mijn kijk opDeugden: meer dan geloof, hoop en liefde alleen
Deugden, wat zijn het eigenlijk? Bestaan ze nog? En zo ja, wat heb je eraan, zijn ze niet vreselijk ouderwets? Ouderwets, dat is: achterhaald, niet meer van deze tijd, ergo: te verwaarlozen, waardeloos. Als dat zo is, ja dan kunnen we het er inderdaad bij laten en de deugden verder vergeten. Gaat het echter om tijdloosheid, dan blijkt dat we van deugden ook in onze tijd, zoals in alle tijden, veel profijt kunnen hebben.
Geloof, hoop en liefde
Een deugd is een positieve eigenschap of een ethisch goede manier van handelen. Tot in de vorige eeuw leerde men over de
drie goddelijke en de vier kardinale, of
cruciale deugden. In totaal zijn er dan ook zeven deugden. We kennen ze nog wel, vooral het driemanschap
geloof, hoop en (naaste)liefde is echter zo afgekloven dat we er niet meer bij stilstaan. We verbinden er onze eigen, media-gestuurde associaties aan en staan niet stil bij de oorspronkelijke inhoud. En
voorzichtigheid, rechtvaardigheid, sterkte en matigheid springen weliswaar beurtelings regelmatig als duveltjes uit hun doosje, vooral als het te laat is en we ons tekort gedaan voelen. Daarom is voorkomen beter dan genezen en kunnen we er veel voordeel van hebben als we ze ons eigen weten te maken.
Deugden
Want deugden komen niemand aanwaaien. Het is niet zo dat je ze toevallig bezit, zoals rood haar of blauwe ogen. Een deugd is een manier van in het leven staan met de intentie het goede te doen. Het gaat om een actieve daad, een keuze die je maakt. Niet om er alleen zelf beter van te worden, zoals je een lot in de loterij koopt in de hoop daar rijk van te worden, maar om iemand te helpen. Behalve dat je iemand helpt omdat je zelf in een vergelijkbare situatie ook geholpen zou willen worden, kun je ook iemand helpen omdat je met hem meeleeft en niet kunt aanzien wat hij moet doorstaan.
Bang
Stel je voor dat je in een gemeenschap leeft waar ieder zich om de ander bekommert en die ander toch vrijlaat. Verlangen we daar niet allemaal naar? Waarom doen we er dan niets aan? Omdat we in ons diepste wezen egocentrisch zijn, bang om tekort gedaan te worden, bang om iets te missen, bang ook om op anderen te vertrouwen. En omdat de gevolgen van ons eigen handelen meestal niet direct merkbaar zijn. Misschien ook heb je er niet altijd zelf baat bij, behalve dat goede gevoel dat je eraan overhoudt als je iets voor iemand kunt doen. Dit in tegenstelling tot emoties, die ongeduldig om aandacht schreeuwen en als beloning instant bevrediging schenken. Helaas is die bevrediging van korte duur en schreeuwen de behoeften, net als een verwend kind, daarna extra hard om nieuwe, om meer aandacht.
Emoties
Dat weet iedereen, toch doen we er niets aan. Hoe ongrijpbaar, vluchtig en onbetrouwbaar gevoelens ook kunnen zijn, we staan er liever niet bij stil. Of het is een blinde vlek geworden. De link tussen de onvrede als gevolg van ons gedrag, dat toch bedoeld was om ons beter te voelen, leggen we niet. Terwijl we ons uitleveren aan onze emoties, zouden we van de ons eigen gemaakte deugden veel meer plezier beleven. Die kunnen we bewust, actief sturen. Die hebben we zelf in de hand. Een deugd kun je (moet je; het gaat niet vanzelf!) oefenen. Doe je dat, dan vergroot je daarmee je weerbaarheid en laat je niet meer door je emoties overmannen.
Laten we, om concreet te worden die
kardinale deugden eens tegen het ledlicht houden.
Voorzichtigheid
Niet te verwarren met de
angst om spannende, avontuurlijke of ‘gekke’ dingen te doen, en evenmin met je
timide gedragen om vooral niet op te vallen in onbekend gezelschap. Wat betekent voorzichtigheid dan wel? Dat je nadenkt voordat je ergens mee instemt of iets doet in plaats van onbezonnen ergens in te springen. Dat lijkt saai en kleurloos tegenover de opwinding van onbesuisd gedrag. Zolang het gaat om kleine dingen zoals in een achtbaan klimmen terwijl je deep down doodsbang bent, riskeer je hoogstens misselijkheid. Gaat het echter om essentiëlere zaken, zoals toegeven aan groepsdruk, of het beeld (imago) dat je graag van jezelf hebt/geeft - omdat je niet gezien wilt worden als ‘burgerlijk’ of ‘watje’ -, dan kun je nog lang met de vervelende gevolgen opgezadeld zitten. Zelfs al blijven die beperkt tot het gevoel niet trouw te zijn gebleven aan jezelf (eigenwaarde), terwijl je op steun van diezelfde groep natuurlijk niet hoeft te rekenen.
Rechtvaardigheid
Een begrip dat weinig uitleg vraagt. We weten wel waar we recht op hebben en waar we het kunnen halen. Sommigen vinden dat, als ieder gewoon voor zijn eigen rechten op komt, het wel goed zit, en wie dat niet doet heeft pech, eigen schuld. Daarbij hoort ook de gedachte, dat de een nu eenmaal slimmer (sluwer?) is dan de ander. Het recht van de sterkste geldt dan (Darwin!). Wie even door denkt kan er niet omheen dat dit toch niet het idee weerspiegelt van een rechtvaardige samenleving. De conclusie kan alleen maar zijn dat we ons om onze zwakkere medemens moeten bekommeren. Partijdigheid past daarin niet.
Sterkte
Een populair begrip: we kijken allemaal op tegen sterke mensen; fysiek, maar vooral mentaal. Wat we niet beseffen is dat zij daarvoor iets gedaan (en nog meer gelaten) hebben, en dat ze die sterkte niet in één dag bereikt hebben. Sterkte betekent ook dat je je kracht verantwoord gebruikt. Dat je hem juist inzet om zwakkeren (ja alweer) te helpen. Wie sterk is, kan zijn angst overwinnen. Wie sterk is kan bergen verzetten. Gaat zelfs zover dat hij zichzelf verloochent om een ander te helpen, om voor een rechtvaardige zaak te vechten. (Trouwens zelf zijn we ook wel eens die zwakkere, ieder heeft immers zo zijn zwaktes. Niemand is op alle gebieden (even) sterk.)
Matigheid
Bewonderen we misschien bij anderen, zelf hebben we er vaak moeite mee. Of we vinden het niet nodig om matig te zijn, ‘pluk de dag’ is eerder ons devies. Matigheid heeft te maken met beheersing van de wil over de instincten en houdt de verlangens in toom. We laten ons niet leiden door onze verlangens, maar leiden ze juist; dat is pas vrijheid! In plaats van elke dag poffertjes te eten, tot we de rest van ons leven geen poffertje meer kunnen zien, eten we ze alleen bij bepaalde gelegenheden. In plaats van mateloos op te gaan in een bezigheid tot we uitgeput neervallen en het dagen kost om onze energie terug op peil te krijgen, bouwen we pauzes in en stoppen op tijd. In plaats van een dubbele hypotheek te nemen en verrast te worden door ontslag, wonen we op onze eigen stand en genieten van het leven.
Kortom: volgens mij is er weinig achterhaald aan deze deugden; ze zijn van alle tijden.