mijn kijk opComputermodellen, weerpluim en elfstedenkoorts
Er doen maximaal 16 duizend sportievelingen mee aan een Elfstedentocht maar de bedoeling is om een slordige 16 miljoen Nederlanders (baby’s en te kleine kinderen niet meegerekend) te enthousiasmeren. En dat geestdriftig maken gaat zo lang door totdat er wel sprake moet zijn van elfstedenkoorts. Als de 16 duizend deelnemers, naar evenredige verdeling, persoonlijk verantwoord zouden zijn zou elke deelnemer de koorts van duizend mensen op zijn geweten hebben. Maar al te vaak geven de weermodellen en weerpluimen aan dat het alweer niet door kan gaan.
Weermodellen een beetje bijsturen
Maar zij zullen, als de tocht niet doorgaat, graag alles afschuiven op de weermodellen of beter gezegd op degenen die de modellen interpreteren. Of zijn het de vrije vertalers van die modellen die ze het liefst in de richting van het gewenste eindpunt bijsturen? Zij vinden wellicht dat er om de zoveel jaren een Elfstedentocht moet worden gereden.
Uitschieters van de weerpluim
Op het moment dat eenden en andere watervogels nog volop bezit hebben van de wateroppervlakten worden de eerste pogingen al ondernomen om het volk warm te maken. Waarschijnlijk worden ook dan al de tekeningen voor de koek en zopie tenten gemaakt en wordt oud hout bijeen gesprokkeld om zo’n bouwwerkje op te zetten. Het nieuwe fenomeen, de weerpluim, geeft immers enkele dagen strenge vorst aan wat meteen door allerlei voorspellers wordt verlengd omdat ze de gunstige uitschieters van de pluim als toekomstdroom zien.
Weerrapporten van WMO
Hoe vreemd het misschien ook lijkt is het zo dat het weer dat wij hier op een bepaald moment krijgen al dagen tevoren op duizenden kilometers afstand in de maak kan zijn. Maar hoe dat weer van elders precies naar ons land zal komen is nu juist het probleem. Om dat zo goed mogelijk te berekenen zijn zeer veel gegevens nodig. Al die waarnemingen worden wereldwijd uitgewisseld waarbij de WMO (Wereld Meteorologische Organisatie) van groot belang is. De meeste landen zijn bij die WMO aangesloten. Die organisatie zorgt er voor dat het KNMI na een kwartier al beschikt over de weerrapporten uit Europa en na ongeveer een uur over de waarnemingen van het noordelijk halfrond.
Computermodellen door supercomputers
Die weersgegevens worden afgebeeld op een geografische kaart waardoor onder meer inzicht ontstaat over de ligging van hogedrukgebieden en lagedrukgebieden en over de nodige andere aspecten die uiteindelijk het weer bepalen. Op grond van die gegevens kan een meteoroloog de ontwikkeling van het weer van ongeveer twee dagen vooruit tamelijk voorspelbaar in beeld krijgen waarbij gebruik wordt gemaakt van supercomputers.
Ontstaan elfstedenkoorts
Het zijn dus die computermodellen aan de hand waarvan het weer kan worden voorspeld en aan de hand waarvan sommigen menen te weten of er een Elfstedentocht komt of niet. Het vreemde is nu dat rayonhoofden eigenlijk voldoende hebben aan de computermodellen om te weten of de door hen gemeten ijsdikte in combinatie met de gegevens van de meteorologen een tocht zal opleveren. Maar de hele hype rond een mogelijke tocht van
de elf steden werkt zodanig op ieders emotie dat het verlangen naar een tocht voor hen, die wellicht niets met de organisatie te maken hebben, sterker is dan de realiteitszin die gebaseerd zou moeten zijn op de feiten. En dat is nu precies de oorzaak van het ontstaan van de elfstedenkoorts.
Urenlang tv ook zonder doorgaan Elfstedentocht
Zelfs als er met grote stelligheid wordt voorspeld dat vanuit de weersverwachting er onvoldoende vorst komt om het ijs in enkele dagen te laten groeien van zes naar de vereiste vijftien centimeters dikte gaat het mediacircus toch door. Ook alles er omheen vindt al plaats volgens draaiboeken, verloven van hen die voor de veiligheid moeten zorgen worden alvast ingetrokken en feesttenten worden opgebouwd. Geldverspilling? Ach, die hype op zich levert al urenlang tv op zonder dure artiesten in te hoeven huren. Die tentenverhuurder voorkomt wellicht een faillissement omdat hij toch minstens een deel betaald wil hebben en er ’s winters zo weinig te doen is en die verloven gaan echt wel weer door.
Lees verder