Filosofie van de 20e eeuw, enkele stromingen uitgelicht

Van dat wat vaststaat naar dat wat verandert
De traditionele filosofie zocht vaak naar algemene, objectieve waarheden. Er werden algemene beweringen gedaan over de wereld, hoe de kosmos in elkaar steekt en hoe je als mens moet leven. Denk bijvoorbeeld aan Plato en zijn zoektocht naar de eeuwige ideeën van het goede, het ware en het schone. Of Kant en zijn universele, altijd geldende, morele leefregels. In oude tijden waren filosofie, religie en wetenschap een geheel. Later is men deze zaken van elkaar gaan scheiden. Filosofie gaat over denken, niet over zeker weten of geloven. In oude tijden werden er vaker filosofische systemen uitgedacht waarmee de werkelijkheid verklaard werd.Later zijn filosofen zich vaker gaan richten op de menselijke beleving, de mens en de wereld om hen heen. Hoe interpreteert de mens zichzelf, de maatschappij, het leven en het universum? Hoe kunnen we hier mee omgaan? De interactie tussen de mens en de wereld om hem heen is flexibel. In plaats van algemene wetten op te stellen, wordt vaker naar de specifieke situatie gekeken. Naar deze mens in deze context.
Fenomenologie
In het begin van de 20e eeuw ontstaat de fenomenologie. Edmund Husserl en Merleau-Ponty zijn bekende fenomenologen. Fenomenen zijn allerlei zaken die wij in het leven waarnemen. Zowel in ons als buiten ons. Het kan een bloem of steen zijn, een maaltijd maar ook een ziekte, een gevoel of een emotie. In de fenomenologie onderzoekt men de fenomenen en hierdoor ook het bewustzijn dat deze fenomenen waarneemt. Het bewustzijn richt zich altijd op iets. Dit wordt intentionaliteit genoemd. Het doel is om via de ervaring zowel kennis van het fenomeen als van het bewustzijn te krijgen. De persoonlijke ervaring wordt dus als een bron van kennis gezien. Theorieën, concepten of kennis over het fenomeen wordt tijdelijk losgelaten zodat men de pure ervaring kan onderzoeken. De ervaringen bij een fenomeen opschrijven kan een manier zijn van fenomenologisch onderzoek.Een aantal fenomenologen is beïnvloed door Henri Bergson. Hij leefde tussen 1859 en 1941. Bergson onderzocht het fenomeen tijd. Hij had het over duree, wat je zou kunnen vertalen met duur. Wij ervaren een tijdsduur. Die tijdsduur is kenmerkend voor het leven. Sommigen noemen Bergson een vitalist, iemand die de filosofie met het leven wilt verbinden.
Existentialisme
Uit de fenomenologie vloeide het existentialisme voort. Deze stroming was vooral in de jaren 40 van de vorige eeuw populair. Existentialisme gaat over wie de mens is. De existentie, ofwel dat we bestaan, gaat vooraf aan de essentie, ofwel wat we zijn. De intentionaliteit, waar de fenomenologen het over hadden, is de basis van ons bestaan en wie we zijn. Husserl en Heidegger, grondleggers van de fenomenologie, waren een inspiratie voor Sartre, hij werd een van de bekendste existentialisten. Sartre was politiek actief. Zijn politieke statements zijn verbonden aan zijn filosofie. Volgens hem zijn we fundamenteel vrij. We zijn waar ons bewustzijn zich op richt. We bestaan en van daaruit besluiten we wat we zullen zijn. Dit betekent dat we onze keuzes bewust moeten maken, we kunnen ons volgens Sartre niet verschuilen achter omstandigheden. Hij sprak zich meerdere keren uit tegen de Franse regering, bijvoorbeeld toen deze om praktische redenen de kant van de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog koos.Ook Sartres partner, Simone de Beauvoir, was een bekende existentialistische filosoof. Ze heeft veel betekend voor het feminisme. Ook haar maatschappelijke statements komen voort uit haar filosofie. In haar boek 'De tweede sekse' doet ze de uitspraak "Je wordt niet als vrouw geboren maar wordt tot vrouw gemaakt". Deze uitspraak is enerzijds maatschappelijk, het zegt iets over de sociale positie waarin de vrouw wordt gedrongen. Anderzijds sluit het aan bij de existentiële filosofie. Dat je bestaat is een gegeven. Maar wat je vervolgens bent, bijvoorbeeld een traditionele vrouw, is een keuze. Het is maar net waar je je bewustzijn op richt. En dat bewustzijn heeft dus op zichzelf geen inhoud volgens de existentialisten. Overigens erkennen Sartre en de Beauvoir wel dat we onder bepaalde omstandigheden geboren worden.
Albert Camus was bevriend met zowel Sartre en de beauvoir. Hij benadrukte het absurde aspect van de wereld
Emmanuel Levinas wordt soms tot de fenomenologen en soms tot de existentialisten gerekend. Hij benadrukt het belang van de Ander. Deze is bewust met een hoofdletter geschreven. We mogen de Ander nooit gebruiken voor ons eigen doel. De Ander doet een beroep op onze verantwoordelijkheid. Ethiek ontstaat door je bewust te worden van het gelaat van de Ander.