Seksuele geaardheid
Uit onderzoek blijkt dat 5 tot 10% van de wereldbevolking homoseksueel of biseksueel is. Dit is echter moeilijk exact te berekenen omdat niet altijd helemaal duidelijk is wanneer iemand binnen deze groepen valt.
Seksuele geaardheid
Seksuele geaardheid, of gerichtheid, gaat over amoreuze of erotische gevoelens die je hebt met betrekking tot een ander persoon. De geaardheid is in principe aangeboren (nature), maar kan tevens beïnvloed worden door externe factoren, zoals de maatschappij, de opvoeding, of de cultuur. In de ene cultuur is de ene vorm van geaardheid minder geaccepteerd dan de andere en zal daardoor minder of zelfs niet tot uiting komen. Het gaat hier echter alleen over het tot uiting komen, en niet over het bestaan. De geaardheid zelf ligt vast in een persoon en is consistent, maar deze behoefte kan wel onderdrukt worden door aangeleerde factoren (nurture).
Er kan in principe gesproken worden van vier groepen van seksuele geaardheid:
- Heteroseksualiteit: Amoreuze of erotische gevoelens voor een persoon van het tegenovergestelde geslacht;
- Homoseksualiteit: Amoreuze of erotische gevoelens voor een persoon van hetzelfde geslacht;
- Biseksualiteit: Amoreuze of erotische gevoelens voor een persoon van de beide geslachten;
- Aseksualiteit: Erotische gevoelens voor een ander persoon ontbreken, voor beide geslachten.
Homoseksualiteit
Homoseksualiteit (homoios = gelijk; sexus = geslacht) kwam in principe al voor in de Romeinse tijd. De keizer Nero zou de eerste persoon zijn geweest om met iemand van het gelijke geslacht in een huwelijk te stappen. In deze tijd was er niet zozeer een taboe op het geslacht waar iemand op viel, maar wel over de mate van activiteit bij de seksuele omgang. Mannen mochten in principe niet passief zijn, en vrouwen juist niet actief. Daarnaast ging het ook om de sociale status.
Het taboe op homoseksualiteit is veelal ontstaan met de opkomst van religies, die een relatie of huwelijk tussen twee mannen of twee vrouwen verboden. Dit neemt echter niet weg dat het alleen door religieuze personen als "slecht" werd gezien.
Biseksualiteit
Biseksualiteit (bis = dubbel; sexus = geslacht) kent vooral veel onbegrip en wordt vaak gezien als het "willen eten van beide walletjes". Er is vaak een onderscheid te zien in de sociale, emotionele en seksuele aantrekking. Sociaal is een biseksueel persoon gericht op zowel het eigen als het andere geslacht, terwijl hij of zij emotioneel juist meer op vrouwen is gericht. Seksueel komt men meestal niet zozeer overeen met de identiteit, waardoor iemand zich seksueel aangetrokken kan voelen tot het ene geslacht, maar een relatie begint met het andere.
Veel gehoord is de uitspraak dat het niet zozeer gaat om het geslacht, maar om de persoon. Ook bij biseksualiteit is het zeer moeilijk te bepalen of men binnen deze groep schaart. Iemand die merkt gevoelens te hebben voor het eigen geslacht (naast het andere geslacht) zal mogelijk eerder zeggen homoseksueel te zijn.
Aseksualiteit
Aseksualiteit gaat over het gebrek aan seksuele aantrekking of interesse en is eveneens aangeboren (of zit heel diep). Het gaat hier niet om een vrijwillige en bewuste keuze. Seksuele handeling en geslachtsgemeenschap kunnen nog steeds voorkomen.
Er zouden vier typen aseksualiteit bestaan:
- Wel een seksuele drift, maar niet seksueel aangetrokken tot een ander. Geen seksuele interactie;
- Wel seksueel aangetrokken tot een ander, maar geen seksuele drift. Wel emotionele banden, maar geen behoefte aan seksuele interactie;
- Wel seksueel aangetrokken tot een ander en een seksuele drift, maar geen seksuele interactie;
- Geen seksuele drift, niet seksueel aangetrokken tot een ander, geen emotionele banden. Wel emotionele vriendschappen, maar geen behoefte aan liefde of seks.
Onderscheid tussen geaardheid en identiteit
Seksuele geaardheid is niet hetzelfde als seksuele identiteit. Het eerste gaat namelijk over een interne voorkeur die je hebt in een ander, ongeacht wat je uiteindelijk verkiest. Het is dan ook een aangeboren factor. Volgens de onderzoeker Dick Swaab werd gevonden dat er in het brein ook een onderscheid is te maken tussen homoseksuelen en heteroseksuelen, waarbij een Zweeds onderzoek vervolgens vonden dat bij homoseksuelen de linker- en rechterhersenhelft even groot zijn, terwijl bij heteroseksuelen de rechterhelft ietwat groter is.
Seksuele identiteit gaat over de beïnvloeding van externe factoren. Dit gaat dus over de nurture: de acceptatie of verwerping door de maatschappij, in een cultuur en tijdens de opvoeding. Het gaat om de uiteindelijke keuze van een persoon en waarmee hij of zij zich identificeert. Ziet iemand zich als homoseksueel, heteroseksueel, biseksueel of juist aseksueel? Natuurlijk speelt hierbij ook nature een rol, maar de grootste rol is weggelegd voor nurture.
Voorkomen
Het is moeilijk te bepalen welk deel van de populatie onder homoseksueel e.d. valt, aangezien de definitie niet geheel duidelijk. Zoals al aangegeven wordt de geaardheid bepaald door zowel nature als nurture, en dus kan er sprake zijn van een man met homoseksuele gevoelens die ervoor uitkomt, die er niet vooruitkomt, een man in een heteroseksueel huwelijk maar die in het geheim homoseksuele mannen zoekt, et cetera. Hetzelfde geldt uiteraard voor vrouwen.