Cito en leerlingvolgsystemen op de basisschool
Wat betekenen de scores die uw kind op school haalt? Op de basisschool wordt vanaf groep 3 in een systeem bijgehouden welke scores uw kind behaalt op toetsen, dit systeem heet ‘het leerlingvolgsysteem’ (LVS). Het LVS is verplicht voor alle scholen. Wat betekenen deze scores en hoe werkt het?
In de jaren 90 is het leerlingvolgsysteem ingevoegd, zodat de resultaten die kinderen op school behalen beter vergelijkbaar te maken. Daarom neemt elke school jaarlijks bij de kinderen een landelijk erkende toets af voor rekenen, technisch lezen, spelling en begrijpend lezen. Op de rapporten zijn deze resultaten terug te vinden in de vorm van A tot en met E scores. Waarbij de letters A tot en met E een categorie presenteren van hoogst tot laagst scorende leerlingen. Zie in het kader een uitleg bij de scores.
Deze scores worden binnenkort vervangen door I tot en met V scores, de verdeling ligt in deze categorische indeling anders. Hierdoor zijn de scores van de kinderen nog inzichtelijker. Als men bijvoorbeeld kijkt naar C-scorende kinderen dan kunnen deze kinderen een lichte tot grote achterstand hebben. Om deze grote spreiding te voorkomen is de nieuwe indeling bedacht.
| Omschrijving | Bijbehorend percentage |
Niveau A | goed tot zeer goed | 25% best presterenden |
Niveau B | ruim voldoende tot goed | 25% boven gemiddeld |
Niveau C | matig tot ruim voldoende | 25% onder gemiddeld |
Niveau D | zwak tot matig | 15% ruim onder gemiddeld |
Niveau E | zeer zwak tot zwak | 10% laagst presterenden |
Niveau | Omschrijving in percentage |
Niveau I | 20% hoogst presterende leerlingen |
Niveau II | 20% boven gemiddeld scorende leerlingen |
Niveau III | 20% gemiddeld presterende leerlingen |
Niveau IV | 20% beneden gemiddeld presterende leerlingen |
Niveau V | 20% laagst presterende leerlingen |
Welke leerlingvolgsystemen zijn er?
Cito (gr. 3 t/m 8): twee tot drie kan men cito toetsen afnemen en deze worden vastgelegd in het cito leerlingvolgsysteem. De toetsen zijn op het gebied van begrijpend lezen, spelling, rekenen, Engels en natuurlijk de Entreetoets (groep 7) en Cito Eindtoets.
Didactische leeftijd equivalent (DLE) (gr. 3 t/m 8): dit drukt de resultaten van de kinderen uit in het aantal maanden dat het kind effectief onderwijs heeft opgenomen. De didactische leeftijd (DL) is het aantal maanden dat een kind onderwijs heeft gevolgd. Waarbij elk schooljaar 10 maanden bevat en er wordt gerekend vanaf begin groep 3. Een leerling die in januari van groep 5 getest wordt heeft een DL van 25 maanden, de DLE die een kind op toets behaalt kan lager, gelijk of hoger liggen dan de DL score. Bij een lager DLE score is er sprake van een achterstand.
- Eggo (gr. 3 t/m 8): dit leerlingvolgsysteem richt zich op de sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen. De leerkracht vult twee keer per jaar een vragenlijst in over de leerling, met daarin vragen naar werkhouding, samenwerking en mogelijk storend gedrag.
- Pravoo (gr.1 t/m 3): dit is een systeem voor werkhouding, sociaal emotionele ontwikkeling en cognitieve ontwikkeling.
- Leefstijl: dit een methode die ook een systeem biedt voor het volgen de sfeer in de klas en het welbevinden van de kinderen.
Het meest gebruikte leerlingvolgsysteem (85% van de scholen) is die van het Cito. Het nadeel van dit systeem is dat het zich erg richt op kennis. Daarom zijn er in de afgelopen jaren alternatieve leerlingvolgsystemen ontwikkeld die zich richten op werkhouding, gedrag en sociaal emotionele ontwikkeling. Deze systemen geven niet alleen een inschatting van de capaciteiten en vaardigheden van een kind, maar ook van de totale school. In één opslag kan een schoolleider zien of zijn/haar school voldoet aan de normen.
Entree- en eindtoets
De meest bekende toets is de cito eindtoets. Het is een toets van drie dagen in februari van groep 8. In deze drie dagen worden rekenen, spelling en taal (grammatica, begrijpend lezen) getoetst. Alles wat aanbod is geweest in de afgelopen jaren, komt naar voren in de eindtoets. In groep 7 wordt een gelijksoortige toets afgenomen, namelijk de entreetoets. Deze toets geeft al een betrouwbare indicatie van het te verwachten middelbare schoolniveau.
Veel kinderen (en ouders) maken zich veel te zenuwachtig voor de cito eindtoets, het is slechts een momentopname en voor 95% van de gevallen slechts een bevestiging van het beeld dat de leerkrachten al hadden. In het geval van een tegenvallende cito eindtoets, zijn er de toetsen van groep 6, 7 en 8, die geven een goed beeld van de capaciteiten van het kind. Met deze toetsscores kunnen de leerkrachten dan het gesprek aangaan bij de middelbare school. De meeste middelbare scholen hanteren namelijk niet exclusief de cito eindtoets als maatstaf voor het instroomniveau.
Range | Bijbehorend onderwijsniveau |
501 - 522 | Praktijkonderwijs en Basisberoepsgerichte leerweg |
522 - 527 | Basis- en Kaderberoepsgerichte leerweg |
524 - 528 | Kaderberoepsgerichte leerweg |
528 - 532 | Kaderberoepsgerichte leerweg en gemengde/theoretische leerweg (het voormalige mavo) |
530 - 535 | Gemengde/ theoretische leerweg |
533 - 536 | Gemengde/theoretische leerweg en havo |
538 - 541 | Havo |
538 - 545 | Havo/Vwo brugklas |
545 - 550 | Vwo (atheneum / gymnasium / tweetalig onderwijs / technasium) |
Twee versie van de cito eindtoets
Een goede toets sluit aan bij de vaardigheden van een kind. Alleen zo geeft een toets de grootste kans op een betrouwbare uitslag. Ook is het voor kinderen fijner om een toets maken die niet (veel) te makkelijk is of (veel) te moeilijk. Een te makkelijke toets kan leiden tot een nonchalante houding en (onndogie) slordigheidsfouten. En een te moeilijke toets geeft een kind een onzeker gevoel, wat het resultaat vaak niet ten goede komt.
Er zijn nu twee versies van de eindtoets, namelijk de basistoets, bestemd voor leerlingen die waarschijnlijk naar gt, havo of vwo gaan (75% van de kinderen). De scores van deze leerlingen vallen in het leerlingvolgsysteem binnen de A-, B- of C-scores. En de niveautoets, voor kinderen die minder hoog scoren op de leergebieden taal en rekenen. Het zijn de leerlingen die waarschijnlijk naar kaderberoeps- of basisberoepsgerichte leerweg gaan, ongeveer 25% van de leerlingen. In het leerlingvolgsysteem zijn de scores van deze leerlingen vaak van D- of E-niveau.