Wat is infrastructuur?
Infrastructuur is het geheel aan basisvoorzieningen en netwerken bedoeld ter verzorging van huishoudens en bedrijven. Die voorzieningen moeten een goede werking van maatschappij en economie waarborgen. Infrastructuur is daarmee de ruggengraat van een samenleving. Het begrip infrastructuur omvat dus zowel publieke als private voorzieningen die nodig zijn voor het functioneren van een samenleving. Naast het onderscheid tussen publieke en private infrastructurele voorzieningen, maakt men ook onderscheid tussen technische en sociale infrastructuur.
Publieke en commerciële infrastructuur
Voorwaarde voor groei en welvaart van een regio en de samenleving, is een goed ontwikkelde en functionerende infrastructuur.
In het algemeen kan infrastructuur worden onderverdeeld in:
Infrastructuur uitgesplitst per sector
Daarnaast kan infrastructuur ook worden uitgesplitst per sector:
- vervoer: bijvoorbeeld (tol)wegen, bruggen en tunnels, havens en veerboten, luchthavens en de luchthavengerelateerde diensten, spoorwegen, openbaar vervoer (bus en trein);
- de verzorgingseconomie: bijvoorbeeld olie- en gaslevering, energieopwekking -opslag en -distributie (met inbegrip van hernieuwbare energie), waterverzorging en sanitaire voorzieningen, afvalbeheer, communicatienetwerken;
- de sociale infrastructuur: bijvoorbeeld publieke en private samenwerkingsverbanden, voorzieningen voor gezondheidszorg en openbaar bestuur, onderwijsfaciliteiten, het defensiewezen.
Investeringen in infrastructuur
Investeringen in infrastructurele voorzieningen vertonen bepaalde typische kenmerken:
- infrastructurele systemen vereisen zeer hoge investeringsbijdragen en zijn dus zeer kapitaalintensief en kennen daardoor hoge toetredingsdrempels;
- ze hebben in de regel een zeer lange levens- en gebruiksduur;
- op infrastructurele projecten wordt meestal een zeer zwaar stempel gedrukt door nationale en regionale overheden en zijn vaak gereguleerd door wet- of regelgeving;
- de kasstromen van infrastructurele werken correleren zowel aan de ontvangsten- als aan de uitgavenkant vaak zeer sterk met inflatie;
- ze vertonen op grond van hun essentiële betekenis voor de verzorging van bevolking en industrie een relatief stabiel gebruik en genereren daarmee dus relatief stabiele kasstromen.
Voortgaande globalisering als drijvende kracht
Zowel opkomende economieën alsook de geïndustrialiseerde landen zullen in de komende jaren miljarden dollars c.q. euro´s investeren in de ontwikkeling en uitbreiding, alsook het onderhoud van wegen, spoorwegen, energie- en verzorgingsnetwerken, havens en luchthavens en de sociale infrastructuur zoals scholen of ziekenhuizen.
Grootste drijvende kracht daarbij bij is de voortgaande globalisering, de daaruit resulterende mobiliteit van personen en goederen, alsmede steeds veranderende levensomstandigheden zoals:
- capaciteitsbeperkingen;
- persoonlijke mobiliteit,
- migratiebewegingen;
- de vergrijzing van de samenleving.
De openbare infrastructuur
De westerse geïndustrialiseerde landen en Nederland in het bijzonder, worden gekenmerkt door een gevestigde en goed ontwikkelde infrastructuur, die vaak ter beschikking wordt gesteld door de publieke sector. Grote openbare infrastructurele voorzieningen zijn bijvoorbeeld:
- het openbare wegennet;
- het snelwegennet;
- vliegvelden;
- havenfaciliteiten;
- de gezondheidszorg;
- onderwijsvoorzieningen.
Overheersend probleem in de Verenigde Staten, Europa en ook Nederland is echter, dat de reeds voorhanden publieke infrastructuur voor een deel verouderd is en dringend moet worden aangepast aan onze veranderende levensgewoonten en capaciteitsbehoeften. Tegelijkertijd zijn de financiële middelen van de overheid beperkt en zullen deze als gevolg van de huidige economische en
financiële crisis en instortende belastinginkomsten, ook op middellange en lange termijn schaars blijven.
De commerciële infrastructuur
Onder de naam commerciële infrastructuur worden talrijke industriële infrastructurele projecten en investeringen samengevat, zoals:
- nutsvoorzieningen, bijvoorbeeld voor elektriciteit of gas;
- installaties voor opwekking van duurzame energie;
- afval- en verbrandingsinstallaties;
- brandstofdepots die eigendom zijn van bedrijven.
Bedrijven stellen deze infrastructuur direct of indirect voor de samenleving beschikbaar doordat ze de bevolking van bepaalde diensten voorzien of andere bedrijven met behulp van deze infrastructuur verzorgen.
Dergelijke infrastructuur is vaak sterk gereguleerd en onderworpen aan bepaalde wettelijke (minimum) eisen, die worden bepaald door de overheid. Dergelijke voorschriften moeten een zeker en duurzaam gebruik mogelijk maken voor burgers en bedrijven alsook een niet-discriminerende toegang tot monopolistische infrastructurele voorzieningen.