Drugsverslaving en medicatiemisbruik: Misbruik van middelen
Buiten verslavingen aan alcohol en nicotine kunnen mensen ook verslaafd raken aan andere stoffen. Dit geldt zowel voor illegale drugs als voor voorgeschreven en vrij verkrijgbare medicijnen. Mensen gebruiken deze middelen in overmatige hoeveelheden of voor niet-medische doeleinden, waardoor ze buiten de wettelijke voorschriften vallen. Deze stoffen kunnen worden ingenomen via de mond, inspuiting of snuiven. Zowel psychologische als fysieke tekenen wijzen op drugsverslaving en medicijnmisbruik. Het stoppen met deze middelen veroorzaakt ontwenningsverschijnselen met mentale en lichamelijke symptomen. Drugs- en medicijnmisbruik leiden tot problemen voor familie, vrienden en de maatschappij. Een nauwgezette behandeling met steun van de omgeving is noodzakelijk.
Oorzaken van drugsverslaving en medicijnmisbruik
Er is geen enkele specifieke oorzaak van drugs- en medicijnmisbruik. Enkele risicofactoren zijn wel bekend en lijken op de uitlokkende factoren van alcoholmisbruik:
- Beschikbaarheid van medicijnen/stoffen
- Kwetsbare persoonlijkheid
- Laag zelfbeeld
- Emotioneel lijden
- Sociale druk, vooral van leeftijdsgenoten
ß-Adrenoceptor-blokkerende geneesmiddelen
Bij een lichte
vergiftiging is sinus
bradycardie (vertraagde hartslag) het enige kenmerk. Als een aanzienlijke hoeveelheid is ingenomen, kunnen patiënten een
coma, convulsies en hypotensie (lage bloeddruk) ontwikkelen. Minder vaak ervaart de patiënt delirium,
hallucinaties en een hartstilstand.
Een vergiftiging met amfetaminen veroorzaakt mogelijk vermoeidheid /
Bron: Concord90, Pixabay
Amfetaminen en verwante stoffen
Amfetaminen en verwante stoffen hebben tijdelijke stimulerende en euforische effecten, die zich kenmerken door extravert gedrag, geen verlangen om te eten of slapen, tremor (
bevingen), verwijde pupillen (mydriasis), tachycardie (versnelde hartslag) en hypertensie (verhoogde bloeddruk). Vervolgens ervaart de patiënt
vermoeidheid en een
depressie, die soms weken aanhoudt. Psychologische afhankelijkheid treedt op bij 'speed'. Amfetaminen kunnen een klinische presentatie veroorzaken die doet denken aan een
manie (extreme energie door een bipolaire stoornis of een andere
stemmingsstoornis). Daarnaast kunnen ze een paranoïde
psychose (verlies van realiteit met wanen en hallucinaties) veroorzaken, die niet te onderscheiden is van
schizofrenie. Ernstige intoxicatie met amfetaminen wordt geassocieerd met agitatie, paranoïde wanen, hallucinaties en gewelddadig gedrag. Convulsies,
rhabdomyolyse (afbraak van spieren),
hyperthermie (abnormaal hoge lichaamstemperatuur) en hartritmestoornissen kunnen optreden bij ernstige vergiftiging. In zeldzame gevallen kan een intracerebrale en
subarachnoïdale bloeding optreden, die fataal kan zijn.
Hoofdpijn is mogelijk bij een overdosis van anti-epileptica /
Bron: Geralt, PixabayAnti-epileptica
Ook een overdosis van anti-epileptica veroorzaakt symptomen.
- Carbamazepine: Bij overdosering veroorzaakt carbamazepine een droge mond, coma, convulsies, nystagmus (wiebelogen), ataxie en coördinatiestoornissen. De pupillen zijn vaak verwijd, divergerend strabisme een volledige externe oftalmoplegie (oogspierverlamming) zijn mogelijk aanwezig. Hallucinaties komen voor, met name in de herstelfase.
- Gabapentine en pregabaline: Lethargie (ziekelijke slaapzucht), ataxie, onduidelijke spraak en gastro-intestinale symptomen (maagdarmklachten) kunnen zich ontwikkelen.
- Lamotrigine: Lethargie, coma, ataxie, nystagmus, toevallenen afwijkingen in de hartgeleiding zijn gemeld.
- Levetiracetam: Lethargie, coma en ademhalingsdepressie zijn waargenomen.
- Fenytoïne: Een acute overdosis van fenytoïne resulteert in misselijkheid, braken, hoofdpijn, tremor, cerebellaire ataxie, nystagmus en zelden tot bewustzijnsverlies.
- Natriumvalproaat: Natriumvalproaat veroorzaakt meestal slaperigheid, bewustzijnsverlies en ademhalingsdepressie. Bij zeer ernstige vergiftiging treden myoclonische schokken en toevallen op en is hersenoedeem (zwelling van de hersenen) gemeld. Leverbeschadiging, hyperammonemie en metabole acidose (te hoge zuurgraad van het bloed) zijn zeldzame complicaties.
- Tiagabine: Lethargie, gezichtsgrimassen, nystagmus, opwinding, coma, hallucinaties en toevallen zijn gemeld.
- Topiramaat: Lethargie, ataxie, nystagmus, myoclonus, coma, convulsies en een non-anion gap metabole acidose zijn waargenomen. Metabole acidose kan binnen enkele uren na inname verschijnen en dagen aanhouden.
Een overdosis antidiabetica leidt mogelijk tot slaperigheid /
Bron: Unsplash, PixabayAntidiabetica
In alle gevallen van een vergiftiging met insuline en sulfonylurea zijn een snelle diagnose en behandeling van essentieel belang om het overlijden of hersenschade door neuroglycopenie te voorkomen. Een overdosering met metformine veroorzaakt zelden
hypoglykemie (verlaagde bloedsuikerspiegel), omdat het medicijn normaalgezien het glucosegebruik verhoogt, maar
lactaatacidose (opbouw van melkzuur in het bloed) is een potentieel ernstige complicatie. Thiazolidinedionen veroorzaken milde hypoglykemie, maar het risico op leverbeschadiging (erkend bij regelmatige behandeling) is laag na een acute enkelvoudige inname. Matige tot ernstige vergiftiging treedt op bij een overdosis met insuline (~ 15%), biguaniden (~ 12%) en ook sulfonylurea (~ 5%). Kenmerken van een overdosis van antidiabetica omvatten slaperigheid, coma,
spiertrekkingen, convulsies, hyperapnoe, longoedeem, tachycardie en falen van de bloedsomloop. Neurogene diabetes insipidus is een mogelijke complicatie op de lange termijn. Cholestatische geelzucht is beschreven als een late complicatie van chlorpropamide-vergiftiging.
Antimalariamiddelen
Patiënten met
malaria (infectieziekte met koorts, geelzucht en zwakte) die een te grote dosis antimalariamedicijnen nemen, krijgen eveneens te maken met klachten.
- Chloroquine: Hypotensie is vaak de eerste klinische manifestatie van chloroquine-vergiftiging. Dit gaat mogelijk over naar acuut hartfalen (slecht rondpompen van bloed door het hart), longoedeem en een hartstilstand. Agitatie en acute psychose, convulsies en coma kunnen volgen. Hypokaliëmie (tekort aan kalium in het bloed) komt vaak voor en is te wijten aan een door chloroquine geïnduceerde kaliumkanaalblokkade. Verder zijn afwijkingen zichtbaar op het hartfilmpje (elektrocardiografie).
- Kinine: Cinchonisme (tinnitus, doofheid, duizeligheid, misselijkheid, hoofdpijn en diarree komt vaak voor. Bij ernstigere vergiftiging zijn convulsies, hypotensie, longoedeem en cardiorespiratoire arrestatie mogelijk. De cardiotoxiciteit (giftigheid voor het hart) van de kinine is te wijten aan natriumkanaalblokkade. Patiënten krijgen soms te maken met ooggerelateerde symptomen, waaronder (permanente) blindheid.
- Primaquine: De voornaamste zorg met betrekking tot primaquine is de neiging tot het veroorzaken van methemoglobinemie en hemolytische anemie (voortijdige afbraak van rode bloedcellen) na een overdosis.
Benzodiazepinen
Benzodiazepinen, medicijnen die de arts inzet voor de behandeling van
angst en slaapproblemen, nemen patiënten vaak in als overdosis. Zelden veroorzaken ze een ernstige vergiftiging, behalve bij ouderen of mensen met een chronische
luchtwegaandoening. Benzodiazepinen produceren slaperigheid, ataxie,
dysartrie (spraakstoornis met onduidelijke spraak) en nystagmus. Coma en ademhalingsdepressie ontwikkelen zich bij patiënten met een ernstige intoxicatie.
Calciumantagonisten
Calciumantagonisten (fenylalkylaminen, bijvoorbeeld verapamil; benzothiazepinen, bijvoorbeeld diltiazem; dihydropyridines) blokkeren allen de spanningsafhankelijke calciumkanalen. Dihydropyridines (bijvoorbeeld amlodipine, felodipine, nifedipine) zijn voornamelijk perifere vaatverwijders, terwijl verapamil en in mindere mate diltiazem ook significante cardiale effecten hebben. Een overdosering van deze geneesmiddelen, in het bijzonder met verapamil en diltiazem, is ernstig. De vergiftiging veroorzaakt namelijk een hartblokkade en hypotensie wat leidt tot een significant sterftecijfer. Andere kenmerken zijn misselijkheid, braken, toevallen en een lactaatacidose. Wanneer een preparaat met langdurige afgifte is ingenomen, is het begin van de ernstige kenmerken vertraagd, soms langer dan twaalf uur. Een overdosis met zelfs kleine hoeveelheden heeft soms ingrijpende gevolgen.
Cocaïne
Cocaïne is een stimulerend middel voor het centrale zenuwstelsel (met vergelijkbare effecten als amfetaminen) dat afkomstig is van in de Andes geteelde Erythroxylon-cocabomen. In gezuiverde vorm is cocaïne in te nemen via de mond, maar het snuiven en injecteren van cocaïne is ook mogelijk. Als cocaïnehydrochloride wordt omgezet in zijn basis (crack), kan het worden gerookt. Dit veroorzaakt een intens stimulerend effect. Afhankelijke gebruikers nemen grote doses en krijgen te maken met hartritmestoornissen, een
hartstilstand, een
hartinfarct, een hartverlamming, een herseninfarct,
stuiptrekkingen (oncontroleerbare fysieke bewegingen en veranderingen in het bewustzijn), ... Het aanhoudend snuiven van deze drug veroorzaakt mogelijk een perforatie van het neustussenschot. Het blijvend gebruik van cocaïne leidt vaak tot chronisch obstructief longlijden (
COPD) of andere
longaandoeningen. Het langdurig gebruik van hoge doses veroorzaakt tevens psychische klachten, zoals geïrriteerdheid, rusteloosheid, paranoïde ideeën, ... Overdoses veroorzaken de dood door een myocardinfarct (afsterven van een stuk van de hartspier), cerebrovasculaire aandoeningen, hyperthermie (een verhoogde lichaamstemperatuur) en aritmieën (hartritmestoornissen).
Ecstasy
Ecstasy (xtc) is de straatnaam voor 3,4-methyleendioxy-methamfetamine (MDMA), een psychoactief fenylisopropylamine, gesynthetiseerd als een amfetaminederivaat. Het is een psychodelicicum dat vaak wordt gebruikt als een 'dansdrug'. Het heeft een korte werkingsduur van vier tot zes uur. Herhaald gebruik van MDMA veroorzaakt mogelijk permanente neurotransmitterveranderingen in de hersenen (wijziging in de boodschapperstoffen). Soms komen gebruikers van ecstasy te overlijden als gevolg van maligne
hyperpyrexie (zeer hoge
koorts) en
uitdroging. Acuut
nierfalen en
leverfalen behoren eveneens tot de mogelijkheden.
Hallucinogene medicijnen
Hallucinogene geneesmiddelen, zoals lyserginezuurdiethylamide (LSD) en mescaline, veroorzaken verstoringen en intensiveringen van sensorische waarnemingen, evenals
hallucinaties bij acute intoxicatie. Het langdurig nemen van hallucinogene medicijnen veroorzaakt mogelijk als complicatie een psychose.
Hennep (cannabis sativa)
Wat is cannabis?
Cannabis (hennep, ganja, pot, skunk, joint, wiet, weed, reefer) is een veel gebruikte drug in sommige subculturen. Het is afgeleid van de gedroogde bladeren en bloemen van de plant Cannabis sativa. Hasj is de gedroogde hars van de bloemtoppen, terwijl marihuana verwijst naar elk deel van de plant. Cannabis wordt meestal gerookt, maar het kan als een 'cake' worden ingenomen, in thee worden gezet of intraveneus worden geïnjecteerd. Buiten alcohol, is cannabis de meest misbruikte drug in de ontwikkelde landen.
Symptomen
Aanvankelijk is er euforie, gevolgd door vervormde en verhoogde beelden, kleuren en geluiden, veranderde tactiele sensaties en sinustachycardie. Visuele en
auditieve hallucinaties en acute psychose komen voor na een substantiële inname. Een intraveneuze injectie leidt tot waterige diarree, tachycardie (versnelde hartslag), hypotensie en artralgie (
gewrichtspijn). Zware gebruikers hebben last van geheugen- en aandachtstoornissen en slechte schoolprestaties. Er is een verhoogd risico op angst en depressie. Regelmatige gebruikers lopen het risico op afhankelijkheid en tolerantie (steeds meer nodig hebben om hetzelfde effect te bereiken). Cannabisgebruik resulteert in een algehele toename van het relatieve risico voor latere schizofrenie en psychotische episodes. Cannabisrook is tevens waarschijnlijk
kankerverwekkend.
IJzersupplementen
Een vergiftiging van
ijzer is zelden ernstig maar sterfgevallen doen zich voor. IJzerzouten hebben een direct corrosief effect op het bovenste deel van het maagdarmkanaal. De eerste kenmerken van een overmatige inname van
ijzersupplementen zijn misselijkheid, braken (het braaksel kan grijs of zwart van kleur zijn),
buikpijn en diarree. Ernstig vergiftigde patiënten ontwikkelen in een vroeg stadium hematemesis (bloed overgeven), hypotensie, coma en een
shock. Meestal lijden de meeste patiënten echter slechts aan milde gastro-intestinale symptomen (maagdarmklachten). Een kleine minderheid verslechtert 12-48 uur na inname en ontwikkelt een shock, metabole acidose, acute niertubulaire necrose en hepatocellulaire necrose (afsterven van levercellen). Af en toe treden zes weken na de inname nog vernauwingen van het maagdarmkanaal op door de corrosieve schade. De serumijzerconcentratie moet ongeveer 4 uur na inname worden gemeten en als de concentratie de voorspelde normale ijzerbindende capaciteit overschrijdt (gewoonlijk meer dan 5 mg / L [90 μmol / L]), circuleert er vrij ijzer en is een behandeling met desferrioxamine nodig.
Lithium
Lithiumtoxiciteit is meestal het resultaat van therapeutische overdosering (chronische toxiciteit) in plaats van opzettelijke zelfvergiftiging (acute toxiciteit). Kenmerken van intoxicatie omvatten
veel dorst),
polyurie (grote hoeveelheden plassen), diarree en braken en in ernstiger gevallen een verminderd bewustzijn, hypertonie (verhoogde spierspanning) en convulsies. Onomkeerbare neurologische schade is mogelijk. De meting van de serumlithiumconcentratie bevestigt de diagnose.
Methanol
Methanol wordt veel gebruikt als oplosmiddel en wordt aangetroffen in antivriesoplossingen. Een overdosis van methanol veroorzaakt dronkenschap en slaperigheid, en een later stadium een coma.
Wazig zien en een verminderde gezichtsscherpte treden op. De aanwezigheid van uitgezette pupillen die niet reageren op licht, suggereert dat permanente blindheid waarschijnlijk zal volgen. Een ernstige metabole acidose kan zich ontwikkelen en gepaard gaan met
hyperglykemie en een verhoogde serumamylase-activiteit. Een bloed-methanolconcentratie van 500 mg / L (15,63 mmol / L) bevestigt ernstige vergiftiging. De mortaliteit correleert met de ernst en de duur van metabole acidose. Overlevenden vertonen vaak permanente neurologische gevolgen, waaronder parkinsonachtige tekenen en blindheid.
Monoamineoxidaseremmers (MAO's)
MAO's zet de arts minder vaak in bij de behandeling van een depressie vanwege de gevaren van voedings- en geneesmiddelinteracties. Daarom is een vergiftiging met monoamine oxidase-remmers ongebruikelijk. Klinische kenmerken na een overdosis zijn 12-24 uur na de overdosis vast te stellen. Ze omvatten opwinding, rusteloosheid,
hyperpyrexie (zeer hoge koorts), hyperreflexie, convulsies,
opisthotonos (een naar achter gerichte houding), rhabdomyolyse en een coma. Sinustachycardie en hypo- of hypertensie zijn ook waargenomen.
Neuroleptica en atypische neuroleptica
Neuroleptische (antipsychotische) geneesmiddelen werken vooral op dopamine D2-receptoren. Oudere neuroleptica omvatten de fenothiazinen, de butyrofenonen en de gesubstitueerde benzamiden. Meer recentelijk zijn meer selectieve 'atypische' antipsychotica ontwikkeld, waaronder amisulpiride, aripiprazol, clozapine, olanzapine, quetiapine en risperidon. Klinische kenmerken van misbruik van deze medicijnen omvatten een verminderd bewustzijn, hypotensie, ademhalingsdepressie, hypothermie of hyperthermie, antimuscarinische effecten zoals tachycardie, een droge mond en wazig zien, incidenteel toevallen, rhabdomyolyse, hartritmestoornissen en
acuut respiratoir distress syndroom. Extrapiramidale effecten, waaronder acute dystonische reacties, komen voor, maar zijn niet dosisafhankelijk. Hartproblemen zijn opgetreden na een overdosis met de atypische neuroleptica. Onvoorspelbare schommelingen in het bewustzijnsniveau, met variaties tussen agitatie en duidelijke slaperigheid, zijn in het bijzonder geassocieerd met een overdosis olanzapine.
Niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID's)
Zelfvergiftiging met
NSAID's neemt toe, vooral omdat
ibuprofen in veel landen zonder recept verkrijgbaar is. In de meeste gevallen is een geringe gastro-intestinale stoornis het enige kenmerk van een overdosis van deze medicatie, maar in ernstigere gevallen zijn coma, convulsies en nierfalen mogelijk. Een vergiftiging met mefenaminezuur leidt meestal tot convulsies, hoewel deze meestal van korte duur zijn.
Opiaten
Wat zijn opiaten?
Opiaten / opioïden is een verzamelnaam voor uit opium bereide middelen of de (semi-)synthetische afgeleiden daarvan. Opium is in feite ingedroogd melksap dat afkomstig is uit de onrijpe vruchten van de Papaver somniferum (slaapbol) afkomstig. In gedroogde toestand en fijngewreven is opium een geelbruin, bitter smakend poeder. Circa 10% van dit poeder bestaat uit
morfine (hoofdbestanddeel van het poeder). Morfine is een pijnstillend en verdovend middel, dat ook kalmerend werkt en een gevoel van rust en gelukzaligheid verschaft.
Verslaving
Fysieke afhankelijkheid treedt op met het gebruik van sterke verdovende en pijnstillende geneesmiddelen (opiaten) zoals morfine, heroïne en
codeïne evenals met synthetische en semisynthetische opiaten zoals methadon, pethidine en fentanyl. Deze stoffen vertonen een onderlinge tolerantie. Dit houdt in dat de ontwenningsverschijnselen van het éne opiaat worden verminderd door toediening van een ander opiaat. Een psychologisch effect van dergelijke stoffen is ook mogelijk. De gebruiker vertoont een kalme, enigszins euforische stemming die gepaard gaat met de vrijheid van lichamelijk ongemak en een afvlakking van de emotionele respons. Dit is wellicht te wijten is aan de aanhechting van morfine en zijn analogen aan endorfine-receptoren in het centraal zenuwstelsel. Een tolerantie voor deze groep geneesmiddelen ontwikkelen gebruikers snel en dit gebeurt bovendien merkbaar, maar de tolerantie gaat snel verloren na het stopzetten van de medicijnen.
Opiaat-onthoudingssyndroom
Stoppen met opiaten brengt ontwenningsverschijnselen met zich mee, hetgeen bekend staat als het 'opiaat-onthoudingssyndroom'. Het opiaat-onthoudingssyndroom bestaat uit symptomen die de piekintensiteit bereiken op de tweede of derde dag na de laatste dosis van het opiaat. Deze zakken de volgende zeven dagen snel weg. Volgende symptomen komen voor bij het opiaat-onthoudingssyndroom:
Symptoom | Start van symptoom na onthouding |
Agitatie | 24-72 uur na de laatste dosis opiaat |
Braken | 24-72 uur na de laatste dosis opiaat |
Buikkrampen | 24-72 uur na laatste dosis opiaat |
Diarree | 24-72 uur na de laatste dosis opiaat |
Een hoge bloeddruk (hypertensie) | 24-72 uur na laatste dosis opiaat |
Geeuwen | 12-16 uur na laatste dosis opiaat |
Gewichtsverlies (anorexia) | 24-72 uur na laatste dosis opiaat |
Kippenvel | 12-16 uur na de laatste dosis opiaat |
Loopneus | 12-16 uur na de laatste dosis opiaat |
Overvloedig zweten (hyperhidrose) | 24-72 uur na de laatste dosis opiaat |
Pijn | 24-72 uur na de laatste dosis opiaat |
Pupilverwijding (mydriasis) | 12-16 uur na de laatste dosis opiaat |
Rusteloosheid | 12-16 uur na de laatste dosis opiaat |
Slapeloosheid | 24-72 uur na de laatste dosis opiaat |
Spiertrekkingen | 24-72 uur na de laatste dosis opiaat |
Tranende ogen | 12-16 uur na laatste dosis opiaat |
Zweten | 12-16 uur na de laatste dosis opiaat |
Behandeling van verslaving aan opiaten
Wanneer een patiënt met een opiaatverslaving wordt opgenomen in het ziekenhuis voor een ander gezondheidsprobleem, moet advies worden ingewonnen bij een psychiater of de drugskliniek van de patiënt met betrekking tot het behandelen van de verslaving tijdens een opname. De behandeling van chronische afhankelijkheid is erop gericht de patiënt te helpen om zonder medicijnen te leven of om secundaire gezondheidsproblemen te voorkomen. Patiënten hebben hulp en advies nodig om ontwenningsverschijnselen te voorkomen. Sommige patiënten met opiaatverslaving die de onthouding niet aankunnen, krijgen soms oraal (via de mond ingenomen) methadon. Een overdosis moet de arts onmiddellijk behandelen met de opioïde antagonist (tegenwerkend medicijn) naloxon.
Prognose
De ontwenning van opiaten is gevaarlijk bij patiënten met
hartaandoeningen of andere chronische aandoeningen. Opiatenverslaafden hebben een relatief hoog sterftecijfer, door zowel het gemak van een onbedoelde overdosis als de door het bloed overgebrachte infecties die gepaard gaan met gedeelde naalden. Hartaandoeningen, zoals (infectieuze
endocarditis =
ontsteking van de binnenkant van het hart),
tuberculose (bacteriële infectie met longproblemen) en
aids zijn veel voorkomende doodsoorzaken, terwijl de complicaties van
hepatitis B en hepatitis C ook vaak voorkomen.
Oplosmiddelen
Circa één procent van de adolescenten snuift oplosmiddelen op vanwege hun bedwelmende effecten. Een tolerantie voor oplosmiddelen ontwikkelt zich gedurende weken of maanden. Een intoxicatie van oplosmiddelen kenmerkt zich door euforie, opwinding, een zwevend gevoel,
duizeligheid, een onduidelijke spraak en
ataxie (coördinatie- en evenwichtsproblemen). Acute intoxicatie veroorzaakt amnesie (
geheugenverlies) en
visuele hallucinaties (zien van onechte beelden). Ongeveer 100 jongeren sterven elk jaar in het Verenigd Koninkrijk door het gebruik van deze medicijnen. Cijfers over België en Nederland zijn niet gevonden in de medische literatuur.
Selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI's)
Citalopram, fluoxetine, fluvoxamine, paroxetine en sertraline zijn
antidepressiva die de heropname van serotonine remmen (
selectieve serotonineheropnameremmers). Ze missen de antimuscarinische werking van tricyclische antidepressiva. Zelfs grote overdoses blijken relatief veilig te zijn tenzij versterkt door ethanol. De meeste patiënten vertonen geen tekenen van toxiciteit, maar sufheid, misselijkheid, diarree en sinustachycardie zijn gemeld. Zelden zijn junctionele bradycardie, toevallen en hypertensie aangetroffen en verschijnen
griepachtige symptomen.
Theofylline
Een vergiftiging met theofylline, een medicijn voor de behandeling van luchtwegaandoeningen zoals
COPD en
astma, bemoeilijkt het therapeutisch gebruik. Als het om een preparaat met langzame afgifte gaat, worden de piekplasmaconcentraties pas 6-12 uur na overdosering bereikt en wordt het begin van de toxische kenmerken overeenkomstig vertraagd. Misselijkheid, braken,
hyperventilatie, hematemese, buikpijn, diarree, sinustachycardie, supraventriculaire en ventriculaire aritmieën, hypotensie, rusteloosheid,
prikkelbaarheid, hoofdpijn, hyperreflexie, tremoren en convulsies zijn waargenomen. De meeste symptomatische patiënten hebben theofylline-plasmaconcentraties van meer dan 25 mg / L (430 μmol / L). Convulsies worden vaker gezien wanneer concentraties> 50 mg / L (> 860 μmol / L) zijn. Plasma-kaliumconcentraties <2,6 mmol / L, metabole acidose, hypotensie, toevallen en aritmieën zijn aanwijzingen voor een ernstige vergiftiging.
Tranquillizers (kalmerende medicijnen)
Geneesmiddelen die afhankelijkheid veroorzaken, zijn
barbituraten (oudere klasse van geneesmiddelen die het centrale zenuwstelsel onderdrukken) en
benzodiazepinen (medicatie bij angst en slaapproblemen). Benzodiazepine-afhankelijkheid komt vaak voor en is mogelijk iatrogeen (door medische omstandigheden veroorzaakt). Dit gebeurt wanneer de arts de geneesmiddelen voorschrijft en niet stopzet. Het stopzetten van de behandeling met benzodiazepinen resulteert mogelijk in ontwenningsverschijnselen. Om deze reden moet de terugtrekking van de medicatie onder toezicht en geleidelijk plaatsvinden.
Tricyclische antidepressiva
De kenmerken van een vergiftiging met tricyclische antidepressiva verschijnen meestal binnen zestig minuten na inname. Slaperigheid, sinustachycardie, een droge mond, verwijde pupillen,
urineretentie (blaas niet volledig kunnen ledigen) en verhoogde reflexen zijn de meest voorkomende kenmerken van een milde vergiftiging. Ernstige intoxicatie leidt tot een coma, vaak met divergerende strabismus (scheelzein) en convulsies. Verder zijn diverse reflexen tijdelijk opgeheven. Een ECG (elektrocardiografie) toont vaak afwijkingen. Metabolische acidose en cardiorespiratoire depressie zijn mogelijk bij patiënten met een ernstige overdosis.
Naast een bloedonderzoek is een urineonderzoek vereist /
Bron: Frolicsomepl, PixabayDiagnose van chronisch misbruik van geneesmiddelen en drugs
Het opsporen van geneesmiddelen en drugs in het bloed (
bloedonderzoek) en de urine (
urineonderzoek) is vereist bij patiënten waarbij de arts vermoedt dat ze drugs of medicatie misbruiken. De tijdsduur van urine-toxicologische onderzoeken blijven wellicht positief na de onthouding.
Stof | Gebruikelijke tijd positief |
Amfetamines | 48 uur |
Benzodiazepinen | 3+ dagen |
Cannabis | 5+ dagen |
Cocaïne | 3+ dagen |
Codeïne | 48 uur |
Kortwerkende barbituraten | 24 uur |
Langwerkende barbituraten | 7+ dagen |
Morfine | 48 uur |
Behandeling van drugs- en medicatiemisbruik
De eerste stap in de behandeling is de erkenning van de gebruiker dat hij een probleem heeft. De huisarts van de gebruiker geeft advies over de behandeling van de drugsverslaving of het medicatiemisbruik. Effectieve behandelingen zijn afgestemd op de behoeften van de gebruiker. Hierdoor is er geen standaard behandeling beschikbaar voor deze vorm van misbruik / verslaving. De keuze van de behandeling hangt tevens af van het soort stof dat de gebruiker heeft genomen. Medicamenteuze behandelingen en psychische therapieën zijn inzetbaar voor drugsverslaving en medicatiemisbruik. De arts tracht steeds om de gebruiker te laten ontgiften (psychologisch afstand nemen van het medicijn wanneer hij verslaafd is). Daarnaast wil de arts een terugval voorkomen, of anders leert hij de gebruiker omgaan met een terugval. Verder krijgt de patiënt revalidatie en begeleiding, ook op de lange termijn.
Lees verder