waarom hij of zij bijvoorbeeld naar een weerbaarheidstraining gaat als slachtoffer van pesten. Het kan overkomen als een straf, maar het gaat om de toekomst.
Overprikkeling
Sommige dingen zijn erg lastig voor een kind met autisme in het regulier onderwijs. Bijvoorbeeld op kamp gaan. Stel dat dit een eis is van de middelbare school, dan is dat onredelijk. Zoek hulp als ouder: een orthopedisch groepsbegeleider, iemand van een autismeteam, of een andere professional met kennis over of ervaring met autisme. Zodat je aannemelijk kunt maken, dat je niet (of aangepast) mee hoeft te doen met dit soort dingen van het regulier onderwijs. Dat zijn mensen die vaak wel worden gehoord door de schoolleiding.
Schoolverzuim
Zorg als ouder dat je je verhaal op orde hebt, waarom het soms niet of helemaal niet meer gaat. Voor het geval de inspectie/leerplicht/verzuimambtenaar langskomt. Beschrijf wat er gebeurt in een logboek, wat is de aanleiding, welke gesprekken zijn er geweest, wat is er geprobeerd (door de school/door het kind/door de ouders). Is er bijvoorbeeld een SOVA-training gevolgd, want sociale weerbaarheid geeft rust. Maak een plan voor terugkeer of voor een andere school. Bedenk wel dat hij/zij zichzelf weer meeneemt op een andere school.
Hulp nodig?
- Vraag gerust en tijdig hulp aan basisschool, middelbare school, gemeente en/of jeugdhulporganisatie.
- Zomercursussen of een training zoals Wennen aan de brugklas door onder meer MEE / Leo Kannerhuis / De Bascule
- Cursussen voor de overstap door Steunpunt Autisme / Jeugdhulp (via gemeente of JGGZ).
- SOVA-trainingen (Sociale vaardigheidstrainingen), bijvoorbeeld bij de gemeente of via school.
- Het betrokken regionale samenwerkingsverband van basisscholen of dat van middelbare scholen kan helpen. Zo zijn er in verschillende regio's zogenaamde PO- of VO-adviesteams actief om de ondersteuningsbehoefte van kinderen in kaart te brengen.