Hoe autonoom ben je als mens?
We willen ons allemaal vrij voelen. Vrij om te doen wat we willen. Zelf ons leven bepalen. Zodat we een zinvol leven kunnen hebben. Een geslaagd leven. Maar betekent dat ook automatisch dat we helemaal vrij moeten zijn? Dat we alles zelf moeten kunnen bepalen? Alleen aan onszelf hoeven denken? Of kan ook de verbinding met andere mensen vrijheid geven? En kunnen we dan toch autonoom leven?
Wat is autonomie?
Autonomie is onafhankelijkheid (van het Griekse
autos = zelf en
nomos = wet, ofwel 'geregeerd door eigen wetten'). Het gaat dan om individuele zelfbeschikking: de mogelijkheid om zelf te bepalen hoe je je leven wilt leiden. Als we aan autonomie denken dan denken we vaak aan iemand die alles alleen bepaalt, zich laat leiden door wat hij of zij (al denken we bij autonomie niet meteen aan een autonome vrouw) zelf wil. Autonomie is van alles en iedereen los helemaal je eigen zin kunnen doen. Niet gehinderd door regels, verplichtingen of relaties. Als je autonomie zo opvat is een rijk leven een solitair leven, geheel in de lijn met de gedachten van Plato, waarbij je gericht bent op beheersing en controle, en het verstand prevaleert boven de emotie (terwijl beide aangeleerde sociale constructies zijn).
Wanneer ben je autonoom?
Maar als dat onze definitie is van autonomie, dan betekent dit ook dat we bij het minste of geringste niet meer autonoom zouden zijn. Als we om raad vragen, nemen we dan nog wel helemaal zelf een beslissing? En als we rekening ermee willen houden dat onze partner onze beroepskeuze en werkkring ondersteunt? Zijn we dan nog wel echt autonoom? En wat als we ons leven willen delen met geliefden en vrienden of breder nog de gemeenschap? Leven we dan nog autonoom?
Volgens filosofe Beate Rössler sluit het een het ander niet uit. Het idee dat we alleen autonoom zijn wanneer we volledig onafhankelijk zijn klopt niet. Dat noemt ze een achterhaald en eenzijdig beeld van autonomie. Een macho-opvatting zou je kunnen zeggen. Er zijn namelijk twee problemen met deze starre definitie van autonomie, volgens Beate Rössler.
- Als je autonomie zo strikt opvat is autonomie vrijwel altijd onbereikbaar. En daarmee blijft het een abstract begrip, een ideaal of utopie. Het is namelijk vrijwel onmogelijk om je helemaal van iedereen los te maken of te voelen. En daardoor kun je je al snel gevangen voelen, want je bent immers niet (helemaal) autonoom. Dan voel je je beperkt door je partner, je vrienden, je familie, je baas, je baan, het land waarin je bent geboren of leeft, de cultuur om je heen, enzovoorts. Alles en iedereen is een begrenzing van je vrije zelf en dus ben je nooit autonoom?
- Als je autonomie wel praktisch wilt invullen, merk je al snel dat het niet lukt op de 'oude' manier. Er is altijd wel iets dat of iemand die ervoor zorgt dat het toch anders gaat dan dat je vooraf had gepland of gewild. Als je daar pragmatisch mee omgaat, zou je kunnen denken dat autonomie niet belangrijk is, maar dat is het wel.
Autonoom leven volgens de 'oude' definitie kan dus eigenlijk niet. Terwijl je door te leven juist invulling geeft aan je autonomie, vindt Beate Rössler.
Het verschil tussen autonoom zijn en autonoom leven
Autonomie lijkt dan alleen om de vorm te gaan, de vorm waarin je je leven leeft: zo alleen en onafhankelijk en zelfstandig mogelijk. Het gaat om controle. Het is een rationele vorm van autonomie. Terwijl een vervuld leven juist om de inhoud gaat, om overgave aan een (hoger) doel. Wat houdt je leven in? Je kunt niet autonoom zijn en toch een autonoom leven leiden. Je kunt ervoor kiezen om de zorg voor je invalide man op je te nemen en volmaakt gelukkig zijn in het besef dat je hiervoor een offer brengt als het gaat om je autonomie. Maar zolang je deze keuze in vrijheid maakt ben je autonoom. En kan je leven toch geslaagd zijn. Een individuele autonome keuze voor een leven waarin je er bewust voor kiest aan de zijlijn te staan kan een vervuld leven zijn, vol van betekenis voor alle betrokkenen. Zonder autonoom te zijn kun je toch autonoom je leven inrichten.
Autonoom leven is ook samen leven
We moeten relationeel leren denken als het om autonomie gaat, vindt Beate Rössler. En dus naar een andere definitie van autonomie. Vrij zijn gaat er niet om dat je alles in je eentje doet. Alles gebeurt altijd in relatie tot anderen. Maar dat betekent niet dat we door dit besef minder autonoom zijn. We kunnen autonoom zijn in verbondenheid. Dat betoogt ook filosoof Jan Drost in zijn boek 'Als de liefde voorbij is'. Hij stelt, dat wij mensen sociale, relationele wezens zijn. We hebben elkaar niet alleen nodig om in leven te blijven, maar ook om te weten wie we zijn. Zonder de ander is er geen ik. Wie we zelf zijn definiëren we in relatie tot de ander. Voor elk aspect van onze eigen identiteit hebben we de ander nodig. Heel hard nodig. In de ouderwetse opvatting van autonomie valt deze samen met onkwetsbaarheid. Als we niemand nodig hebben, kan niemand ons teleurstellen, pijn doen of verlaten. Maar we zijn niet onkwetsbaar. We zijn wie we zijn dankzij de ander, soms ondanks de ander, maar altijd in relatie tot de ander. Anderen zijn de spiegels waarin we onszelf zien en waardoor we onszelf ervaren, zo stelt Jan Drost (2017). Hoe vinden we daarin onze autonomie? Door met anderen en met omstandigheden om te (leren) gaan.
Controle is een illusie
We kunnen denken dat we onszelf niet kunnen zijn wanneer we rekening houden met anderen, of dat we voorbij moeten gaan aan regels om onszelf te kunnen verwezenlijken. Of alle omstandigheden moeten bepalen, zodat het leven precies zo gaat als we zouden willen. Maar helaas blijkt in de praktijk dat we niet alles in de hand hebben en ook nooit kunnen hebben. We kunnen wel willen leven volgens het principe 'pech moet weg', maar hoe reëel is dat? En wat dan? Want is het niet dat er iets onverwachts gebeurt, dan is het wel dat we niet precies weten wat we moeten doen. Soms twijfelen we, aarzelen we, weten we niet wat we willen of moeten. Dat doen we allemaal en is geen teken van wilszwakte, maar hoort bij het mens-zijn. Blijf je in je relatie of ga je op zoek naar iemand anders? Houd je je baan of sla je een andere richting in? Ga je minder uren werken, omdat je kinderen je nodig hebben, of geef je voorrang aan je carrière? Verhuis je naar een groter huis, met meer maandlasten, maar minder reistijd naar je familie? Op basis waarvan maak je je keuzes?
Kiezen is delen
Als je alles in vrijheid kunt doen, als je altijd overal voor kunt kiezen is de wereld oneindig weids, maar ook oneindig leeg. Als alles mogelijk is wat kies je dan? En wanneer weet je dat je het goede hebt gekozen? We ontwikkelen ons als mens, veranderen als mens, en kunnen toch het stuur vast in handen blijven houden. Maar we kunnen niet zelf ons kompas zijn. Dat zijn de anderen, of het nu gaat om het effect dat we op anderen (willen) hebben, of dat anderen op ons hebben of de relatie die we met anderen (willen) hebben. De ander speelt altijd een rol.
Een vervuld leven gaat om bewuste keuzes die je zelf maakt voor jezelf, rekening houden met de ander, met de wereld, zodat je zelf richting kunt geven aan je leven. Dan gaat autonomie over zelfbepaling van de inhoud van je leven en niet de manier waarop je deze beslissing neemt. Bewust kiezen is een autonome keuze en dat is niet automatisch een makkelijke keuze. Soms geeft juist de verbinding met anderen vrijheid. Dan helpt de relatie met anderen je te kiezen. Zoals wanneer een trainer stopt vanwege familieomstandigheden, en liever bij zijn zieke vrouw is dan dat hij voor een voetbalclub werkt. Dat geeft richting. Of wanneer je besluit die interessante baan te accepteren in het buitenland, omdat je man in is voor een buitenlands avontuur met je en je voor 100% steunt. Dan is de keuze snel gemaakt. Zo bekeken is het vrij kunnen kiezen een voorwaarde voor een vervuld leven, in de wetenschap dat elke keuze die je maakt, ook een keuze is om te laten wat je anders misschien wel had kunnen doen.
Autonomie: tussen gevoel en verstand
Een autonoom leven volgens de 'oude' definitie is een rationeel leven. Een leven van plussen en minnen die je objectief kunt optellen waardoor je een goede maat krijgt voor de mate waarin een leven, ook van buitenaf als geslaagd kan worden beschouwd. Maar is dat hetzelfde als de keuze voor een vervuld leven? Valt dat te meten? Autonomie is dan gericht op beheersing en controle.
Door autonomie op de relationele manier invulling te laten geven aan ons leven, maken we ons leven en onszelf autonoom. Elke dag weer. We kunnen leren vertrouwen op het veranderlijke, ons proberen over te geven aan wat er op ons afkomt, mee te gaan met de ander, in plaats van onze doelen te stellen op beheersing en controle. Met als voornaamste opdracht toch onszelf te blijven, al is ons zelf geen constant onveranderlijk zelf. Door steeds opnieuw de afweging te blijven maken of het om iets gaat waar Ik achtersta. En daar altijd het perspectief van hoop aan verbinden. Voor onszelf en voor elkaar.
Gevoel en verstand zijn geen water en vuur. Ze zijn als water en zonlicht: ze hebben elkaar nodig. Het gaat om de balans.