De culturele revolutie en de Rode Gardisten in China
De culturele revolutie van 1966 in China door de Rode Gardisten was bedoeld om een nieuw China op te bouwen. Maar wat was de culturele revolutie en waarom moesten daarvoor de scholen in het land gesloten worden? De culturele revolutie in China en de Rode Gardisten nader bekeken.
Massacampagne in 1966 in China
De grote proletarische culturele revolutie van China was een massacampagne in 1966 in het land, waarbij de Rode Gardisten (de jongeren uit het land) opgeroepen werden om een nieuw China op te bouwen. Het was in initiatief van Mao die op dat moment binnen de Communistische Partij steun voor zijn aanpak aan te verliezen was. Mao probeerde op deze manier chaos in het land te veroorzaken, met de bedoeling om zijn eigen positie te versterken.
Scholen moesten de deuren sluiten tijdens de culturele revolutie
Scholen werd gevraagd om de deuren te sluiten en jongeren mee te laten doen aan de Rode Gardes. Dit was een burgerbeweging voornamelijk bestaande uit jongeren die het bestaande China moesten doen verdwijnen en er een nieuwe variant voor in de plaats zien te krijgen.
Het rode boekje van Mao
De jongeren die Rode Gardisten werden genoemd waren helemaal voor de “Grote Roerganger” zoals Mao werd genoemd. Het rode boekje van Mao was daarbij leidend en werd bijna als een Bijbel gebruikt. Dit rode boekje werd ook door het hele land verspreid. Wie overigens denkt dat het Rode Boekje een soort handboek is om dat nieuwe China te realiseren heeft het mis: het boekje van Mao bevat vooral hele droge citaten uit partijteksten.
Rode Gardes moordden en plunderden
De culturele revolutie van China liep echter volledig uit de hand. De Rode Gardes vermoordden leraren en ouders onder het mom dat het contrarevolutionairen waren die berechtigd moesten worden en ze plunderden en vernielden kerken en bestormden scholen. Een groot deel van de culturele schatten van China werden tijdens deze periode vernietigd. Tijdens diezelfde culturele revolutie werden heel veel leraren, intellectuelen, artsen en hoogleraren, maar ook boeren en arbeiders die zich niet aan de regels van de Gardisten wilden confirmeren opgesloten in concentratiekampen of werkkampen die overigens door Mao werden aangeduid als heropvoedingskampen of kaderscholen. Velen werden trouwens ook vermoord. Omdat dit alles op een burgeroorlog leek uit te lopen, greep het Volksbevrijdingsleger op een gegeven moment in.
De arrestatie van de bende van vier maakte een einde van de Culturele Revolutie
Met de arrestatie van de Bende van Vier, de belangrijkste leiders van de Culturele Revolutie (bij deze vier hoorde Mao overigens niet) in 1976 was de culturele revolutie echt beëindigd. Officieel was dat overigens al in 1969 toen de culturele revolutie werd beëindigd op een partijcongres. De bende van vier bestond uit: Mao’s vrouw Jiang Qing en Zhang Chunqiao, Wang Hongwen en Yao Wenyuan. Er wordt aangenomen dat de Bende van Vier bezig was met een staatsgreep en daarbij wilde ze hulp van de Volksmilitie van Shanghai.
Onderdrukking van de bevolking in China
Toch betekende dit einde van de culturele revolutie niet dat de bevolking het beter had. Burgers werden tot 1976 ongelofelijk onderdrukt, ondanks het feit dat Mao niet langer de partijleider was van de communistische partij en zijn opvolger Lin Biao startte met een periode van wederopbouw en reorganisatie. De top van de partij was het echter nog steeds niet met elkaar eens en toen Lin Biao ook nog eens op raadselachtige wijze dood werd gevonden, bleek dat daarvan een uitwerking. Terreur en anarchie waren tot de dood van Mao in 1976 aan de orde van de dag.