Genocide: Guatemala
De genocide die in Guatemala plaatsvond was er een op de inheemse bevolking, die vanaf het moment dat de Europeanen het gebied waren binnengedrongen in een minderwaardige positie terecht waren gekomen. De genocide in Guatemala staat ook wel bekend als de Stille Holocaust.
Wat er aan vooraf ging
Voor de komst van de Europeanen was het huidige Guatemala het centrum van de Maya-cultuur, een bloeiende beschaving. Met de komst van de Europeanen in de zestiende eeuw werden de inheemse indianen veelal slaven in eigen land. Aan het einde van de negentiende eeuw moedigde een dictator de bouw van koffie aan en er stonden grote koffieplantages, die gerund werden door grootgrondbezitters. Al snel waren het Amerikaanse investeerders die er de dienst uitmaakten. De indianen profiteerden in geen enkel opzicht van de opbrengst van de koffie en een sterk leger en politiemacht zorgde er voor dat ze hun plaats kenden. Deze situatie duurde voort tot 1944 toen een meer verlicht regime aan de macht kwam, dat aandacht had voor de inheemse bevolking. Er werd gezorgd voor onderwijs, gezondheidszorg en zelfs vakbonden werden toegestaan. Er werden plannen gemaakt om het land dat in handen was van grootgrondbezitters tot bezit van de staat te verklaren en dit was het moment waarop het mis ging. De Amerikanen zagen hun handelsbelangen in gevaar komen en besloten in te grijpen. Er werd gewaarschuwd voor vijandige communisten en in de VS werden Guatemalteken getraind om tijdens een invasie de zittende regering ten val te brengen. Vanaf dit moment werden politieke partijen en vakbonden verboden en veel Guatemalteken ontvluchtten hun land. De ene na de andere militaire dictator volgde elkaar op, dit ging zo door tot er in 1962 een burgeroorlog uitbrak die ruim 35 jaar zou duren.
Intermezzo
De Indianen hadden in de korte periode van vrijheid echter hun lessen geleerd en met behulp van de Katholieke kerk werden coöperaties opgezet, moerasgebieden in cultuur gebracht en werden de traditionele cultuur als wel de linkse politiek niet vergeten. Er ontstond een oppositie die geen geweld gebruikte. Maar ontstonden er guerrilla-groepen )die geweld niet schuwden en zich op marxistische leest schoeiden, soms kregen ze daarbij hulp van Cuba. Drie guerrilla-groepen verenigden zich in 1981 tot
Unidad Revolucionaria Nacional Guatemalteca (URNG) of Guatemala's Verenigde Front. In datzelfde jaar ging een groep vreedzame Maya-protestanten naar Guatemala City waar ze de Spaanse ambassade bezetten als protest tegen de onderdrukking van de overheid van de inheemse bevolking. De Spaanse ambassadeur riep de Guatemalteekse regering op geen geweld te gebruiken, maar tevergeefs: de ambassade werd platgebrand en de demonstranten en het meeste personeel van de ambassade kwamen om het leven.
Stille Holocaust
Dit was het moment dat de Guatemalteekse regering overging tot systematisch geweld tegen de inheemse bevolking, die men er van beschuldigde een communistische coup voor te bereiden. Het leger, samen met milities die zichzelf aanduidden als 'killing machines' zou zich twee jaar lang schuldig maken aan gruwelijke wreedheden tegen de Indiaanse bevolking. Dit wordt soms wel de '
Stille Holocaust' genoemd. De Maya-bevolking werd gezien als de natuurlijke aanhangers van de guerrilla's en daarom werd er excessief geweld tegen hen gebruikt, waarbij ook vrouwen, kinderen en ouderen niet met rust werden gelaten. Het gehele gebied waar de Maya's woonden werd systematisch afgewerkt, 626 dorpen werden aangevallen, vaak terwijl er feesten of een markt gaande was. Vooral de provincie Quiché had het zwaar te verduren. De dorpen werden omsingeld, vrouwen en mannen gescheiden en vervolgens begonnen de martelingen en executies. Degenen die niet konden ontsnappen werden vermoord, anderen moesten daarbij toekijken en soms deelnemen. Vrouwen werden systematisch verkracht en de traditionele cultuur werd opzettelijk gekleineerd. Heilige plekken werden ontheiligd, vee werd gedood, bronnen vergiftigd; de
tactiek van de verschroeide aarde werd toegepast. Zowel het leger als speciale doodseskaders maakten zich schuldig aan het geweld tegen de Maya's. Nobelprijswinnares
Rigoberta Menchú Tum is een voorbeeld van iemand die bijna haar hele familie verloor tijdens het geweld. De URNG kon de Maya's niet helpen, hun aantal was te klein. Uiteindelijk lieten meer dan 200.000 mensen het leven tussen 1960 en 1996. Het hoogtepunt van het geweld lag in 1982-3.
Rol Verenigde Staten
Al deze tijd bleven de VS het Guatemalteekse regime steunen, met geld en wapens. Ook leidden ze Guatemalteekse officieren op, waarvan men wist dat ze zich schuldig maakten aan schendingen van de mensenrechten. De CIA werkte met Guatemalteekse mensen van de geheime dienst, sommige werden zelfs door hen betaald, ondanks hun rol in de genocide die in Guatemala plaatsvond. De VS waren niet geïnteresseerd in het lot van de Indianen, hun interesse lag in het op afstand houden van het communisme. De
Koude Oorlog was nog steeds in volle gang.
Verzoening
In 1986 werden er een nieuwe grondwet opgesteld en kwam er een burgerregering, maar het leger behield zijn macht. In 1991 werd er begonnen met vredesbesprekingen, die met vallen en opstaan verliepen. In 1994 was er opnieuw een nieuwe regering, deze keer met nationale ombudsman voor mensenrechten aan het roer. In 1996 werd er een vredesverdrag getekend, door zowel de regering als de URNG. Nu kon Guatemala eindelijk proberen te herstellen van de gebeurtenissen van de decennia ervoor. Er was amnestie afgekondigd voor de oorlogsmisdadigers, wat tot veel wrevel leidde bij de slachtoffers van die misdaden. Maar de politiek van verzoening werd doorgevoerd, om zo tot vrede te komen.
Rapporten
Ook werd de
Historical Clarification Commission (HCC) opgezet, die onderzoek moest doen naar de begane wreedheden. Uiteindelijk kwam hier het rapport Guatemala:
Memory of Silence uit. De bevindingen waren duidelijk, de regering had opzettelijk genocide gepleegd, met als slachtoffers de lokale Indianen. Ook werden er aanbevelingen gedaan: de herinneringen van de slachtoffers dienen bewaard te worden, de slachtoffers hadden recht op genoegdoening en het democratische proces moest verstevigd worden. In 1998 was al een ander rapport verschenen, onder leiding van de katholieke kerk, bekend als
'Never Again'. Ook dit rapport legde de verantwoordelijkheid voor de gebeurtenissen vrijwel volledig bij de toenmalige regering. Dit rapport was gepresenteerd door bisschop Juan Gerardi, een mensenrechten activist, twee dagen na het verschijnen werd Gerardi vermoord. In juni 2001 werden drie officieren veroordeeld voor de moord, de officier van justitie werd onmiddellijk met de dood bedreigd en was gedwongen om Guatemala te ontvluchten.