De Flower Power of de stem van een generatie
De jaren zestig waren een periode waarin de welvaart opbloeide en de jongere generatie de maatschappij contesteerde. De ‘liever-lief’-beweging, bekend onder zijn Engelse naam Flower Power, werd het uithangbord van een heel bijzondere generatie.
Tijdsgeest
In de jaren zestig begon het in het Westen economisch steeds beter te gaan. De welvaart steeg, er was technische vooruitgang en de universiteiten werden ook voor de lagere klassen toegankelijk.
De Verenigde Staten was volop verwikkeld in de Viëtnam-oorlog en de Koude Oorlog met het oostblok zorgde voor een kille sfeer op wereldvlak wat in 1962 tot de Cuba-crisis leidde toen de Sowjet-Unie kernraketten op het eiland wilde plaatsen.
De stem van de jongeren
Aan de universiteiten werden jongeren steeds zelfbewuster. De muziek steunde het verzet tegen het kapitalistisch systeem met haar uitwassen (koloniale oorlogen, uitbuiting van de werkende klasse, roofbouw op het milieu). Het kapitalistisch discours werd op de korrel genomen door o.a. Bob Dylan, Pete Seeger en Joan Baez in Amerika, terwijl in Nederland Boudewijn de Groot en Armand en in België Ferre Grignard de vaandeldragers waren.
Op het terrein kwam het verzet van de universiteitsstudenten (het hevigst in Parijs met echte barricadegevechten) en van groeperingen als de
Provo’s in Nederland.
De hippies
In navolging van de Indiase politicus Mahatmi Ghandi die geweldloos actie voerde tegen de Engelse kolonisator in het eerste deel van de twintigste eeuw, ontstond de
Flower Power-beweging, een van de belangrijkste jeugdculturen uit de geschiedenis. Deze jongeren voelden zich verbonden met de natuur en zetten zich af van de consumptiecultuur en de bekrompen ideeën van de burgerij. Ze noemden zich
hippies. De beweging ontstond aan de universiteit van Californië maar het centrum ervan verhuisde al snel naar San Francisco waar de
liever-lief-gedachte centraal stond in de zomer van de liefde (Summer of Love) in 1967. De hippies overrompelden massaal de Amerikaanse stad. De Beatles hadden intussen handig ingespeeld op de nieuwe stroming met het uitbrengen van de single ‘All you need is love’ dat het lijflied van een generatie werd.
De beweging verspreidde zich over het hele land en later ook over West-Europa. Amsterdam werd the place to be in ons continent. De Dam en het Vondelpark waren de favoriete ontmoetingsplaatsen voor de
bloemenkinderen. Op dat ogenblik gold Nederland als een van de tolerantste landen ter wereld.
De idealen van de hippies
De hippies verzetten zich tegen de waarden en normen van de kapitalistische maatschappij en gingen voor een geweldloze en verdraagzame samenleving waarin iedereen gelijk was en iedereen werkte voor iedereen. Velen verenigden zich in
communes (leefgemeenschappen op het platteland) waar privébezit verboden was. Niet alleen werden er gezamenlijk groenten geteeld en alle opbrengsten gedeeld (net zoals de behuizing, het meubilair, tot zelfs de vrouwen toe), ook het drugsgebruik tierde welig. Lief zijn voor elkaar en voor de natuur waren hun grote idealen, zich verliezen in romantische fantasieën de reden van hun bestaan.
De kledij die ze droegen waren doorgaans oosterse gewaden (invloed van het boeddhisme dat het respect voor elk levend wezen als basis heeft) of sjofele kledij om zich af te zetten van de mode die door de kapitalistische maatschappij werd opgelegd. Ze tooiden zich overdadig met bloemen als symbool van hun liefdesideaal.
Op termijn hoopten ze dat hun leefwijze massaal zou worden overgenomen en dat er vroeg of laat een vreedzame revolutie de wereld zou veranderen.In 1967 ging de musical ‘
Hair’ die het leven van de hippies en hun verzet tegen de Viëtnamoorlog in beeld brengt, in Amerika in première. Het werd een enorm succes, niet in het minst omdat er ook een naaktscène, toen revolutionair, in voorkwam en maakte daarna een wereldtournee.
Geweldloos verzet
De
love-and-peace-generatie ijverde voor vrede op de wereld. Deze wilde ze, in navolging van Ghandi, op pacifistische manier tot stand brengen. De Viëtnamoorlog, die in volle hevigheid woedde, was het ideale mikpunt van de beweging. De ‘Make love and not war’ -gedachte ontstond bij de Amerikaanse studentenorganisaties die massaal mobiliseerden tegen de oorlog. Deze demonstraties werden gesteund door het merendeel van de Amerikaanse bevolking zodat ze steeds grotere proporties aannamen en uiteindelijk zwaar doorwogen op de beslissing om de oorlog te beëindigen.
Festivals van de liefde
Muziek was een belangrijke element in de hippiecultuur. Via de muziek werden de idealen uitgedragen. Herinner u songs als ‘(If you’re goin’ to) San Francisco’ van Scott McKenzie, ‘Happy together’ van de Turtles of ‘Summer in the city’ van Lovin’ Spoonfull. Een specifieke hippiemuziek was wat men de
psychedelische muziek noemde. De inspiratie vonden de muzikanten in marihuana. Pink Floyd ontstond in die dagen en ook Country Joe and the Fish en Jefferson Airplane maakten deel uit van dit genre. Uit die periode stammen de muziekfestivals die tot ware happenings uitgroeiden. Woodstock was het bekendste maar er waren er ook o.a. op het eiland Wight (Groot-Brittanië) en in Nederland (Kralingse Bos in Rotterdam). In België vond Jazz Bilzen plaats dat van oorspronkelijk jazzfestival langzaam naar een popfestival evolueerde.
Het was ook de tijd van de piratenzenders (Radio London, Radio Caroline, Radio Luxemburg, Radio Veronica) die zich aan de controle van de autoriteiten onttrokken door zich in internationale wateren op te houden.
Iconen
De Flower Power-periode bracht grote muzikale namen voort die muziekgeschiedenis schreven als Janis Joplin, Jim Morrison (the Doors), Jimi Hendrix, Joan Baez , Jerry Garcia en Jefferson Airplane en Crosby, Stills and Nash.
Drie onder hen overleden zeer jong ten gevolge van buitensporig druggebruik (Hendrix, Joplin, Morrison).
Wat blijft er van dit alles nog over?
De idealen van de flowerpowerorganisatie vonden hun weg in de milieubeweging en de groene partijen die overal in Europa opdoken. Een aantal boeren probeerden op kleine schaal groenten op natuurlijke wijze te kweken. Ook de linkse politieke partijen namen een aantal punten in hun programma over onder invloed van hun jongerenbeweging. Sommige kopstukken uit de studentenbewegingen ontpopten zich tot gedreven politici (met Daniel Cohn-Bendit in Duitsland als bekendste voorbeeld).
Op muzikaal vlak inspireerde de protestsong de Nederlandse groep Bots in de jaren zeventig en werd de protestsong een genre dat af en toe de kop opsteekt: bijvoorbeeld in het verzet tegen de manier waarop wereldproblemen worden aangepakt (Bob Geldofs Live Aid), het ongenoegen met maatschappelijke toestanden (rap over de explosieve situatie in de voorsteden), ter verdediging van gearresteerde openbare figuren (‘Angela’ en ‘John Sinclair’ van John Lennon), als kritiek op bepaalde negatieve stromingen in onze maatschappij (‘Bange blanke man’ van Willem Vermandere’), in het verzet tegen bepaalde projecten (de Lange Wapperbrug in Antwerpen, heel recent).
Op het vlak van de pedagogie werd de autoritaite opvoedingsmethode uitgewuifd. Zij maakte plaats voor een vrijere opvoeding (in extreme vorm de ‘laissez faire laissez aller’-methode) met meer rechten voor het kind en de jongeren. De vrijgevochten jongeren die we nu kennen zijn een rechtstreeks gevolg van de invloed van de liever-lief-generatie.
De meeste jongeren uit die tijd hebben zich helemaal in de voordien zo verguisde kapitalistische maatschappij geïntegreerd en traden tot het verafschuwde burgerdom toe.
Anderen bleven in het drugscircuit hangen en kwamen, totaal gedesillusioneerd, aan de zelfkant van de maatschappij terecht.