Imre Kertesz; Onbepaald door het lot
Het verhaal van een 15 jarige jongen die terechtkomt in concentratiekampen, geen verhaal zoals die andere die we al gelezen of gezien hebben. Het is optimistisch maar hard, naïef maar niet dom. Imre tracht de logica van het onlogische te vatten, alle gebeurtenissen een plaats te geven in zijn eigen lot, zijn vrijheid te behouden maar vooral: Hij tracht de tijd door te komen.Hier een filosofische bespreking van het boek
Le differend
Volgens Lyotard brengt elke ordening differends (geschillen) met zich mee, deze zijn de negatieven van de heersende orde, ze geven er de grenzen van aan. Steeds werden deze geschillen zo goed mogelijk toegedekt. Sommige geschillen zijn echter onmiskenbaar, zo ook Auschwitz. Auschwitz is het grote geschil in het geschiedenisverhaal van Hegel. Hegel ziet de geschiedenis als een proces waarin alles bijdraagt tot de toename van de redelijkheid en vrijheid. De Holocaust past onmogelijk in deze geschiedenisvisie, de zinloosheid ervan vormt een onoplosbaar conflict met het grote geschiedenisverhaal.
In de concentratiekampen heerst een logica die compleet verschilt van die van de moderniteit, een logica die voor de logische mens onvatbaar lijkt. Wat echter wanneer je in zo’n concentratiekamp terecht komt? In dit boek wordt dat perfect verduidelijkt. We zien hoe het hoofdpersonage zich tracht aan te passen aan het nieuwe systeem waarin hij terecht komt en de logica van het onlogische tracht en uiteindelijk ook weet te begrijpen. Zo zien we dat zelfs het onlogische logisch kan zijn, dat de menselijke geest krachtiger is dan we denken.
Taal en werkelijkheid
Het is erg opvallend dat het hoofdpersonage op het einde van het boek, wanneer hij opnieuw een vrij mens is, meer moeilijkheden lijkt te hebben dan voordien. Hij vindt het moeilijk zijn visie op de situatie in de concentratiekampen duidelijk te maken aan buitenstaanders. Het lijkt alsof ze in een andere wereld leven en zich onmogelijk kunnen inbeelden hoe het leven in een kamp eruit zag. Hij lijkt de dingen helemaal anders te begrijpen dan deze mensen. Hij is een ex-gedeporteerde en alleen diegene die dat ook zijn kunnen de Holocaust zien zoals hij werkelijk was.
Volgens het logisch atomisme steunt onze gewone omgangstaal op de logica en weerspiegelt de structuur van de logica de structuur van de werkelijkheid. Wanneer we ons in een andere werkelijkheid, met een andere logica bevinden zal onze omgangstaal dus ook anders zijn. Het hoofdpersonage heeft een jaar lang in een andere realiteit geleefd, een realiteit met een eigen logica. De taal is afhankelijk van de werkelijkheid waarin men leeft, wat een ander mens gruwelen noemt kan de jongen niet zo aanduiden. Hij kan het woord onmogelijk nog begrijpen zoals een gewoon mens dat doet. De logica, de werkelijkheid waarin hij zich heeft bevonden maakt het hem moeilijk zichzelf begrijpbaar te maken aan de buitenstaanders. De woorden die hij spreekt zijn dezelfde dan die, die de anderen gebruiken, hun betekenis is dat echter niet. Hij heeft in een andere wereld geleefd en deze wereld is nu onvermijdelijk een deel van hem. De taal waarin hij zich uitdrukt, de woorden die hij spreekt zijn onvermijdelijk beïnvloed door wat hij heeft meegemaakt. Bepaalde woorden kan hij onmogelijk nog begrijpen zoals een ander mens dat doet, bepaalde woorden zullen bij hem altijd een andere betekenis blijven hebben. Alleen diegene die zijn lot gedeeld hebben zullen zijn taal werkelijk begrijpen.
De kloof die hij hier ervaart tussen zichzelf en de alledaagse mensen moet moeilijk geweest zijn. Het idee dat ze het nooit zullen begrijpen zoals hij dat doet nog moeilijker. In het kamp leefde hij samen met lotgenoten, ze spraken allen dezelfde taal, er was een gevoel van samenhorigheid. Na de bevrijding komt hij opnieuw terecht in het echte leven waar hij dat gevoel niet langer terug lijkt te vinden. De eerste persoon die hij wil opzoeken is dan ook een vriend uit het kamp. De jongen lijkt zich niet langer thuis te voelen bij de mensen die voordien zijn vrienden of kennissen waren. Zo zien we ook hoe bepaalde gebeurtenissen een band kunnen creëren tussen mensen en tegelijkertijd de band met anderen doen vervagen. Denk hierbij ook maar aan soldaten die samen aan hetzelfde front gezeten hebben, ze blijven vaak vrienden voor het leven terwijl ze diezelfde band nooit nog kunnen ervaren met anderen.
We zijn ook gegaan
De jongen ergert zich eraan dat iedereen steeds gebruik maakt van het woord “komen”. De Duitsers zijn gekomen, de sterren zijn gekomen, de executies zijn gekomen, de jongen wijst ons erop dat we zelf ook zijn gegaan. Alles wat we gedaan hebben, elke stap die we gezet hebben zou de geschiedenis kunnen veranderd hebben. Hij kan het niet aanvaarden dat hij volledig onschuldig zou zijn in alles wat hem overkomen is. Hij wil zich niet plaatsen in de rol van slachtoffer, hij wil zichzelf niet zien als een passief wezen.
“We aanvaarden allen een bepaald lot en vanaf het moment dat we dat aanvaarden kunnen we er ook geen genoegen mee nemen dat alles wat we hebben meegemaakt slechts een vergissing was, we moeten het aanvaarden als een deel van ons lot. We bepalen zelf ons leven door bepaalde stappen te doen, het zijn niet de anderen die ons leven bepalen”
In wat de jongen hier zegt kunnen we iets herkennen van Sartre, ook Sartre weigert de mens te zien als een passief wezen. Volgens zijn existentialisme maakt de mens zijn eigen keuzes en bepalen deze zijn toekomst. We moeten de schuld daarom niet in iets of iemand anders schoenen schuiven. We mogen niet het slachtoffer van ons eigen leven spelen maar moeten onszelf eerder zien als regisseur van dit leven. Ook de jongen lijkt deze boodschap begrepen te hebben, hij kan zich niet neerleggen bij het idee dat alles wat gebeurd is niets met zijn eigen keuzes te maken heeft.
De jongen wil bovendien ook helemaal niet vergeten wat er gebeurd is. Dat zou hij slechts kunnen moest hij sterven en opnieuw herboren worden. Hij beseft dat zijn tijd in de concentratiekampen een deel uitmaken van zijn leven, van zijn lot, van wie hij is. Hij begrijpt dat wanneer hij dit ontkent of tracht te vergeten hij een deel van zichzelf ontkent, vergeet.
Jood zijn
Voor zijn tijd in het kamp heeft het hoofdpersonage een discussie met één van zijn buurmeisjes over wat het is om Jood te zijn. Het meisje is ervan overtuigd dat het met innerlijke kenmerken te maken heeft. Ze was via gesprekken en lectuur tot de conclusie gekomen dat Joden anders waren dan gewone mensen en dat ze vanwege dat verschil gehaat werden. Volgens de jongen had het echter helemaal niets met hun innerlijk te maken. Hij was ervan overtuigd dat het gewoon de ster was en dus niet meer dan een uiterlijke oorzaak had. Na alles wat hij meegemaakt heeft beseft hij echter wat het echt betekent om Jood te zijn; het betekent helemaal niets. Hij beseft dat er helemaal geen verschillen zijn, geen ander bloed, het zijn allemaal leugens. Vanaf het moment dat men die leugens aanvaardt, aanvaardt men ook een bepaald lot. Ook al is dat lot oorspronkelijk een leugen, eens je het aanvaardt kan je het niet langer als een vergissing bestempelen, eens je het aanvaardt is het een deel van jezelf.
De tijd
De jongen haalt aan hoe de tijd in een concentratiekamp eigenlijk in twee richtingen werkt. In het gewone leven komt de werkelijkheid je langzaam en geleidelijk tegemoet zodat je het allemaal kan verwerken waardoor je alles weet te begrijpen. In de concentratiekampen word je overspoeld met beelden, gebeurtenissen waardoor je hersenen en je hart niet in staat zijn het te verdragen. Je krijgt enerzijds de tijd niet om de dingen tot je door te laten dringen, anderzijds moet je elke seconde in zo’n kamp trachten vol te houden wat dan weer tegen je werkt.
Vanaf de aankomst in een concentratiekamp word je werkelijk overladen met indrukken, beelden, woorden, gebeurtenissen, noem maar op. De hoeveelheid informatie die op je afkomt is te groot om tot begrip te brengen. Dit is echter goed, want moest je het op dat moment allemaal begrijpen dan zou je dat niet aankunnen. Eens je echter ingeburgerd bent in het kamp gaat de tijd een andere rol spelen, het gaat allemaal niet langer aan dat haastige tempo. De tijd duurt lang en elke seconde moet je zien door te komen, zien te overleven. Je maakt veel mee in zo’n kamp maar de tijd maakt dat makkelijker. Zo zegt de jongen ook dat wanneer je alles wat je hebt meegemaakt in het kamp opnieuw over je heen zou krijgen maar dit keer in slechts één minuut tijd dan zou dat onverdraagzaam zijn. Het gebeurt echter allemaal geleidelijk en dat maakt het makkelijker, de tijd verzacht de pijn.
Wanneer je het boek leest krijg je de indruk, dat het ergste gaat komen na de bevrijding. De bevrijding confronteert je met wat er gebeurd is, is het einde van het lijden maar het begin van het verwerken. De vraag die zich hier opdringt is echter wat is het zwaarste; afzien, honger hebben, geslagen worden, de dood voor je ogen zien,... of beseffen dat je afgezien hebt, honger gehad hebt, geslagen werd, de dood voor je ogen zag en dit nu allemaal moet verwerken en een plaats geven in je leven?
Het lijkt tot de jongen door te dringen dat hij opnieuw vrij is, maar wat moet hij daar nu mee? Op die vraag lijkt hij nog geen antwoord te hebben en al gauw heeft hij heimwee naar het kamp want daar hoefde hij zich niet met zulke vragen te belasten. De opdracht in het kamp was eenvoudig, hij moest gewoon weten te overleven, de opdracht die hij nu heeft lijkt in vergelijking daarmee veel moeilijker.
Pas nu hij weer vrij is kan hij volledig nagaan wat hem daar allemaal overkomen is, wanneer hij er echter over nadenkt zal alles veel vlugger opnieuw op hem afkomen als het toen gedaan heeft. Wat hij op één jaar meegemaakt heeft kan hij nu op één nacht weer voor ogen halen. Is het misschien niet zo dat dat veel pijnlijker is. Hij zegt zelf dat de tijd alles dragelijk maakt, wat als het dan plots allemaal terug voor de geest gehaald wordt in een veel kortere tijd dan dat het zich toen heeft afgespeeld? Overleven "na" een concentratiekamp lijkt in dit opzicht moeilijker dan overleven "in" een concentratiekamp.
Het geluk
“Het leven in het kamp was zuiverder en eenvoudiger geweest, iedereen had het over ontberingen gruwelen, maar de kleine gelukservaringen waren het belangrijkste geweest.”
De jongen laat ons zien hoe het geluk zelfs in de meest ondenkbare omstandigheden aanwezig is. Voor hem is het onmogelijk om de tijd in het kamp als een gruwelijke tijd te beschouwen. Hij had zeker ook geluk gekend in het kamp, waardoor hij zelfs een beetje heimwee had naar zijn tijd daar. In het boek zien we hoe vriendschap, samenhorigheid, menslievendheid, behulpzaamheid zelfs mogelijk zijn in de meest verschrikkelijke omstandigheden. Iedereen was hongerig, moe, uitgeput maar toch was er nog voldoende energie om er voor elkaar te zijn. We zien ook hoe het geluk eigenlijk in erg kleine dingen zit, in het uurtje vrij, in dat beetje extra tijdens de maaltijd, in die vriend die ervoor zorgt dat je toch elke ochtend opstaat. We zien zelfs hoe het geluk in het ongeluk kan schuilgaan, in een wonde aan de knie die ervoor zorgt dat je op een betere plaats terecht komt, in een bedgenoot die sterft zodat je enkele dagen dubbel rantsoen krijgt. Je zou bijna kunnen zeggen dat je pas het ware geluk ziet wanneer je het ongeluk ervaart.
In het dagelijkse leven zou je het geluk in zijn eenvoudige vorm niet herkennen, je zou het voorbijlopen, je zou ernaar opzoek gaan maar er steeds over kijken. Vaak hebben we het idee dat geluk iets complex is dat we nooit werkelijk kunnen bereiken, het hoofdpersonage toont ons dat, dat helemaal niet zo is. Het geluk zit werkelijk in de kleine dingen.
De vrijheid van de onvrije
Het boek geeft perfect weer hoe een mens uiteindelijk in alle omstandigheden de mogelijkheid heeft vrij te zijn. De mens is namelijk in het bezit van een instrument dat hem in staat stelt alle muren, alle ketens, alle grenzen te overschrijden: de menselijke geest. Onze geest geeft ons toegang tot de wereld van de verbeelding, zolang we de mogelijkheid hebben ons in deze wereld te begeven zijn we vrij. Dat beseft ook het hoofdpersonage en de vrijheid die hij op die manier ontdekt helpt hem de tijd door te komen. Wanneer de jongen deze ervaring beschrijft besef je dat de mens krachtiger is dan hij denkt te zijn. Men kan je werkelijk alles trachten te ontnemen, men kan proberen je daadwerkelijk te herleiden tot een object. Er is echter één ding dat ons steeds zal onderscheiden van een object en dat is onze verbeeldingskracht, om deze te verwoesten is er meer nodig dan een concentratiekamp.
De "holo-hype"
Vandaag de dag wordt men nog voortdurend geconfronteerd met de Holocaust, boeken, films, verhalen, je kunt er niet naast kijken. Het lijkt alsof heel de wereld iets te verwerken heeft. Zelfs de generaties die niets met het gebeuren te maken hebben lijken gedwongen een soort rouwproces te ondergaan. Iedereen "moet" zich vandaag de dag een beeld kunnen vormen van de "gruwelen", of het beeld al dan niet authentiek is doet er niet toe, als het maar gruwelijk is.
Oneindig veel pogingen werden en worden nog steeds ondernomen om weer te geven hoe het moet geweest zijn als gedeporteerde te leven. Vaak zijn de schrijvers, vertellers, filmmakers mensen die nooit in een dergelijk kamp verbleven hebben. De vraag is echter of deze er dan wel goed aan doen om ons te laten zien hoe het geweest moet zijn. Wanneer we het boek lezen krijgen we steevast de indruk dat alleen iemand die er geweest is de werkelijkheid ervan kan vatten. Bovendien lijken zelfs zij niet aan de buitenwereld te kunnen schetsen hoe het was. Moeten we misschien niet gewoon aanvaarden dat de werkelijkheid van deze kampen onmogelijk weer te geven valt? Is het bovendien niet zo dat het beter is om er helemaal geen beeld van te vormen dan onze geest te bevredigen met onechte beelden?
© 2008 - 2024 Tina-v, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Opstand Hongarije 1956De opstand van de Hongaren in 1956 was een van de eerste tekenen dat Oost-Europa zwaar te lijden had onder het Sovjet-re…
Positieve psychologieGeluk? Wanneer ben je nu precies gelukkig? Komt dit door wat je meemaakt, wat je voelt, hoe je denkt of wat je bezit? Di…
Tussen hemel en aardeDe ene heeft een duidelijk geloof bij het gegeven dat er meer is tussen hemel en aarde en de ander is in de overtuiging…